The Adventures of Tom Sawyer

De lotgevallen van Tom Sawyer

   CHAPTER XXIII

   HOOFDSTUK XXIII.

   AT last the sleepy atmosphere was stirred--and vigorously: the murder trial came on in the court. It became the absorbing topic of village talk immediately. Tom could not get away from it. Every reference to the murder sent a shudder to his heart, for his troubled conscience and fears almost persuaded him that these remarks were put forth in his hearing as "feelers"; he did not see how he could be suspected of knowing anything about the murder, but still he could not be comfortable in the midst of this gossip. It kept him in a cold shiver all the time. He took Huck to a lonely place to have a talk with him. It would be some relief to unseal his tongue for a little while; to divide his burden of distress with another sufferer. Moreover, he wanted to assure himself that Huck had remained discreet.

   Eindelijk kwam er beweging in de droomerige atmosfeer--en geweldige beweging ook. De zaak van den moord zou voorkomen bij het Gerechtshof. Natuurlijk werd deze zaak het onderwerp van alle gesprekken; ook in Toms kring werd er druk over gesproken. Maar telkens, als het woord genoemd werd, voer hem eene rilling door de leden en hij verbeeldde zich in zijn angst, dat er voorbedachtelijk zoo gedurig in zijne tegenwoordigheid over gesproken werd, om te zien of hij er ook iets mede te maken had. Ofschoon hij zeker wist, dat niemand eenig vermoeden omtrent zijne bekendheid met de misdaad kon hebben, voelde hij zich toch onder die praatjes niet op zijn gemak. Hij stierf elken dag duizend dooden en nam eindelijk Huck met zich naar eene eenzame plaats om de zaak met hem te bepraten. Het zou eene verlichting wezen, eens even zijn tong vrij te laten en den lijdenslast met een lotgenoot te deelen. Bovendien wilde hij er zich van overtuigen, dat Huck gezwegen had.

   "Huck, have you ever told anybody about--that?"

   "Huck, heb je nooit iemand daarover gesproken?"

   "'Bout what?"

   "Waarover?"

   "You know what."

   "Dat weet je wel!"

   "Oh--'course I haven't."

   "O, natuurlijk niet."

   "Never a word?"

   "Nooit een woord?"

   "Never a solitary word, so help me. What makes you ask?"

   "Nooit een enkel woord.--Waarom vraag je dat?"

   "Well, I was afeard."

   "Wel, ik was er bang voor."

   "Why, Tom Sawyer, we wouldn't be alive two days if that got found out. You know that."

   "Maar Tom Sawyer! Wij zouden geen vier en twintig uur meer geleefd hebben, als het ontdekt was. Dat weet je immers wel."

   Tom felt more comfortable. After a pause:

   Tom werd kalmer. Na een pauze hernam hij:

   "Huck, they couldn't anybody get you to tell, could they?"

   "Huck, je zoudt je immers door niets, noch door iemand laten ompraten."

   "Get me to tell? Why, if I wanted that halfbreed devil to drownd me they could get me to tell. They ain't no different way."

   "Laten ompraten? Wel, als ik zin krijg om me door dien duivel van een kleurling te laten verzuipen, dan zal ik me laten ompraten."

   "Well, that's all right, then. I reckon we're safe as long as we keep mum. But let's swear again, anyway. It's more surer."

   "Nu, dan is het in orde. Ik geloof, dat we veilig zijn, zoolang we zwijgen. Doch laat ons voor de securiteit nog eens zweren."

   "I'm agreed."

   "Best."

   So they swore again with dread solemnities.

   Dus zwoeren de knapen ten tweede male met dure eeden.

   "What is the talk around, Huck? I've heard a power of it."

   "Wat zeggen de menschen toch, Huck? Ik heb er nog zoo weinig van gehoord."

   "Talk? Well, it's just Muff Potter, Muff Potter, Muff Potter all the time. It keeps me in a sweat, constant, so's I want to hide som'ers."

   "Zeggen! 't Is Muff Potter en 't blijft Muff Potter. Het koude zweet staat mij op 't voorhoofd, als ik het hoor, en ik zou wel onder den grond willen kruipen."

   "That's just the same way they go on round me. I reckon he's a goner. Don't you feel sorry for him, sometimes?"

   "Zoo gaat het mij ook. Ik weet, dat hij er om koud is.--Heb je niet somtijds medelijden met hem?"

   "Most always--most always. He ain't no account; but then he hain't ever done anything to hurt anybody. Just fishes a little, to get money to get drunk on--and loafs around considerable; but lord, we all do that--leastways most of us--preachers and such like. But he's kind of good--he give me half a fish, once, when there warn't enough for two; and lots of times he's kind of stood by me when I was out of luck."

   "Ja, dag en nacht. 't Is wel geen beste, die Muff Potter, maar hij heeft nooit iemand kwaad gedaan. Hij bedelt wel eens langs de straat om geld te krijgen voor drank en hij loopt ook te luieren, maar o, Heertje, dat doen we allemaal, ten minste de meesten, vooral de dominees en dat slag van volk. Maar hij is een goede kerel, want hij heeft me eens de helft van zijn visch gegeven, terwijl hij zelf nog honger had; en ik weet niet hoeveel maal hij mij geholpen heeft, als ik in de knijp zat."

   "Well, he's mended kites for me, Huck, and knitted hooks on to my line. I wish we could get him out of there."

   "En voor mij heeft hij oude vliegers opgelapt, Huck, en vischnetten gebreid. Ik wou, dat ik hem uit de kast kon krijgen."

   "My! we couldn't get him out, Tom. And besides, 'twouldn't do any good; they'd ketch him again."

   "We kunnen er hem niet uit krijgen, Tom; en 't zou hem niet veel baten, want ze zouden hem er wel gauw weder inpakken."

   "Yes--so they would. But I hate to hear 'em abuse him so like the dickens when he never done--that."

   "Ja, dat zouden zij. Maar ik vind het akelig om hem zoo duivelsch valsch te hooren beschuldigen van iets, dat hij niet gedaan heeft."

   "I do too, Tom. Lord, I hear 'em say he's the bloodiest looking villain in this country, and they wonder he wasn't ever hung before."

   "Ik ook, Tom. Ik heb ze hooren zeggen, dat hij de gemeenste schurk uit het land was en dat het een wonder is, dat hij niet eerder gehangen werd."

   "Yes, they talk like that, all the time. I've heard 'em say that if he was to get free they'd lynch him."

   "Ja, zoo praten zij. Ik heb hooren zeggen, dat, als hij vrij kwam, zij hem zouden lynchen --en dat zouden zij doen ook."

   "And they'd do it, too."

   The boys had a long talk, but it brought them little comfort. As the twilight drew on, they found themselves hanging about the neighborhood of the little isolated jail, perhaps with an undefined hope that something would happen that might clear away their difficulties. But nothing happened; there seemed to be no angels or fairies interested in this luckless captive.

   De jongens praatten nog een tijdlang op deze wijze voort, doch het gesprek bracht hun weinig troost aan. Tegen schemeravond stonden zij voor de kleine eenzame gevangenis, wellicht met een vage hoop in het hart, dat er iets zou gebeuren, waardoor hunne moeielijkheden uit den weg zouden worden geruimd. Doch er gebeurde niets; de engelen en feeën schenen zich het lot van dezen ongelukkige niet aan te trekken.

   The boys did as they had often done before--went to the cell grating and gave Potter some tobacco and matches. He was on the ground floor and there were no guards.

   Tom en Huck deden dien avond wat zij al menigmaal hadden gedaan; zij zetten zich voor het tralievenster der cel neder en gaven Potter wat tabak en een paar zwavelstokken. Daar de gevangene in een laag hok lag en door geen schildwachten werd bewaakt, konden zij hem deze kleine giften zonder moeite toereiken.

   His gratitude for their gifts had always smote their consciences before--it cut deeper than ever, this time. They felt cowardly and treacherous to the last degree when Potter said:

   Zijne dankbaarheid voor hunne geschenken had hen altijd pijnlijk aangedaan,--doch ditmaal trof zij hen meer dan ooit. Zij vonden zichzelven onuitsprekelijk laf en valsch, toen Potter zeide:

   "You've been mighty good to me, boys--better'n anybody else in this town. And I don't forget it, I don't. Often I says to myself, says I, 'I used to mend all the boys' kites and things, and show 'em where the good fishin' places was, and befriend 'em what I could, and now they've all forgot old Muff when he's in trouble; but Tom don't, and Huck don't--they don't forget him, says I, 'and I don't forget them.' Well, boys, I done an awful thing--drunk and crazy at the time--that's the only way I account for it--and now I got to swing for it, and it's right. Right, and best, too, I reckon--hope so, anyway. Well, we won't talk about that. I don't want to make you feel bad; you've befriended me. But what I want to say, is, don't you ever get drunk--then you won't ever get here. Stand a litter furder west--so--that's it; it's a prime comfort to see faces that's friendly when a body's in such a muck of trouble, and there don't none come here but yourn. Good friendly faces--good friendly faces. Git up on one another's backs and let me touch 'em. That's it. Shake hands--yourn'll come through the bars, but mine's too big. Little hands, and weak--but they've helped Muff Potter a power, and they'd help him more if they could."

   "Jelui bent almachtig goed voor me geweest, jongens, beter dan iemand anders in de geheele stad, en ik zal het nooit, nooit vergeten. Dikwijls zeg ik tot mijzelven: 'Ik placht al de vliegers en dingen voor de jongens in orde te maken en hen te wijzen waar de beste visch te vangen was en hun pleizier te doen zooveel ik kon, en thans, nu hij in nood is, hebben zij allen den ouden Muff vergeten--allen behalve Tom en Huck. Die vergeten hem niet,' zeg ik, en ik vergeet hen niet. Wel jongens, ik heb een vreeselijke misdaad gepleegd, in mijne dronkenschap,--anders begrijp ik niet, hoe ik het gedaan kon hebben,--en nu moet ik er voor hangen, en dat is maar goed, ja, 't beste wat ze met mij doen kunnen. Doch daar zullen wij niet verder over spreken. Ik wil jelui niet akelig maken, daarvoor ben jelui te goed voor mij geweest! Maar wat ik zeggen wou, is dit: drinkt nooit te veel, en jelui zult nooit hier komen. Ga een beetje dichter bij het raam staan, dan kan ik jelui beter zien; 't is zoo'n troost, vriendelijke gezichten te zien, als men zich zoo diep ellendig voelt,--en ik zie ze hier nooit, behalve die van jelui. Goede, vriendelijke gezichten. Goede, vriendelijke gezichten! Gaat op elkanders rug staan en geef mij de hand; uwe handen kunnen wel door de tralies doch de mijne niet, die zijn te groot. Kleine, teere handjes, die Muff Potters last verlicht hebben en welke, als ze maar konden, dien wel heelemaal zouden wegnemen!"

   Tom went home miserable, and his dreams that night were full of horrors. The next day and the day after, he hung about the courtroom, drawn by an almost irresistible impulse to go in, but forcing himself to stay out. Huck was having the same experience. They studiously avoided each other. Each wandered away, from time to time, but the same dismal fascination always brought them back presently. Tom kept his ears open when idlers sauntered out of the courtroom, but invariably heard distressing news--the toils were closing more and more relentlessly around poor Potter. At the end of the second day the village talk was to the effect that Injun Joe's evidence stood firm and unshaken, and that there was not the slightest question as to what the jury's verdict would be.

   Tom ging dien avond diep rampzalig naar huis en werd den ganschen nacht door afgrijselijke droomen gekweld. De twee volgende dagen was hij al vroeger op straat en en bleef hij om de zaal van het gerechtshof heen zweven, naar welk gebouw hij onwederstaanbaar gedreven werd, ofschoon hij al zijne krachten inspande om zich te dwingen er vandaan te blijven. Huck ondervond hetzelfde en de beide knapen vermeden elkander opzettelijk. Soms liepen zij voor een oogenblik weg, doch dezelfde vreeselijke betoovering dreef hen altijd weder naar het gebouw terug. Telkens spitste Tom de ooren, wanneer er een leeglooper de zaal in- of uitslenterde, doch hij hoorde onveranderlijk treurig nieuws; het net werd hoe langer hoe dichter om den armen Potter toegehaald. Aan den avond van den tweeden dag liep in het stadje het gerucht dat het feit door Injun Joe's verklaring volkomen was bewezen en dat er geen twijfel meer bestond omtrent de uitspraak der jury.

   Tom was out late, that night, and came to bed through the window. He was in a tremendous state of excitement. It was hours before he got to sleep. All the village flocked to the courthouse the next morning, for this was to be the great day. Both sexes were about equally represented in the packed audience. After a long wait the jury filed in and took their places; shortly afterward, Potter, pale and haggard, timid and hopeless, was brought in, with chains upon him, and seated where all the curious eyes could stare at him; no less conspicuous was Injun Joe, stolid as ever. There was another pause, and then the judge arrived and the sheriff proclaimed the opening of the court. The usual whisperings among the lawyers and gathering together of papers followed. These details and accompanying delays worked up an atmosphere of preparation that was as impressive as it was fascinating.

   Tom kwam laat in den avond tehuis en klom door het venster in zijne slaapkamer. Hij was in een staat van vreeselijke opgewondenheid en uren verliepen, eer hij den slaap kon vatten. Den volgenden morgen liep de gansche stad uit naar het Hof, want dit was de groote dag. De beide geslachten waren gelijkelijk in dit zich opeenhoopend publiek vertegenwoordigd. Na lang op zich te hebben laten wachten, kwam de jury binnen en nam haar zetels in. Kort daarop werd Potter geboeid binnengebracht. Hij zag er bleek en ontdaan uit en werd zoo geplaatst, dat al de nieuwsgierige oogen hem konden zien. Niet minder viel Injun Joe in 't oog, verstaald als altijd. Na eene kleine pauze kwam de voorzitter binnen en de sherif verklaarde de zitting voor geopend. Daarop volgde het gewone gefluister onder de leden der balie en het bijeenverzamelen der stukken. Deze bijzonderheden en het haar vergezellend oponthoud brachten niet weinig bij om het indrukwekkende dezer bijeenkomst te verhoogen en de vergadering in de grootste spanning te brengen.

   Now a witness was called who testified that he found Muff Potter washing in the brook, at an early hour of the morning that the murder was discovered, and that he immediately sneaked away. After some further questioning, counsel for the prosecution said:

   Nu werd er een getuige voorgeroepen die verklaarde, dat hij Muff Potter in den vroegen morgen van den dag, waarop de moord ontdekt was, zich in een beek had zien wasschen en onmiddellijk daarop door het kreupelhout wegsluipen. Nadat dien getuige enkele vragen gedaan waren, zeide de openbare aanklager;

   "Take the witness."

   "Hebt gij den getuige nog verder iets te vragen?"

   The prisoner raised his eyes for a moment, but dropped them again when his own counsel said:

   De gevangene hief een oogenblik de oogen op, doch sloeg ze terstond weder neer, toen zijn verdediger zeide:

   "I have no questions to ask him."

   "Ik heb hem geene vragen te doen."

   The next witness proved the finding of the knife near the corpse. Counsel for the prosecution said:

   De volgende getuige deelde mede, dat er een mes bij het lijk gevonden was. Op de vraag, of hij dezen ook iets te vragen had, antwoordde de advocaat van Potter:

   "Take the witness."

   "I have no questions to ask him," Potter's lawyer replied.

   "Ik heb ook dezen niets te vragen."

   A third witness swore he had often seen the knife in Potter's possession.

   "Take the witness."

   Counsel for Potter declined to question him. The faces of the audience began to betray annoyance. Did this attorney mean to throw away his client's life without an effort?

   Het publiek begon teekenen van ontevredenheid te geven.--Was deze advocaat van plan zijn cliënt het leven te doen verliezen, zonder een enkele poging te wagen om hem te redden?

   Several witnesses deposed concerning Potter's guilty behavior when brought to the scene of the murder. They were allowed to leave the stand without being cross-questioned.

   Verscheidene getuigen legden verklaringen af omtrent de schuld verradende houding van Potter, toen hij op de plaats waar de moord gepleegd was, gebracht werd. Zij mochten allen aftrekken zonder kruisvragen te ondergaan.

   Every detail of the damaging circumstances that occurred in the graveyard upon that morning which all present remembered so well was brought out by credible witnesses, but none of them were cross-examined by Potter's lawyer. The perplexity and dissatisfaction of the house expressed itself in murmurs and provoked a reproof from the bench. Counsel for the prosecution now said:

   Al de bezwarende omstandigheden, welke in dien morgen op het kerkhof hadden plaats gegrepen en die de aanwezigen zich zoo goed wisten te herinneren, werden door geloofwaardige getuigen gestaafd, maar tot geen hunner werd door Potters verdediger een vraag gericht. De verslagenheid en ontevredenheid van het publiek uitte zich in een dof gemompel en gaf aanleiding tot eene berisping van de zijde van den voorzitter. De woordvoerder voor de beschuldiging zeide daarop:

   "By the oaths of citizens whose simple word is above suspicion, we have fastened this awful crime, beyond all possibility of question, upon the unhappy prisoner at the bar. We rest our case here."

   Door de beëedigde getuigenissen van burgers, wier geloofwaardigheid boven alle verdenking verheven is, hebben wij het onweerlegbaar bewijs geleverd, dat de ongelukkige gevangene, die in gindsche bank gezeten is, het vreeselijk misdrijf heeft bedreven. Onze taak is hiermede geëindigd.

   A groan escaped from poor Potter, and he put his face in his hands and rocked his body softly to and fro, while a painful silence reigned in the courtroom. Many men were moved, and many women's compassion testified itself in tears. Counsel for the defence rose and said:

   Een kreet ontsnapte den armen Potter en hij sloeg zijne handen voor het gelaat en bewoog zich onrustig op zijne plaats, terwijl er in de gerechtszaal een pijnlijk stilzwijgen heerschte. Vele mannen waren bewogen en menige vrouw gaf door tranen van medelijden blijk. De verdediger stond op en sprak:

   "Your honor, in our remarks at the opening of this trial, we foreshadowed our purpose to prove that our client did this fearful deed while under the influence of a blind and irresponsible delirium produced by drink. We have changed our mind. We shall not offer that plea." [Then to the clerk:] "Call Thomas Sawyer!"

   "Mijnheer de Voorzitter! Toen wij bij het begin der behandeling van dit geding ons enkele aanmerkingen over de zaak veroorloofden, hebben wij gezegd, dat wij zouden trachten aan te toonen, dat onze cliënt bij het plegen dezer ontzettende daad handelde in een toestand van waanzin, ontstaan uit misbruik van sterken drank, die zijne aansprakelijkheid uitsloot. Wij zijn op dat voornemen teruggekomen; die verdediging zullen wij niet voeren." (En toen tot den deurwaarder) "Roep Thomas Sawyer."

   A puzzled amazement awoke in every face in the house, not even excepting Potter's. Every eye fastened itself with wondering interest upon Tom as he rose and took his place upon the stand. The boy looked wild enough, for he was badly scared. The oath was administered.

   De grootste verbazing teekende zich op ieders gelaat, dat van Potter niet uitgezonderd. Aller oogen wendden zich vol bevreemding en belangstelling op Tom, toen deze opstond en in het getuigenbankje plaats nam. De knaap zag er bleek en doodelijk verschrikt uit. De eed werd hem afgenomen.

   "Thomas Sawyer, where were you on the seventeenth of June, about the hour of midnight?"

   "Tom Sawyer, waar zijt gij den zeventienden Juni, omstreeks middernacht geweest?"

   Tom glanced at Injun Joe's iron face and his tongue failed him. The audience listened breathless, but the words refused to come. After a few moments, however, the boy got a little of his strength back, and managed to put enough of it into his voice to make part of the house hear:

   Tom keek naar het verstaalde gezicht van Injun Joe en zijne tong weigerde hare diensten. Het publiek luisterde met ingehouden adem, doch de woorden wilden niet komen. Na een paar minuten echter kwam de ontstelde knaap eenigermate tot zich zelven en trachtte hij zijne stem te verheffen, om zich door de aanwezigen te doen verstaan en zeide:

   "In the graveyard!"

   "Op het kerkhof!"

   "A little bit louder, please. Don't be afraid. You were--"

   "Een weinig luider, als 't u belieft. Wees niet bang.--Gij waart....?"

   "In the graveyard."

   "Op het kerkhof!"

   A contemptuous smile flitted across Injun Joe's face.

   Eene minachtende glimlach speelde om de lippen van Injun Joe.

   "Were you anywhere near Horse Williams' grave?"

   "Waart gij in de nabijheid van het graf van Hoss Williams?"

   "Yes, sir."

   "Ja, mijnheer."

   "Speak up--just a trifle louder. How near were you?"

   "Spreek nog iets luider. Hoe dicht waart ge er bij?"

   "Near as I am to you."

   "Zoo dicht, als ik thans bij u sta."

   "Were you hidden, or not?"

   "Hieldt gij u verborgen of niet?"

   "I was hid."

   "Verborgen, mijnheer."

   "Where?"

   "Waar?"

   "Behind the elms that's on the edge of the grave."

   "Achter de olmboomen, aan den rand van het graf."

   Injun Joe gave a barely perceptible start.

   Injun Joe deinsde onwillekeurig achteruit.

   "Any one with you?"

   "Hadt gij niemand bij u?"

   "Yes, sir. I went there with--"

   "Ja, mijnheer. Ik was daar met..."

   "Wait--wait a moment. Never mind mentioning your companion's name. We will produce him at the proper time. Did you carry anything there with you."

   "Wacht, wacht een oogenblik. Gij behoeft den naam van uw makker niet te noemen. Wij zullen hem te zijner tijd voorbrengen. Hadt gij iets bij u?"

   Tom hesitated and looked confused.

   Tom aarzelde en keek verlegen voor zich.

   "Speak out, my boy--don't be diffident. The truth is always respectable. What did you take there?"

   "Spreek vrij uit, mijn jongen;--wees niet bedeesd. 't Is altijd braaf on de waarheid te spreken. Wat hebt gij mede naar het kerkhof genomen?"

   "Only a--a--dead cat."

   "Niets dan een--een doode kat!"

   There was a ripple of mirth, which the court checked.

   Voor een oogenblik verhief zich zulk een luid glimlach onder de menigte, dat de voorzitter den hamer moest gebruiken.

   "We will produce the skeleton of that cat. Now, my boy, tell us everything that occurred--tell it in your own way--don't skip anything, and don't be afraid."

   "Nu, mijn jongen, vertel ons al wat er is voorgevallen. Zeg het in uw eigen taal;--sla niets over en wees niet bang."

   Tom began--hesitatingly at first, but as he warmed to his subject his words flowed more and more easily; in a little while every sound ceased but his own voice; every eye fixed itself upon him; with parted lips and bated breath the audience hung upon his words, taking no note of time, rapt in the ghastly fascinations of the tale. The strain upon pent emotion reached its climax when the boy said:

   Tom begon. Eerst aarzelend, doch naarmate hij zich warmer over het onderwerp maakte, vloeiden zijne woorden met grooter gemak, en het duurde niet lang of er werd geen geluid gehoord dan dat van zijne stem. Aller oogen waren op hem gericht en met open mond en ingehouden adem hing het publiek aan zijne lippen, ontzet door het verhaal van de afgrijselijke geschiedenis. De hooggespannen aandacht bereikte haar toppunt, toen de jongen zeide:

   "--and as the doctor fetched the board around and Muff Potter fell, Injun Joe jumped with the knife and--"

   "En toen de dokter de plank opnam en Muff Potter viel, sprong Injun Joe met het mes op hem toe en...."

   Crash! Quick as lightning the halfbreed sprang for a window, tore his way through all opposers, and was gone!

   Krak! Sneller dan de bliksem vloog de kleurling door een raam, duwde allen die hem trachten tegen te houden terug en was verdwenen.