Den volgenden dag, tegen twaalf uren, stonden de knapen bij den dooden boom om hun gereedschap te halen. Tom brandde van verlangen om naar het spookhuis te gaan. Huck was minder opgewonden en zeide:
L'endemà, pels volts de migdia, els minyons arribaren a l'arbre mort, i anaven a cercar llurs eines. Tom es migrava per anar a la casa on sortia por; i Huck també bastant, però de cop i volta digué:
"Zeg eens, Tom: weet jij wat dag het is?"
-Escolteu, Tom: sabeu quín dia és?
Tom doorliep in gedachten de dagen der week en hief toen verschrikt de oogen op.
Tom reconegué mentalment els dies de la setmana, i després alçà cuitosament els ulls, amb una mirada espaordida.
"Hemel, ik heb er in 't geheel niet aan gedacht, Huck."
-Manoi! No hi havia pensat, Huck!
"Ik ook niet, maar op eens schoot het mij te binnen, dat het wel Vrijdag kon zijn."
-Bé, jo tampoc; però de sobte se m'ha acudit que era divendres.
"Bewaar me; een mensch kan niet te voorzichtig wezen. Wij konden er wel eens inloopen, door zoo iets op Vrijdag aan te vangen."
-Diastre! Mai no es té prou esment, Huck. Hauríem pogut ficar-nos en un trencacoll paorós, sorollant aquesta casa en divendres.
"Konden! Zeg liever zouden. Er zijn misschien geluksdagen, maar Vrijdag is er geen."
-Pogut!... Digueu que ens hi hauríem ficat. Hi ha alguns dies sortosos, potser; però el divendres no n'és pas.
"Dat weet elke gek. Ik geloof niet, dat jij de eerste bent, die dat uitgevonden hebt, Huck."
-Fins els més ximples ho saben. No em penso que vós fóssiu el primer que ho esbrinés, Huck.
"Nu, ik heb niet gezegd dat ik het was, heb ik wel? En het is niet alleen omdat het Vrijdag is; ik heb van nacht akelig gedroomd ook,--van ratten."
-Bé, mai no he dit que ho fos, em sembla. I encara hi ha més cosa, que això del divendres. He tingut un mal somni de la reira, aquesta nit passada: he somniat rates.
"'t Is toch niet waar? Een zeker teeken van naderend onheil! Vochten zij?"
-Sí? Senyal segur de trontoll. Que es barallaven?
"Neen."
-No.
"Dat is tenminste nog een zegen, Huck. Wanneer zij niet vechten, is het alléén maar een teeken dat er een onheil kan komen. We behoeven dus niets te doen dan scherp toe te kijken en ons niet in gevaar te begeven. Wij zullen het graven vandaag maar laten en liever gaan spelen. Ken je Robin Hood, Huck?"
-Bé, això és una bona cosa, Huck. Quan no es barallen, només és senyal que el trontoll roda a la vora: sabeu? No podem fer altra cosa que l'ull viu i no deixar-nos arreplegar. Bé, deixem aquest ram, per avui, i juguem. Sabeu jugar a Robin Hood, Huck?
"Neen, Wie is Robin Hood?"
-No. Quí és Robin Hood?
"Wel, hij was een van de grootste mannen van Engeland en van de beste ook. Hij was een roover."
-Ves, va ésser un dels homes més grans que mai hi hagi hagut a Anglaterra, i el millor. Era un lladre.
"Heerejé, ik wou dat ik hem was. En wat heeft hij gekaapt?"
-Renoi! Em plauria de ser-ne. A quí robava?
"Alleen maar bisschoppen en rijke lui en koningen en zulk volk. Maar hij plaagde de arme lui nooit. Hij had ze lief en deelde alles eerlijk met hen."
-Només que a xerifs i bisbes, i gent rica i reis, i aviram així. Però mai no atropellava els pobres. Els estimava. Sempre es partia les coses amb ells: tant tu, tant jo.
"Zoo, dan moet hij een beste kerel geweest zijn!"
-Bé, devia ésser una bella persona.
"Waarachtig was hij dat, Huck. Hij was de grootmoedigste man, die ooit heeft bestaan. Je hebt tegenwoordig zulke lui niet meer, daar ben ik zeker van. Hij kon, met zijne handen achter zijn rug gebonden, elken Engelschman afranselen, en met zijn boog van taxishout, op anderhalve mijl afstand, een stuivertje doorboren, zonder ooit te missen."
-Ja us jugo qualsevol cosa que sí, Huck. Oh! Era l'home més noble que mai s'hagi conegut. D'homes així no n'hi ha, avui en dia: jo ho sé bé prou. Podia apallissar qualsevol home d'Anglaterra amb una mà fermada al seu darrera, i podia agafar el seu arc de teix i encertar una peça de deu cèntims cada vegada, a una milla i mitja.
"Wat is een boog van taxishout?"
-Què és, un arc de teix?
"Dat weet ik niet. 't Is een boog, dat is zeker. En als hij het geldstuk een enkelen keer aan den kant raakte, dan raasde en tierde hij als een kind.--Kom laten wij Robin Hood spelen; 't is een prettig spel. Ik zal het je leeren."
-No ho sé. És una mena d'arc, naturalment. I, si encertava la moneda només que de caire, es tirava a terra, i cridava i renegava. Però juguem a Robin Hood: és un joc enfaristolat.
-Fet.
Ze speelden den geheelen middag Robin Hood, terwijl zij nu en dan een verlangenden blik op het spookhuis wierpen en spraken over de plannen en vooruitzichten voor den volgenden dag. Toen de zon in het westen onderging, wandelden zij langs de breede schaduwen der boomen naar huis en waren in de bosschen van Cardiff Hill spoedig uit het gezicht verdwenen.
Així, doncs, jugaren a Robin Hood tota la tarda, dant ara i adés una ullada cobejosa a la casa on sortia por, i deixant anar alguna dita sobre les esperances i possibilitats del dia següent en aquell indret. Quan el sol començava d'enfonsar-se a ponent, emprengueren llur camí cap a casa, a través de les llargues ombres dels arbres, i aviat desaparegueren de l'esguard sota els boscos de Cardiff Hill.
Zaterdagmiddag waren de knapen weder bij den dooden boom. Eerst zaten zij in de schaduw een poosje te rooken en te babbelen en gingen toen het gemaakte gat weder opgraven. Zij deden dat, niet omdat zij groote verwachtingen hadden, maar alleen omdat Tom gezegd had, dat het dikwijls gebeurd was, dat menschen, toen zij den schat tot op een duim na bereikt hadden, het opgegeven hadden, en dat er toen anderen gekomen waren, die met één stoot van de spade hem te voorschijn hadden gehaald. Hun streven mislukte echter ditmaal en ze namen daarom hun gereedschap maar weder op en gingen heen, niet met de gedachte dat zij met de fortuin een loopje hadden genomen, maar in de overtuiging dat zij aan alle voorwaarden, aan het delven naar schatten verbonden, hadden voldaan.
El dissabte, poc després de migdia, els minyons eren a l'arbre mort, altra vegada. Fumaren i parlotejaren a l'ombra, i després cavaren una mica en llur darrer forat, no pas amb gran esperança, sinó solament perquè Tom digué que hi havia molts de casos que la gent havia deixat córrer un tresor després de haver foradat fins a una distància de sis polzades de on era, i després havia vingut algú altre i l'havia descobert d'una palada, només. La cosa no va reeixir, tanmateix, aquesta vegada. Així és que els nois es posaren les eines a l'espatlla i se n'anaren, comprenent que no havien pas beneitejat amb la fortuna, sinó que havien complert tots els reglaments del negoci de descolgar tresors.
Toen zij het spookhuis naderden, was er iets zoo akeligs en huiveringwekkends in de doodelijke stilte onder de brandende zon en iets zoo neerdrukkends in de eenzame, verlatene plaats, dat zij een oogenblik bang waren om binnen te gaan. Zij kropen naar de deur en keken bevend door een reetje. Zij zagen een met onkruid begroeide, van vloer beroofde kamer, zonder behangsel, met een ouderwetsche haardstede, vensters zonder gordijnen en een bouwvallige trap, en overal flarden van spinnewebben. Toen traden zij met versnelden polsslag, fluisterende stem, gretige ooren en gezwollen spieren binnen, gereed om desnoods onmiddellijk weder den aftocht te blazen.
Quan arribaren a la casa on sortia por, hi havia quelcom de tan sobrenatural i ferest en el silenci de mort que regnava sota el sol estavellador, i quelcom de tan depriment en la solitud i desolació de l'indret, que tingueren temença, per un moment, d'arriscar-s'hi. Lliscaren cap a la porta i donaren un tremolós cop d'ull. Veieren una cambra amb herbotes, sense paviment, escrostonada; una llar desfeta, finestres buides, una escala ruïnosa; i per ací, per allà i per tot arreu penjaven parracs d'abandonades teranyines. Aviat entraren blanament, amb els polsos accelerats, enraonant en murmuris, parades les orelles per a atrapar la fressa més lleu, i amb els muscles tensos i endegats per a la retirada immediata.
Een oogenblikje later, toen hun blik aan de huiveringwekkende omgeving was gewend, verminderde hun angst en namen zij de plaats nauwkeuriger op, vol verbazing en verwondering over hun eigen stoutmoedigheid. Daarop wilden zij boven een kijkje nemen. 't Had iets van zich den terugweg af te snijden, maar zij zagen elkander met moedige blikken aan en kwamen tot een kloek besluit om hun gereedschap in een hoek te werpen en de trap te beklimmen. Boven vertoonden zich dezelfde teekenen van verval. In een donkeren hoek vonden zij een kabinetje, dat iets geheimzinnigs beloofde; doch die belofte bleek ijdel te zijn, want het was ledig. Zij hadden thans moed verzameld en waren gereed hunne onderneming door te zetten. Juist toen zij naar beneden wilden stappen om aan het werk te gaan, zeide Tom:
Al cap de poca estona la familiaritat modificà llur temença, i aquesta cedí el lloc a un examen crític i ple d'interès: sobretot admiraven llur coratge, i se n'estranyaven també. Després volgueren dar una mirada escales amunt. Això equivalia, si fa no fa, a tallar la retirada; però l'un provocava l'altre, i, naturalment, el resultat només pogué ésser un: tiraren les eines a un recó i muntaren. A dalt hi havia els mateixos senyals de decadència. En un cantó trobaren una cambreta que prometia misteri; però la promesa va ésser un frau: no hi havia res a dins. Llur coratge era ja ben refet i ben tangible. Estaven a punt de davallar i posar-se a la tasca, quan:
"Stil!"
-Sst!- digué Tom.
"Wat is er?" fluisterde Huck, bleek van schrik.
-Què passa?- murmurà Huck esblaimant-se de por.
"Stil! Daar! Hoort gij het?"
-Sst! Calleu! No heu sentit?
"Ja, O, heer! Laat ons wegloopen!"
-Sí! Oh! llamp! Apretem a córrer!
"Houd je stil! Beweeg je niet! Zij komen naar de deur toe."
-Quietud! No us bellugueu! Vénen de dret cap al portal.
De jongens gingen plat op den grond liggen en keken door de openingen tusschen de planken, in doodangst afwachtende wat er gebeuren zou.
Els minyons s'estengueren damunt el paviment, amb els ulls ficats en l'espiell de l'embigat, i esperaren amb una anguniosíssima temença.
"Zij houden stil," fluisterden zij eindelijk. "Neen--zij komen! Hier zijn zij! Geen woord meer, Huck. Goede hemel, ik wou dat ik er uit was!"
-S'han aturat... No... vénen... Ja són aquí. No zumzegeu cap més paraula, Huck. En nom de Déu, voldria ser-ne fora, d'aquest pas!
Twee mannen traden binnen. De knapen dachten: "Dit is de oude, doofstomme Spanjaard, die onlangs een paar malen in de stad is geweest, en den anderen man heb ik nooit gezien."
Dos homes entraren. Cada minyó va dir-se, per dins:
-Aquest és el vell espanyol, sord i mut, que ha estat al poble una o dues vegades darrerament: l'altre home mai no l'havíem vist.
De andere was een havelooze bandiet, ongekamd en ongeschoren, met een hoogst ongunstig uiterlijk. De Spanjaard was in eene serape gehuld; hij had zware, witte bakkebaarden, lang wit haar, dat golvend onder zijn hoofddeksel te voorschijn kwam en hij droeg groene ooglappen. Toen zij binnentraden, begon de "andere" heel zacht te spreken. Zij zetten zich op den grond neder, het gelaat naar de deur gekeerd en met den rug tegen den muur, en de "andere" hervatte zijn gesprek. Hij werd iets minder omzichtig in houding en gebaren en zijne woorden werden gaandeweg duidelijker.
L'altre home era un subjecte esparracat, escabellat, sense cap tret a la cara que fos gaire plaent. L'espanyol anava embolcallat en un serape; duia boscoses patilles blanques; cabells blancs, qui-sap lo llargs, eixien sota el seu capell, i portava ulleres verdes. Quan entraren, «l'altre» estava parlant en veu baixa. S'assegueren en terra, confrontant la porta, amb l'esquena contra la paret, i l'orador continuà les seves observacions. El seu estil esdevingué menys reservat, i les seves paraules de so més precís a mesura que les anà dient.
"Neen," zei hij, "ik heb er goed over gedacht en ik heb er geen zin in: het is gevaarlijk."
-No- féu: -m'ho he tornat a pensar, i no em plau. És perillós.
"Gevaarlijk?" gromde de doofstomme Spanjaard, tot verbazing der knapen. "Gevaarlijk, melkbaard?"
-Perillós!- rondinà l'espanyol «sord i mut», amb gran sorpresa dels minyons. -Nyicris!
Deze stem deed de knapen beven en naar adem snakken. Het was die van Injun Joe! Er volgde een oogenblik van stilte, waarop Joe hernam:
Aquella veu va fer que els minyons panteixessin i s'estremissin. Era la de Joe l'Indi! Hi hagué silenci per algun temps. Després Joe digué:
"Wat kan gevaarlijker zijn dan die karwei van daarginds--en er is toch niets van gekomen."
-Hi ha cosa més perillosa, que la feina «d'allí dalt»? i no ha passat res.
"Dat was heel wat anders. Dicht bij de rivier en geen enkel huis in de nabijheid. 't Zal nooit bekend worden, dat wij het beproefd hebben, vooral niet daar het mislukt is."
-És diferent. És tan amunt del riu, i no hi ha cap altra casa a la vora! Mai no serà conegut, que ho haguem provat, tanmateix, mentre no hi reeixim.
"Wel, wat kan gevaarlijker zijn dan over dag hier te komen? Ieder, die ons ziet, kan argwaan krijgen!"
-Bé, quína cosa més perillosa, que el venir aquí de dia? Qualsevol que ens veiés sospitaria de nosaltres.
"Dat weet ik, maar er was geen andere plaats geschikt na die malle karwei. Ik hunker er naar dit hol te verlaten. Ik wou gisteren al gaan, maar er was geen denken aan zich buiten te wagen, met die helsche jongens, die bij den heuvel speelden."
-Ja ho sé; però no hi havia cap altre indret tan a l'abast, després d'aquella feina tan folla. Vull deixar córrer aquesta cabana. Ja ho volia ahir, però era endebades de mirar d'eixir-ne, amb aquells nois del diable jugant aquí damunt, al turó, veient de ple a ple aquest indret.
De "helsche jongens" beefden bij dit gezegde en dachten hoe gelukkig het was, dat zij zich herinnerd hadden dat het Vrijdag was en dat zij tot het besluit waren gekomen een dag te wachten. Zij wenschten in hun hart, dat zij het een jaar hadden uitgesteld.
«Aquells nois del dimoni» s'estremiren de bell nou sota la inspiració d'aquesta nova, i pensaren si n'havia estat, de sortós, que s'haguessin recordat que era divendres i s'haguessin determinat a esperar un dia. En llur cor desitjaven d'haver-se determinat a esperar un any.
De twee mannen haalden eenig voedsel voor den dag en begonnen te eten. Na eenige oogenblikken van stilzwijgen zeide Injun Joe:
Els dos homes es tragueren alguns queviures i feren un dinaret. Després d'un llarg i pensívol silenci, digué Joe l'Indi:
"Kijk eens, jongen: ga jij naar de rivier, waar je behoort, wacht daar totdat je van mij hoort. Ik zal het er op wagen nog wat hier in de stad te blijven om den boel op te nemen. Wij zullen dat gevaarlijke karweitje ondernemen, als ik alles goed bespionneerd en bemerkt heb dat de kansen goed staan. En dan naar Texas. Wij zullen eerlijk samen deelen."
-Mireu, mestre: torneu riu amunt, d'on veniu. Espereu-vos allí fins a saber noves meves. Jo en passaré el risc, de deixar-me caure al poble una vegada més. Farem aquesta feina «perillosa» després que hagi espiat una mica els encontorns, i penseu que les coses no semblen pas de mal averany. I després cap a Texas! Pisparem el diner!
De andere was met dit plan tevreden. Onderwijl raakten de beide mannen aan het gapen en Injun Joe zeide:
Això era enraonar. Al cap de poca estona tots dos començaren a fer badalls, i Joe l'Indi va dir:
"Ik ben dood van den slaap! 't Is jouw beurt om te waken."
-M'estic morint de son! Us toca a vós de vetllar.
En hij rolde zich in het onkruid en begon te snorken. Zijn metgezel stootte hem een paar malen aan en hij werd rustig. Daarop begon de waker te knikkebollen; zijn hoofd zonk lager en lager en beiden hieven thans een duo van snorken aan.
Es cargolà en terra, entre les herbotes, i aviat es posà a roncar. Son companyò el bellugà una o dues vegades, i ell va romandre quiet. Aviat el que vetllava començà de pesar figues; sa testa queia més i més avall. Començaren de roncar tots dos.
De knapen haalden dankbaar adem. Tom fluisterde:
Els minyons exhalaren una llarga alenada agraïda. Tom murmurà:
"Nu de kans waarnemen, kom!"
-Aquesta és la nostra: veniu!
Huck zeide:
Huck digué:
"Ik kan het niet doen;--Ik zou sterven, indien zij ontwaakten."
-No puc: si es despertessin em moriria.
Tom smeekte en Huck bleef weigeren. Eindelijk stond Tom zachtjes op on alleen te vertrekken. De eerste stap echter, dien hij deed, veroorzaakte zulk een afschuwelijk gekraak in den vloer, dat hij bijna dood van schrik nederviel. Hij waagde geen tweede poging. De knapen telden de traag verloopende oogenblikken, totdat het hun was alsof de tijd was geëindigd en de sombere eeuwigheid een aanvang had genomen. Eindelijk bemerkten zij tot hun vreugde dat de zon onderging.
Tom empenyia; Huck reculava. A la fi, Tom s'aixecà a pleret i de puntetes, i avançà tot sol. Però la seva primera passa féu un cruixit tan horrible en el paviment atrotinat, que caigué enrera gairebé mort de por. No va fer una segona provatura. Els minyons romanien allí tot comptant els moments cançonejadors, fins que els semblà que el temps ja no existia i l'eternitat criava cabells blancs; i en acabat sentiren el cor ple de gratitud en reparar que a la fi es ponia el sol.
Nu hield het gesnork van een der mannen op. Injun Joe richtte zich op, zag rond, keek boosaardig glimlachend naar zijn metgezel, stootte hem met zijn voet aan en zeide:
Aleshores un dels roncaires callà. Joe l'Indi va redreçar-se, mirà a son volt, somrigué horriblement al seu companyó, la testa del qual anava caient damunt els genolls, el remogué amb el peu, i digué:
"Hoor eens! jij bent een goede waker, dat ben je. Nu, er is toch niets gebeurd."
-Ep! Esteu en vetlla: oi?
-Oh! bé... No ha passat res...
"Niet? Heb je geslapen?"
-Malvinatge! He dormit gaire, jo?
"Och, zoo wat gesluimerd. 't Is haast tijd voor ons om op te rukken, kameraad. Wat zullen wij doen met den kleinen buit, waarvan wij ons meester gemaakt hebben?"
-Oh! D'aquella manera, d'aquella manera. Gairebé és hora que ens n'anem, company. Què en farem, d'aquella afanadeta que hem deixat a l'ombra?
"Ik weet het niet. Hier laten zooals wij altijd doen. Wij hebben haar niet noodig, voordat wij naar het zuiden gaan. Zeshonderd vijftig in zilveren munt is een last!"
-No ho sé: deixar-ho aquí com sempre hem tingut per costum, em penso. No en faríem res, d'endur-nos-ho, fins que ens n'anem cap al Sud. Sis cents cinquanta dòlars d'argent no es traginen així com així.
"Nu, goed dan. Maar dan behoeven wij hier ook niet terug te komen."
-Bé, molt bé: tan se val que tornem demà.
"Zou je denken? Wel, ik geloof dat het veilig is hier de nachten door te brengen, zooals gewoonlijk; ja, dat is beter."
-Però val més que tornem de nit, com solíem fer: és millor.
"Ja, maar, kijk eens: het kan nog wel lang duren eer wij eene goede gelegenheid hebben voor dat andere karweitje;--er kan iets tusschenbeide komen en het is niet zoo'n heel veilige plaats. Wij zullen den buit liever begraven, en diep ook."
-Sí, però mireu: pot passar una bella estona abans que trobi la bona avinentesa d'aquesta feina, pot haver-hi accidents; i la cosa no està en gaire bon lloc: tant se val que l'enterrem ben enterrada... i ben endins.
"Dat is een goede inval," zeide zijn kameraad en liep naar het andere eind der kamer, knielde voor den haard neder en haalde tusschen de steenen een zak te voorschijn, die een liefelijk geklingel deed hooren. Hij nam er twintig of dertig dollars uit voor zich zelven en even zooveel voor Injun Joe en reikte den zak toen aan den laatste over, die in een hoek van het vertrek op zijne knieën zat en bezig was met zijn snoeimes een gat te graven.
-Bona idea- digué el companyó, que creuà la cambra, s'agenollà, alçà una de les pedres de la llar, de la part del darrera, i tragué un sac que dringava gustosament. En llevà vint o trenta dòlars per a ell i altres tants per a Joe l'Indi. I va passar-li el sac. Joe estava agenollat al recó, ara, cavant amb el seu ganivet de caça.
In een oogenblik vergaten de knapen hun vrees en hunne ellende. Met fonkelende oogen sloegen zij elke beweging gade. 't Was een onmetelijke schat! Zeshonderd dollars!--geld genoeg om een half dozijn jongens rijk te maken. Hier bood zich eene gelegenheid tot het graven van schatten aan onder de gelukkigste voorteekenen. Hier was geene kwellende onzekerheid omtrent de plek waar gegraven moest worden. Zij stootten elkander gedurig aan,--met gebaren, die zeggen wilden: "O, zijt gij niet blijde, dat wij hier zijn?"
Els minyons, en un moment, oblidaren totes llurs temences, totes llurs misèries. Amb ulls cobejosos espiaven cada moviment. Quína ganga! Aquell esclat anava més enllà de tota imaginació. Sis cents dòlars era diner abastament per a enriquir mitja dotzena de minyons! Això era cercar tresors sota els millors auspicis: no hi hauria cap enutjosa incertesa d'on caldria cavar. Es tocaven amb els colzes a cada instant; colzades eloqüents i fàcilment capides, perquè volien dir, senzillament: -Oh! No n'esteu satisfet, ara, que siguem aquí!
Onder het graven stootte Joe's mes op een hard voorwerp.
El ganivet de Joe topà amb alguna cosa.
"Heila!"
-Ei!- digué.
"Wat is het?" vroeg zijn kameraad.
-Què hi ha?- féu son companyó.
"Een half verrotte plank,--neen, het is een kist, geloof ik. Kom, help een handje en wij zullen zien wat het is. Pas op, ik heb er een gat in gestooten."
-Una fusta mig podrida... No, és una caixa, em penso. Vejam, ajudeu-me una mica, i veurem què hi fa, aquí dins. No cal: ja he fet forat.
Hij reikte hem de behulpzame hand en zij trokken het voorwerp naar boven.
I ficà la mà i la'n va treure.
"Man, het is geld!"
-Diantre! És diner!
De beide mannen haalden een handvol klinkende munt voor den dag. Het waren goudstukken. De jongens boven hun hoofd waren even opgewonden en verrukt als zij.
Els dos homes examinaren el grapat de monedes: eren d'or. Els minyons de dalt estaven tan excitats i tan delectats com ells mateixos.
Joe's kameraad zeide:
El companyó de Joe digué:
"We zullen eens gauw zien hoeveel er in zit. Wacht, ik heb in een hoek onder den schoorsteen een roestige bijl onder het onkruid zien liggen."
-Hem d'enllestir-ho, això. Hi ha un vell magall rovellat entre les herbes del recó, a l'altra banda de la llar: l'he vist fa un moment.
Hij liep weg en haalde de bijl en spade der knapen. Injun Joe nam de bijl op, bekeek haar nauwkeurig, schudde het hoofd, mompelde iets tusschen zijne tanden en ging er toen mede aan het werk. De kist was spoedig opgedolven. Zij was niet zeer groot, met ijzer beslagen en moest zeer sterk geweest zijn, voordat de tijd haar beschadigd had. De mannen beschouwden den schat een poos onder zalig stilzwijgen.
Corregué i portà el magall i la pala dels minyons. Joe l'Indi agafà el magall, l'examinà críticament, mogué el cap, murmurà alguna cosa per a sí mateix, i després començà de servir-se'n. Aviat fou descolgada la caixa. No era molt gran. Era fermada amb ferros, i havia estat molt forta abans que les lentes anyades l'haguessin malmesa. Els homes contemplaren una estona el tresor amb benaurat silenci.
"Kameraad, er zitten duizend dollars in!" zeide Injun Joe.
-Company, hi ha milers de dòlars, aquí- digué Joe l'Indi.
"Zij zeggen, dat de rooverbende van Murrel hier een zomer heeft rondgezworven," merkte de vreemdeling op.
-Sempre s'havia dit que la colla de Murrel havia voltat per aquests indrets a l'istiu- observà l'estranger.
"Dat weet ik wel," zeide Injun Joe, "en nu ik dit zie, geloof ik het bepaald."
-Ja ho sé- digué Joe l'Indi; -i això sembla ser-ne, jo diria.
"Nu behoeven wij die andere karwei immers niet te doen," zeide de ander.
-Ara no us caldrà de fer aquella feina.
De kleurling fronste het voorhoofd en zeide:
El mestís arrufà el nas. Digué:
"Je kent me niet, of je weet niet van die zaak. 't Is niet om te stelen,--maar om wraak te nemen!" En er flikkerde een boosaardig licht in zijne oogen. "Ik heb je hulp er bij noodig. Zoodra het geschied is, gaan wij naar Texas. Ga jij maar naar huis, naar je wijf en je kinderen, en wacht totdat je van mij hoort."
-No em coneixeu. O almenys no sabeu tot el que hi ha, en aquest afer. No és solament robar: és la revenja!- I una llum perversa flamejà en sos ulls. -Hi necessitaré el vostre ajut. Quan la cosa estigui llesta, cap a Texas. Torneu-vos-en a casa, vora la vostra Nance i els vostres cadells, i estigueu a punt fins a sentir noves meves.
"Nu, als je het zegt, zal ik het doen. Wat zullen wij met deze kist uitvoeren? Haar weder begraven?"
-Bé està, si voleu. Què en farem d'això?... Tornar a colgar-ho?...
"Ja!" (Een inwendig gejuich op de bovenverdieping). "Neen, bij den grooten Sachem, neen!" (Een diepe neerslachtigheid boven.) "Ik had het haast vergeten: op die bijl zit versche aarde." (De knapen beefden van schrik). "Wat doen hier een bijl en een spade? Hoe zit er versche aarde aan? Wie heeft die hier gebracht, en waar zijn zij heengegaan? Heb je niemand gehoord of gezien?--Wat! die kist weer begraven en permissie geven om hier te komen, on te zien dat de vloer omgewoeld is? Dat nu niet bepaald!--niet bepaald! Wij zullen de kist medenemen naar mijn hol!"
-Sí.- (Folla delectança al pis de dalt!) -No! Pel gran cacic, no!- (Pregona desolació al pis de dalt!) -Gairebé me n'havia oblidat. Aquest magall tenia terra fresca!- (Els minyons emmalaltiren de terror en un moment.) -Què hi vénen a fer, aquí, un magall i una pala? Què hi vénen a fer, amb terra fresca? Qui els ha portats... i per què se n'han anat? Heu sentit algú? Heu vist algú? Còm s'entén! Colgar-ho altra vegada, i que ells vinguessin i lluquessin el sòl remogut? Res d'això, res d'això. M'ho emportaré a mon cau.
"Dat is goed. Jammer dat wij dit niet eerder bedacht hebben. Gij meent numero één?"
-Sí, és clar! Podríem haver-hi pensat abans. Voleu dir el Número 1?
"Neen," "numero twee,"--onder het kruis. De andere plaats is te slecht en te gemeen."
-No: el Número 2, sota la creu. L'altra banda no és bona: es massa corrent.
"Goed; 't is bijna donker genoeg om te vertrekken."
-Molt bé. Gairebé és prou de nit perquè sortim.
Injun Joe stond op, ging van het eene raam naar het andere en zag voorzichtig naar buiten. Daarop zeide hij:
Joe l'Indi s'aixecà i anà de finestra a finestra, sotjant cautelosament enfora. Al cap de poc digué:
"Wie zou dit gereedschap hier gebracht hebben? Denk je, dat ze boven kunnen zijn?"
-Quí haurà pogut portar aquestes eines aquí? Us penseu que puguin ser a dalt?
De knapen hielden hun adem in. Injun Joe legde zijne hand op zijn mes, hield een oogenblik besluiteloos stil en stapte toen naar de trap. De knapen dachten aan het kabinetje, maar hun kracht was gebroken. Voetstappen kraakten op de trap.--De vreeselijke toestand, waarin zij zich bevonden, wakkerde de laatste vonk van moed in hun hart nog eens op;--zij waren op het punt om in het kabinetje te springen, toen zij een gekraak van verrot hout hoorden. Injun Joe lag op den grond, onder de brokstukken der vermolmde trap! Hij stond op met een vloek en zijn kameraad zeide:
Els nois restaren amb l'alè embussat. Joe l'Indi es posà la mà al ganivet, s'aturà un moment, indecís, i després es girà cap a l'escala. Els nois pensaren en el recambró, però no tenien forces. Els passos sonaren cruixidors damunt els graons. La tensió intolerable del moment desvetllà l'arrelat coratge dels minyons; i estaven a punt de saltar cap al recambró, quan hi hagué un terrabastall de fustes malmeses, i Joe l'Indi desembarcà en terra entre les deixalles de l'escala esfondrada. S'aixecà amb un esforç, tot renegant, i el seu companyó digué:
"Nu, wat doet er dat toe of er iemand boven is;--laten zij er blijven--wat raakt het! Indien zij naar beneden willen springen en den nek breken--wie belet het hun? Het zal binnen vijftien minuten donker zijn-- en dan kunnen zij ons volgen, indien zij willen; ik ben gereed hen te ontvangen. Ik geloof, dat de lui die deze dingen hier in gesleept hebben, ons hebben gezien en ons voor duivels of spoken of zoo iets hebben gehouden. Ik wed, dat zij nog aan den haal zijn."
-A què ve, ara, tot això? si hi ha algú i son allí dalt, que s'hi estiguin: què se'ns en dóna? Si volen saltar a baix, ara, i fer-se malbé, quí s'hi oposa? D'aquí a quinze minuts serà fosc, i aleshores que ens segueixin, si volen: jo m'hi avinc. A mon juí, el que hagi entaforat aquí aquestes coses ens ha dat una llambregada, i ens ha pres per fantasmes o dimonis, o alguna cosa per l'estil. M'hi jugaria qualsevol cosa, que encara corre.
Joe mompelde eenige onverstaanbare klanken en toen stemde hij met zijn kameraad in, om van het karige daglicht gebruik te maken en te vertrekken. Kort daarna slopen zij in de schemering het huis uit en stapten met hunne kostbare lading naar de rivier.
Joe rondinà una estona, i després convingué amb el seu amic que la llum que quedava havia d'ésser estalviada per ajustar les coses per al comiat. Poc després lliscaren enfora de la casa en l'hora baixa que s'enfosquia, i avançaren envers el riu amb la seva caixa preciosa.
Tom en Huck stonden bevend, maar met een gevoel van verlichting op en staarden hen door de reten tusschen de planken na. Volgen? Neen! Zij waren tevreden, toen zij den vasten bodem weder bereikten en zonder den nek gebroken te hebben, over den heuvel naar huis konden gaan. Zij spraken niet veel, daar zij te zeer verdiept waren in zelfverwijt en woede tegen het noodlot, dat hun de spade en de bijl daar had doen neerzetten. Indien die er niet gestaan hadden, zou Injun Joe nooit argwaan gekoesterd hebben. Hij zou het zilver met het goud daar verborgen hebben, totdat hij aan zijn plan van wraakneming had voldaan. En dan zou hij ondervonden hebben, wat het zegt een schat niet meer te vinden. 't Was een bitter noodlot, dat het gereedschap daar gebracht had.
Tom i Huck s'aixecaren, febles, però alleujats en gran manera, i miraren com aquells se n'anaven, a través de les clivelles que hi havia entre el fustam de la casa. Seguir-los? No pas ells: prou contents estigueren d'arribar de bell nou a terra sense trencar-se el coll, i pendre el tirany del poble que passava damunt el turó. No parlaren gaire: massa encaparrats estaven en odiar-se a sí mateixos, en odiar la mala sort que els havia fet deixar en aquell indret el magall i la pala. Si no hagués estat per això, Joe l'Indi mai no hauria tingut sospites. Hauria amagat l'argent amb l'or, perquè s'esperessin allí fins que la seva revenja hagués estat complerta, i aleshores hauria tingut la dissort de trobar que la moneda s'esqueia no ser-hi. Negra, negra mala ventura la d'haver entrat allí amb eines!
Zij besloten een oog te houden op den Spanjaard, wanneer hij naar de stad zou gaan, om zijne kans voor zijn wraakzuchtig plan waar te nemen en namen zich voor "numero twee" op te sporen, waar het ook zijn mocht. Op eens schoot Tom eene vreeselijke gedachte door de ziel.
Resolgueren sotjar amb ull atent aquell espanyol quan tornés al poble, espiant les avinenteses de sa feina venjativa, i seguir-lo fins al Número 2, onsevulla que es trobés. En acabat, una idea terrorífica passà per la ment de Tom:
"Wraak! Wat, indien hij ons bedoelt, Huck?"
-Revenja! I si anés per nosaltres, Huck!
"O, neen," zeide Huck, en viel bijna flauw van schrik.
-Oh! no ho digueu- va fer Huck, arran de caure en basca.
Zij praatten nog geruimen tijd over het vreeselijk geval, en toen zij de stad binnentraden, kwamen zij tot het besluit te gelooven, dat het ook wel iemand anders kon zijn,--ten minste dat hij niemand anders kon bedoelen dan Tom, daar deze de eenige was geweest die getuigenis had afgelegd.
Tornaren a parlar-ne, i en entrar al poblet convingueren en la creença que ell possiblement s'havia referit a algú altre, i almenys que, en tot cas, no podia referir-se sinó a Tom, perquè només Tom havia testificat.
Het was een zeer magere troost voor Tom, dat hij alleen maar in gevaar was. Gezelschap zou naar zijne meening verkieslijker zijn geweest.
Consol petit, ben petit, fou per a Tom de trobar-se tot sol en perill! El tenir-hi companyia hauria estat una sensible millora, va pensar.