De lotgevallen van Tom Sawyer

LES AVENTURES DE TOM SAWYER

   HOOFDSTUK XV.

   CAPÍTOL XV

   Eenige oogenblikken later was Tom in de ondiepe rivier verdwenen. Eer hij met het halve lijf onder water was, had hij reeds de helft van den weg afgelegd. Daar de stroom hem nu niet langer veroorloofde te waden, sloeg hij moedig armen en beenen uit, om de overschietende honderd el door te zwemmen. Hij zwom zooveel mogelijk met den stroom mede, doch werd gedurig met meer kracht teruggedreven dan hij verwacht had. Toch bereikte hij eindelijk den oever en liet zich langs den kant voortdrijven, totdat hij een geschikt plekje vond om te landen. Aan wal gekomen, bevoelde hij eerst zijn borstzak on zich te overtuigen, dat de boomschors nog op hare plaats zat, en toen maakte hij zich met zijne druipnatte kleederen, steeds den oever volgend, door de bosschen voort. Even voor tien uren, kwam hij aan een open plek tegenover de stad en zag de veerboot in de schaduw der boomen bij den hoogen dijk liggen. Alles onder de flikkerende sterren was rustig. Tom kroop den dijk af, loerde naar alle kanten, liet zich in het water glijden en zwom met drie of vier slagen naar het bootje toe, dat sleepdienst deed bij de veerboot. Hij klom er in, ging onder de roeibank liggen en wachtte met een kloppend hart. Spoedig werd de oude bel geluid en eene stem gaf bevel om het anker te lichten. Een minuut of wat daarna werd de voorsteven van het schuitje door de golven, die de boot deed ontstaan, omhooggeheven en de reis nam een aanvang. Tom was zeer in zijn schik, dat hij nog juist bijtijds was gekomen: immers hij wist, dat de boot dien dag voor de laatste maal dienst deed.

   Pocs minuts després Tom es trobava a l'aigua de l'alfac, passant el qual cap a la ribera de l'Illinois. Abans que l'aigua li arribés a la cintura havia fet cosa de mig camí: el corrent ja no permetia més gual aleshores: així és que es llançà a nedar confiadament per la resta de cent yardes. Nedava quartejant per amunt el corrent, però tanmateix ell el menà cap avall més de pressa que no havia esperat. Tot i això, arribà finalment a la ribera i anà derivant fins a trobar una banda baixa, i aleshores sortí de l'aigua. Posà la mà a la butxaca del gec, trobà sana i bona la seva peça d'escorça, i en acabat prengué embranzida a través dels boscos, seguint la ribera amb els vestits regalimant. Poc abans de les deu arribà a un lloc obert davant el poble, i veié el vaporet que estava a l'ombra dels arbres i de l'alta vorera. Tot era quietud sota el parpelleig dels estels. S'arrossegà per la ribera, espiant amb els ulls ben badats; lliscà dins l'aigua, féu tres o quatre braçades, i s'enfilà dins el bot que estava fermat a la popa del vaporet. S'ajagué sota el banc de remaires, i esperà tot panteixant.

   Na tien of twaalf minuten stopte de boot, waarop Tom overboord stapte en in de duisternis naar den oever kroop. Hij ging echter voorzichtigheidshalve omstreeks vijftien el beneden het vaarwater aan wal, ten einde het gevaar van ontdekt te worden te ontkomen. Toen sloop hij voort, langs weinig bezochte stegen en straten, totdat hij voor de schutting aan den achterkant van tantes huis stond. Na deze te zijn overgeklauterd, stapte hij voort tot aan den elzeboom en tuurde naar binnen door het raam van de zitkamer, waar een licht brandde.

   Al cap de poca estona se sentí el toc de la campana esquerdada, i una veu donà l'orde d'amollar. Al cap d'un minut o dos la proa del bot anava enlairant-se contra el ventre del vapor, i el viatge començà. Tom se sentí joiós del seu èxit, perquè comprengué que era el darrer viatge del vapor, per aquella nit. Al cap de dotze o quinze minuts interminables les rodes pararen, i Tom lliscà per damunt la coberta i nedà cap a la ribera dins la fosca, desembarcant a cinquanta yardes, riu avall, fora del perill de possibles rodamons.

   Daar zaten tante Polly, Sid, Marie en de moeder van Joe bij elkander. Zij hadden zich rondom de tafel geschaard en het bed stond vlak bij den ingang. Tom stapte behoedzaam naar de deur, en lichtte voorzichtig de klink op; toen drukte hij zachtjes met zijne knie tegen de paneelen en de deur week met een licht gekraak. Hij ging voorzichtig met duwen voort, telkens bevende, wanneer hij gerucht maakte, totdat hij dacht dat hij er zich op de knieën wel door zou kunnen persen. Reeds was zijn hoofd in de kamer, toen hij tante Polly hoorde zeggen:

   Apretà a córrer per camins deserts, i aviat es trobà al darrera del clos de la seva tia. Saltà per damunt, s'acostà a la golfa, i mirà a l'interior de la casa per la finestra de la saleta, perquè hi havia llum. Allí seien la tia Polly, Sid, Mary i la mare de Joe Harper, acoblats i enraonant. Estaven vora el llit, i el llit era entre ells i la porta. Tom anà cap a la porta i començà a aixecar dolçament la balda; després empenyé suaument, i la porta petà; continuà empenyent amb cautela, i esgarrifant-se cada vegada que petava, fins que judicà que podia passar-hi, tot i estret, damunt sos genolls: així és que va ficar el cap i començà el moviment estratègic.

   "Hoe zou de kaars zoo waaien? Ik geloof waarempel, dat de deur openstaat. Wel, al zijn leven! De wonderen staan niet stil. Kom, Sid ga haar sluiten."

   -Com és que el flam de la candela es mou així?- digué la tia Polly. Tom s'acuità. -Oh! La porta és oberta, em sembla. Oi, oi, que ho és. No s'acabaran en tot avui les coses estranyes. Aneu i tanqueu-la, Sid.

   Tom verdween van pas onder het bed. Hij bleef een oogenblik stil liggen om adem te scheppen en kroop toen zoover naar voren, dat hij bijkans tantes voet raakte.

   Tom amb prou feines tingué el temps necessari a desaparèixer sota el llit. S'aturà i respirà una estona, i després s'arrossegà a un indret on podia gairebé tocar el peu de la seva tia.

   "Maar, zooals ik zeide," vervolgde tante Polly, "eigenlijk slecht was hij niet, alleen maar wat ondeugend, een beetje lichtzinnig en wild, weet je. Het kind dacht geen kwaad en was de goedhartigste jongen van de wereld." En zij begon te schreien.

   -Però, com estava dient- digué la tia Polly, -no era un noi dolent (val a dir-ho), sinó entremaliat. No passava d'atarentat i tabalot; sabeu? Mai no tingué més mala pruïja que la que pugui tenir un cavallet. Mai no tenia intenció de fer mal, i era el minyó de més bon cor que mai s'hagi vist.- I començà de plorar.

   "Precies zoo was 't met mijn Joe: altijd vol jongensstreken en handig in allerlei kattekwaad,--maar hij was de onbaatzuchtigheid en vriendelijkheid zelve. En, de hemel zij mij genadig--te moeten denken, dat ik hem zweepslagen gegeven heb, omdat hij room gesnoept had, die ik zelve uit het raam heb geworpen, omdat ze zuur was geworden!--En dat ik hem nooit, nooit, nooit meer op deze aarde zal terugzien,--die arme, miskende jongen!" En juffrouw Harper snikte, alsof haar het hart zou breken.

   -Igual passava amb el meu Joe: sempre ple d'endiastrament, i a punt de fer qualsevol entremaliadura; però era recte i generós i bo, com més no es pugui ser. I (Déu em beneeixi!) pensar que vaig fuetejar-lo per haver-se begut la llet, sense que mai se m'acudís que jo mateixa l'havia llençada perquè era agra! I no haver de tornar-lo a veure mai més en aquest món, mai més, mai més, mai més, pobre noi malmenat!- I la senyora Harper sanglotà com si se li partís el cor.

   "Ik hoop dat Tom in betere gewesten is," zeide Sid; "doch als hij hier wat meer..."

   -Espero que Tom està força millor allà on es troba- digué Sid: -i si s'hagués portat millor en algunes coses...

   "Sid!" Tom voelde het fonkelen van tantes oog, ofschoon hij het niet zien kon. "Geen woord ten nadeele van Tom, nu hij is heengegaan. God zal hem oordeelen, en gij behoeft u daarover niet moeilijk te maken, jongenheer.--Och, juffrouw Harper, ik kan hem niet missen; ik weet niet, hoe ik het zonder hem stellen moet. Hij was mij zulk een troost, hoewel hij mijn arm hart ten bloede toe kon plagen."

   -Sid!- Tom sentí la llambregada de la vella senyora, baldament no la pogués veure. -Ni una paraula contra el meu Tom, ara que ha passat d'aquesta vida! Déu en tindrà esment: no us en heu d'encaparrar, vós. O senyora Harper! No sé còm renunciar-hi! no sé còm renunciar-hi! Era un reconfort tan gran per a mi, baldament m'hagués aturmentat el cor en tanta de manera!

   "De Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen, de naam des Heeren zij geloofd!" snikte juffrouw Harper. "Maar 't is zoo hard, o het is zoo hard! Verleden Zaterdag nog stak Joe vlak onder mijn neus een voetzoeker af en ik heb hem geslagen, totdat hij op den grond lag te spartelen. Weinig dacht ik toen, hoe spoedig.... O, als het nog over te doen was, ik zou er hem voor aan mijn hart drukken en zeggen...."

   -El Senyor va dar-lo i el Senyor l'ha pres. Beneït sigui el nom del Senyor! Però és tan dur, oh!, és tan dur! El dissabte passat, ahir, com aquell qui diu, Joe m'engegà una piula sota el nas, i vaig apallissar-lo, atuït a terra. Poc pensava aleshores que tan aviat... Oh! Si calgués tornar-hi, l'abraçaria i el beneiria per la seva feta.

   "Ja, ja, ja, ik begrijp volkomen wat gij voelen moet, juffrouw Harper: ik kan het mij best voorstellen. Gisterenmiddag liet Tom mijn arme kat van zijn drankje nemen, en ik dacht dat mijn huis onderstboven zou keeren. En, God vergeve mij, ik kneep, met mijn vingerhoed aan den vinger, het kind in zijn oor dat het kraakte. Mijn jongen, mijn arme, gestorven jongen! Doch hij is nu uit zijn lijden. En de laatste woorden, die ik hem hoorde zeggen, waren een verwijt...."

   -Sí, sí, sí: comprenc els seus sentiments, senyora Harper; comprenc ben bé els seus sentiments. Ahir mateix, al migdia, el meu Tom va omplir el gat de mata-xacres, ben curull, i em vaig pensar que la bèstia enfonsaria la casa. I (Déu me perdoni!) vaig tustar-li el cap, a Tom, amb el meu didal; pobre minyó, pobre minyó, que ja no existeix! Però ara ja ha sortit de totes les seves trifulgues. I les darreres paraules que li hagi sentit han estat per a fer-me retret...

   De gedachte aan dit feit was te bitter voor de oude juffrouw en zij barstte in tranen uit. Tom voelde dat zijn oogen vochtig werden, nog meer uit medelijden met zichzelven dan met de anderen. Hij kon Marie hooren snikken en nu en dan een vriendelijk woordje over hem in het midden brengen. Meer dan ooit kreeg hij een hoogen dunk van zichzelven. Toch was hij zoo diep door de droefheid zijner tante geschokt, dat hij snakte om het bed uit te springen en zich in hare armen te werpen,--doch hij bedwong zich en bleef liggen.

   Però aquell record era massa feixuc per a la vella senyora, i romangué absolutament cor-batuda. Tom començava de somicar per pietat de sí mateix. Pogué sentir com Mary plorava i de tant en tant introduïa una paraula amistosa envers ell. Començà de tenir de sí mateix una opinió més noble que no hagués tingut mai. Amb tot, estava prou commogut del dol de la seva tia per a desitjar de precipitar-se enfora del llit i aclaparar-la de joia: i la sumptuositat teatral de l'escena era d'una forta atracció per al seu tarannà, aiximateix; però va contenir-se i romangué sense moure's.

   Al luisterend, ving hij bij stukken en brokken op, dat men eerst verondersteld had, dat de knapen met zwemmen verdronken waren: toen was het kleine houtvlot vermist en was er door een paar jongens medegedeeld, dat de verloren knapen voorspeld hadden, dat het stadje eerlang iets hooren zou. De wijzen van St. Petersburg hadden het een met het ander in verband gebracht en waren tot het besluit gekomen, dat de knapen met het houtvlot van wal gestoken waren en bij de eerstvolgende stad aan wal gegaan waren. Doch tegen den middag was het houtvlot aan den oever van de Missouri, eenige uren van de stad, teruggevonden en toen was de hoop verdwenen. Zij moesten verdronken zijn, anders zou de honger hen bij het vallen van den nacht, zooal niet eerder, naar huis hebben gejaagd. Men geloofde algemeen, dat het eene wanhopige zaak was naar de lijken te zoeken, daar de knapen ongetwijfeld midden in de rivier verdronken waren. Anders immers zouden zij, die voor goede zwemmers bekend stonden, het wel tot den oever hebben kunnen brengen. Deze dingen waren voorgevallen op Woensdag, en als de lijken vóór Zondag niet werden gevonden, zou men de hoop opgeven en er dien morgen een lijkdienst gehouden worden. Deze laatste mededeeling deed Tom even sidderen.

   Continuà escoltant, i conjuminà, pels caps de la conversa, que hom pensava a la primeria que els minyons s'havien ofegat mentre nedaven; després hom reparà la pèrdua del rai; després certs minyons digueren que els vailets desapareguts havien promès que el poblet «sabria quelcom» ben aviat; la gent de seny havien relacionat l'una cosa i l'altra, i havien decidit que els minyons havien fet una eixida amb el rai, i que deurien dar un tomb cap al poblet de més avall, a no tardar; però cap a migdia hom havia trobat el rai, plantat contra la ribera del Missuri, a unes cinc o sis milles més avall del poblet, i aleshores l'esperança s'esvaí. Devien haver-se ofegat: altrament, la fam els hauria tornat a casa en caure la nit, si no més aviat. Hom cregué que la recerca dels cossos només havia estat infructuosa perquè l'ofegada devia haver-se esdevingut al mig del corrent, ja que els minyons, essent bons nadadors, haurien fugit, altrament, cap a la platja. Aquella nit era la del dimecres. Si els cossos continuaven introbables fins a diumenge, tota esperança fora abandonada, i aquell matí tindríen lloc les cerimònies de l'enterrament. Tom s'esgarrifà de cap a peus.

   Tegen elf uren stond Juffrouw Harper snikkend op om heen te gaan, en door eene opwelling van wederzijdsch medelijden gedreven, vlogen de beide van kinderen beroofde vrouwen elkander in de armen en namen daarna afscheid. Tante Polly zeide Sid en Marie dien avond met een buitengewone hartelijkheid "goedennacht," en Sid perste zich een paar tranen uit de oogen, terwijl Marie luid snikkend naar boven ging.

   La senyora Harper donà la bona nit entre sanglots i es girà per anar-se'n. Aleshores, per un impuls comú, les dues dònes desemparades caigueren cadascuna en braços de l'altra i trencaren un bon plor aconhortador, i després se separaren. La tia Polly fou molt més tendra del que solia en donar la bona nit a Sid i Mary. Sid somicà una mica, i Mary se n'anà plorant de tot cor.

   Toen knielde de oude juffrouw neder en bad voor Tom zóó vurig, zóó roerend en met zulk een oneindige liefde, en hare oude stem beefde zóó, dat eer de laatste woorden van dat gesprek uitgesproken waren, Tom in een bad van tranen lag.

   La tia Polly s'agenollà i pregà per Tom d'una manera tan colpidora, tan dalerosa, i amb una amor tan immensa en les seves paraules i en la seva caduca veu tremolenca, que ell va negar-se en llàgrimes altra vegada, ben abans que ella hagués acabat.

   Hij moest zich, nadat de arme vrouw naar bed was gegaan, nog lang stilhouden, want zij bleef geruimen tijd wakker en gaf voortdurend in hartbrekende uitroepen aan hare droefheid lucht. Eindelijk, na zich nu op de eene en dan op de andere zijde geworpen te hebben, was zij stil en kreunde alleen nog maar een weinig in haar slaap. Nu kroop de knaap onder het bed uit, richtte zich langzaam op, hield zijne hand voor het nachtlicht en keek zijne tante aandachtig aan. Diep medelijden met haar vervulde zijn hart. Hij haalde zijne vijgeboombast voor den dag en hield dien bij het licht. Plotseling schoot hem iets grappigs te binnen, verhelderde zijn gelaat; haastig stak hij zijne boomschors weer op, boog zich over tantes aangezicht heen en drukte een kus op hare bleeke lippen. Toen nam hij de terugreis aan en liet de deur in de klink vallen.

   Hagué de romandre quiet, molt després d'haver-se ella ficat al llit, perquè ella anà fent cortrencades exclamacions de tant en tant, remenant-se i girant-se, tota neguitosa. Però a la fi romangué quieta, gemegant només una mica en el son. Aleshores el noi lliscà enfora, s'alçà gradualment vora el costat del llit, arrecerà la flama de la candela amb la seva mà, i s'aturà a mirar-la. Son cor era rublert de pietat envers ella. Es tragué el seu rotllo de sicomor i el posà vora la candela. Però alguna cosa se li acudí, i es detingué a meditar. Son rostre s'il·luminà amb una feliça solució del seu pensament; es ficà a cuita-corrents l'escorça a la butxaca, i després es decantà i besà els llavis esblaimats, i sortí llisquívol, de dret, passant la balda a la porta, al seu darrera.

   Hij vond, zonder door iemand ontdekt te worden, op den tast zijn weg naar het veerbootje terug en stapte moedig aan boord. Immers hij wist, dat de boot onbemand was behalve misschien door den klepperman, die er altijd in kroop en doorgaans als een os sliep. Hij maakte het schuitje van den voorsteven der boot los, sloop er in en roeide omzichtig stroomopwaarts. Toen hij omstreeks een mijl had voortgeroeid, hield hij op eens schuins aan, begon te werken zoo hard als hij kon en bereikte handig de overzijde. Hij had grooten lust om het bootje buit te maken, daar hij het schip als wettige zeerooversprooi beschouwde, doch hij begreep te gelijkertijd dat er overal naar gezocht zou worden en dat eene ontdekking er het gevolg van kon zijn. Daarom stapte hij zonder buit aan wal en ging het bosch in.

   Féu son camí de retorn cap a l'embarcador del vaporet. No trobà ningú al llarg per aquells indrets, i avançà coratjosament cap a dins del vapor, perquè sabia que estava deshabitat, deixant de banda el vigilant, que sempre dava el tomb cap a dins i dormia com una escultura. Desfermà el bot a popa, lliscà dins ell, i aviat anà remant cautelosament, corrent amunt. En haver vogat una milla per damunt el poblet, començà de fer camí travesser, quartejant, esmerçant moltísima de braó en la seva tasca. Tocà amb llestesa el lloc de desembarc de l'altra banda, perquè aquesta era una tasca que li era familiar. Tenia ganes de capturar el bot, argüint que podia ser considerat com un vaixell, legítima presa, per tant, d'un pirata; però comprengué que hom el recercaria per tots cantons, i que això podia acabar descobrint-lo. Així és que saltà a la platja i entrà dins el bosc.

   Hij zette zich op den grond neder om uit te rusten, legde zich de marteling op van wakker te blijven en zocht eindelijk zijne oude verblijfplaats weder op. De nacht was bijna voorbij en het was klaar dag, toen hij voor de zandbank stond. Daar hield hij opnieuw halt en legde zich op den grond te slapen tot de zon aan den hemel stond en de groote rivier met haar glans verguldde. Toen dompelde de knaap zich in den stroom en hield een oogenblik later bij den ingang van het kamp stil, juist toen Joe uitriep:

   S'assegué i es donà un llarg repòs, torturant-se al mateix temps per romandre despert, i després començà fadigosament la caminada que havia de dur-lo al cap on eren els seus. La nit ja era ben exhaurida. Fou ple dia abans que pogués trobar-se davant mateix de l'alfac. Reposà de bell nou fins que el sol va ser ben en l'aire i llaurava el gran riu amb la seva resplendor; i aleshores es capbussà en el corrent.

    Una mica després s'aturava, tot regalant, damunt el llindar del campament, i sentí Joe com deia:

   "Neen, Tom is een eerlijke jongen en hij zal terugkeeren. Hij zal ons niet verlaten. Hij is er te trotsch voor, want hij weet, dat dit eene schande zou wezen voor een zeeroover. Zeker is hij op avonturen uit; het zal mij benieuwen wat hij nu weer heeft uitgespookt."

   -No: Tom és d'allò més fidel, Huck, i tornarà. No serà un desertor. Sap que això fóra una taca per a un pirata, i Tom és massa altívol per a una cosa així. Una cosa o altra l'enfeina. Ara, que jo voldria saber quína cosa és.

   "Goed," antwoordde Huck, "maar als hij niet op zijn tijd past, is zijn ontbijt voor ons."

   -Bé, els fòtils són nostres, ara: oi?

   "Ja, als hij er niet is, maar dat is nog niet zeker. Er stond immers op de boomschors geschreven: als ik er niet ben, is het ontbijt voor ulieden."

   -Gairebé, però no encara, Huck. L'escrit diu que ho seran si ell no és de retorn a l'hora del desdejuni.

   "Wie is die hij?" riep Tom met eene tooneelstem uit, terwijl hij met fiere houding het kamp binnenstapte.

   -I ja n'és!- exclamà Tom, en un bell efecte dramàtic, entrant amb grandiositat al campament.

   Spoedig was er een weelderig ontbijt van spek en visch opgedischt, waaraan de knapen zich naar hartelust te goed deden. Onderwijl vertelde Tom, met de noodige opsieringen, zijne avonturen van dien nacht. Toen het verhaal geëindigd was, werden zij drie snoevende, grootsprekende helden. Na het ontbijt verschool Tom zich op een schaduwrijk plekje om te gaan slapen, en de beide andere zeeroovers gingen op de vischvangst.

   Un sumptuós desdejuni de porc i de peix fou endegat en poca estona; i, mentre els minyons s'esmerçaven en ajustar-lo. Tom recontà (i adornà) les seves aventures. S'havien convertit en una vana i ufanosa companyia d'herois en acabar-se la història. Aleshores Tom s'amagà dins un recó ombrejat, per a dormir fins a migdia, i els altres pirates es disposaren a la pesca i l'exploració.