De lotgevallen van Tom Sawyer

LES AVENTURES DE TOM SAWYER

   HOOFDSTUK IV.

   CAPÍTOL IV

   De zon ging op over een rustende wereld en wierp hare weldadige stralen over het vreedzame stedeke St. Petersburg. 's Zondags na het ontbijt was tante Polly gewoon huiselijke godsdienstoefening te houden. Deze begon met een gebed, bestaande uit een reeks bijbelplaatsen, bedekt met een dunne laag woorden van eigen vinding, en eindigde met een van grimmigheid overvloeiend hoofdstuk uit de Mozaïsche wetgeving.

   El sol s'aixecà damunt un món tranquil, i resplendí damunt el poblet pacífic com una benedicció. Acabat el desdejuni, la tia Polly començà les pràctiques religioses de la família: primer de tot digué una pregària erigida en sòlides fileres de cites escripturístiques, encastades amb un prim morter de originalitat; i des del cim d'aquell monument, llegí un capítol ferreny de la llei mosaica, com si fos del Sinaí estant.

   Na afloop daarvan omgordde Tom, om zoo te spreken, zich de lendenen en ging aan het werk om zijne teksten in het hoofd te krijgen. Sid had zijne les dagen vooruit geleerd, maar Tom moest al zijn krachten inspannen om vijf verzen te onthouden ofschoon hij een gedeelte van de Bergrede gekozen had, daar hij geene teksten kon vinden die korter waren. Een half uur had Tom een vaag begrip van het geheel, maar meer niet, want zijn geest zwierf over het gansche veld der menschelijke gedachten en zijne handen hielden zich tot afleiding met allerlei vermakelijke kunstjes bezig. Marie nam het boek om de les te overhooren en hij trachtte den weg door den zwaren mist te vinden.

   Després Tom es nuà el cinyell, per dir-ho així, i es posà a la tasca per apendre sos versicles. Sid havia après la lliçó dies abans. Tom despengué tota la seva energia en encabir-se cinc versicles a la memòria; i trià una part del sermó de la Muntanya, perquè no pogué trobar versicles que fossin més curts. Al cap de mitja hora, Tom tenia una vaga idea general de la seva lliçó, però només que això, perquè son magí atravessava tot el camp del pensament humà, i ses mans eren atrafegades en distraccions recreatives. Mary prengué son llibre per fer-lo recitar, i ell maldà per descobrir son camí entre la boira.

   "Zalig zijn de ar-r.... ar...."

   -Benaventurats els a... a...

   "Armen."

   -Pobres.

   "Ja- de ar-remen; zalig zijn de ar-remen."

   -Sí... pobres. Benaventurats el pobres a... a...

   "Van geest."

   -En esperit...

   "Van geest. Zalig zijn de armen van geest, want zij... zij..."

   -En esperit. Benaventurats els pobres en esperit, perquè ells... ells...

   "Want hunner..."

   -Llur...

   "Want hunner. Zalig zijn de armen van geest want hunner... is het koninkrijk der hemelen! Zalig zijn zij die treuren, want zij...."

   -Perquè llur. Benaventurats els pobres en esperit perquè llur... és el reialme del cel. Benaventurats els que ploren, perquè ells... ells...

   "Zij...?"

   -Se...

   "Zul..."

   -Perque ells... a...

   "Want zij zul..."

   -S. e...

   "Z-u-l-l-e-n. Want zij zul... O, ik weet niet wat zij zullen!"

   -Perquè ells essa e... Oh! No sé què és, això!

   "Zullen..."

   -Seran!

   "O ja, zullen--zij zullen--zij zullen treuren; zalig zijn zij--die treuren, want zij zullen... Wat zullen zij? Waarom zeg je het mij niet, Marie? Het is gemeen om me zoo te plagen!"

   -Oh! Seran! Perquè ells seran... perquè ells seran a... a... Seran plorats... a... a... Benaventurats els que seran... els que a... els que seran plorats, seran a... a... seran què? Perquè no m'ho dieu, Mary? Perquè us plau ésser tan roïna?

   "Tom, arme jongen, ik plaag je niet. Ik zou het niet over mijn hart kunnen krijgen. Probeer het nog eens. Geef den moed niet op; je zult het wel leeren,--en als je het doet, krijg je iets moois van mij. Zoo; nu is het goed, mijn jongen."

   -O Tom, pobre cap de fusta! No és pas que jo us sigui un corcó. No ho voldria pas, de ser-vos-en. Heu de tornar-hi, i apendre-ho. No us descoratgeu, Tom: ja en sortireu... I, un cop n'hagueu sortit, us donaré quelcom d'allò més bonic! Ah! així: això és un bon minyó!

   "Ik zal het doen, maar zeg mij dan eerst wat het is, Marie."

   -Molt bé! I quína cosa és, Mary? Digueu-me quína cosa és.

   "Neen, Tom. Je weet als ik zeg dat het mooi is, dan is het mooi."

   -Deixeu-ho córrer, Tom. Ja sabeu que si dic que és bonic, és bonic.

   "Op je woord van eer Marie. Goed, dan zal ik het er wel zien in te pompen."

   -Oi, Mary. Molt bé: m'hi aferrussaré altra vegada.

   Hij ging aan het werk, en door nieuwsgierigheid en het vooruitzicht van eene belooning geprikkeld, stampte hij de teksten in zijn geheugen en eindigde met een schitterende overwinning te behalen. Marie gaf hem een splinternieuw mes van twaalf en een halven cent, en Tom was boven de wolken van vreugde. Het is waar, het mes sneed eigenlijk niet, maar het was van echt staal en dat was al iets buitengewoons. Hij maakte dadelijk een plan om het buffet door snijwerk te verfraaien en wilde juist zijne krachten op de etenskast beproeven, toen hij geroepen werd om zich voor de zondagsschool te kleeden.

   I s'hi aferrussà altra vegada; I, sota la doble tensió de la tafaneria i el guany en perspectiva, ho féu amb tant d'abrivament, que reeixí d'una manera esclatant. Mary li donà un flamant ganivet Barlow, que costava dos rals i escadús; i la convulsió de gaubança que féu trontollar el seu organisme el sacsejà fins als fonaments. En veritat, el ganivet no servia per a tallar res, però era un evident Barlow, i aquest instrument era d'una inconcebible sumptuositat; baldament la qüestió de si els nois de l'Oest havien o no arribat a imaginar que semblant arma podia segurament ser falsificada per al seu menyscabament, és un imposant misteri que mai serà resolt, tal vegada. A Tom se li acudí de fer-hi senyals a l'armari, i anava preparant-se per començar la tasca a la taula escriptori, quan el cridaren a abillar-se per a l'escola dominical.

   Marie gaf hem een tinnen kom met water en een stuk zeep, welke voorwerpen hij buiten de deur op een bank zette. Toen maakte hij de zeep nat en legde die naast de kom; stroopte zijne mouwen op, stortte het water zachtjes op den grond uit, trad daarop de keuken binnen en begon ijverig zijn gezicht met een handdoek die achter de deur hing, af te drogen. Doch Marie nam den handdoek weg en zeide:

   Maria li donà una ribella de llauna amb la seva aigua, i un troç de sabó, i ell passà la porta i posà la ribella damunt d'un escambell que hi havia per allí: després ficà el sabó a l'aigua i l'hi deixà estar; s'arremangà les mànegues; escampà dolçament l'aigua per terra; i després entrà a la cuina i començà d'eixugar-se la cara diligentment amb la tovallola de darrera la porta. Però Mary remogué la tovallola i digué:

   "Schaam je je niet, Tom? Wees toch niet zoo stout. Water zal je geen kwaad doen."

   -No us en deu vergonya, Tom? No sigueu tan dolent. L'aigua no us farà cap mal.

   Tom was een weinig uit het veld geslagen. De kom werd weder gevuld, de knaap bedacht zich een oogenblikje, slaakte een diepen zucht en begon. Toen hij nu de keuken weder binnentrad en met toegeknepen oogen naar den handdoek rondtaste, droop er een eervol getuigschrift van zeepsop en water over zijn gezicht. Maar bij nauwkeurige bezichtiging, bleek de staat van zaken nog niet bevredigd te zijn, want het gereinigde grondgebied hield, als een masker, bij de kin en wangen op; buiten en onder die lijn was eene donkere uitgestrektheid onbesproeide grond, die zich voor en achter zijn hals uitbreidde. Marie nam hem onder handen en binnen een kwartier was hij een mensch uit één stuk, zonder verschil van kleur en zijn doorweekt haar was keurig geborsteld en in kleine evenredige krullen opgemaakt. In het geheim streek hij altijd met moeite en inspanning de krullen glad en plakte hij zijn haar aan zijne slapen vast, want krullen waren meisjesachtig en dat was genoeg om ze te haten. Daarna haalde Marie een pak kleeren voor den dag, dat gedurende de laatste twee jaren alleen op zondag gedragen was; het werd eenvoudige zijn "andere pak" genoemd; uit welke benaming wij tot den omvang van zijn garderobe kunnen besluiten. Toen hij het pak had aangetrokken, legde het meisje de laatste hand aan zijn toilet; zij knoopte zijn buisje tot onder de kin vast, sloeg hem een groote halskraag over de schouders, schuierde hem af en kroonde hem met een gesprikkelden strooien hoed. Hij hoopte, dat Marie zijne schoenen zou vergeten, doch die hoop werd verijdeld; zij poetste ze naar behooren en zette ze voor hem neder. Dit verdroot hem en hij beklaagde zich over zijn gebrek aan vrijheid. Doch Marie antwoordde overredend:

   Tom romangué una mica desconcertat. La ribella fou emplenada de bell nou, i aquesta vegada Tom es decantà damunt ella una estoneta, arreplegant coratge; s'hi ficà amb una alenada profunda, i ho envestí. Quan entrà a la cuina al cap de poc, amb els ulls closos, i anant a les palpentes amb totes dues mans en cerca de la tovallola, un honorable testimoni de sabonera i aigua degotava de la seva faç. Però en eixir de la tovallola, son estat no era encara satisfactori, perquè l'àrea neta cessava de cop i volta, com si fos una màscara, damunt la seva barba i les seves barres. Per sota i més enllà d'aquesta ratlla hi havia una ombrívola extensió de territori eixut, que s'estenia cap avall pel seu davant, i, pel darrera, al voltant del coll. Mary el prengué pel seu compte, i quan estigué llest era un home i un germà, sense diferència de color; i son cabell amarat era pentinat gentilment, i sos petits rulls elaborats amb un efecte general d'exquisidesa i simetria. (Ell s'aplanava els rulls d'amagat, amb treball i molèsties, i s'encastava el cabell ben arran del cap, perquè opinava que els rulls eren afeminats, i els seus li omplien la vida d'amargor.) Després Mary tragué un tern que ell no havia usat sinó els diumenges per espai de dos anys (hom ne deia, senzillament, «l'altre vestit»). I d'això en podem deduir la magnitud del seu guarda-roba. La noia l'endegà, després que ell mateix s'hagué abillat; cordà el gec polit fins a la seva barba, girà el gran coll de camisa damunt les seves espatlles, el raspallà i el coronà amb el capell de palla, que tot era de clapes. Semblava ara en gran manera millorat i inconfortable; i, verament, es sentia tan inconfortable com semblava, perquè tot el vestit i la netedat l'enravenaven d'una manera, que allò era un fel. Esperava que Maria s'oblidaria de les seves sabates, però l'esperança es mustigà; va untar-les totes amb sèu, com era el costum, i les portà. Ell perdé el bon geni, i digué que sempre li feien fer allò que no volia. Però Maria digué persuasivament:

   "Als je blieft, Tom; kom, wees een goede jongen."

   -Tom, vejam... això és ser bon minyó?

   En zoo stapt hij brommend in zijne schoenen. Marie was spoedig klaar en de kinderen vertrokken naar de zondagsschool, eene plaats die Tom haatte met zijn gansche hart, maar waar Sid en Marie dol op waren.

   Així és que es ficà les sabates, tot rondinant. Mary aviat estigué llesta, i els tres infants eixiren cap a l'escola dominical, indret que Tom odiava amb tot el cor; però a Sid i Mary els plaïa.

   Die sabbatsschool duurde van negenen tot halfelf en dan begon de kerk. Marie en Sid bleven altijd vrijwillig naar de preek luisteren, Tom alleen, omdat het hem van hooger hand gelast werd. De kerk was een klein, onaanzienlijk gebouw, met eene soort van koepel van sparrenhout en op de hooge, harde banken was voor omstreeks driehonderd personen plaats. Aan de deur bleef Tom een stap of wat achter en hield een keurig gekleeden jongen staande.

   L'escola del diumenge durava de les nou fins a dos quarts d'onze; i després venia el servei religiós. Dos dels infants romanien sempre voluntàriament a oir el sermó; l'altre romania també... per motius més poderosos. Els bancs de respatller enlairat i sense coixins que hi havia a l'església podrien contenir unes tres centes persones; l'edifici era una petita cosa senzilla, amb una mena de caixa de pi al cim, com a cloquer. A la porta, Tom reculà i s'acostà a un camarada que duia el vestit de les festes.

   "Zeg eens, Willem, heb jij ook een geel kaartje?"

   -Escolta, Bill: tens un bitllet groc?

   "Ja."

   -Sí.

   "Wat moet je daarvoor hebben?"

   -Quant ne vols?

   "Wat geef je er voor?"

   -Quant ne dones?

   "En stuk zoethout en een vischhaak."

   -Un tros de llamí i un ham de pescar.

   "Laat kijken."

   -Deixa-m'ho veure.

   Tom vertoonde die twee artikelen; zij werden goed bevonden en de goederen veranderden van eigenaar. Daarna verkocht Tom een paar albasten knikkers voor drie roode kaartjes en een paar andere prullen voor blauwe. Bijna al de jongens, die voorbijkwamen werden aangeklampt en het koopen en verkoopen van kaartjes van verschillende kleuren werd nog een kwartier voortgezet. Toen ging hij de kerk binnen met een troep andere schoon gewasschen, luidruchtige knapen en meisjes, begaf zich naar zijne zitplaats en maakte een standje met den jongen, die naast hem zat. De onderwijzer, een deftig oud heer, kwam tusschenbeide, maar zoodra hij zijn rug gekeerd had, trok Tom een jongen die voor hem zat bij het haar en was in zijn boek verdiept, toen het slachtoffer omkeek. Een seconde later prikte hij een anderen jongen met een speld, om hem "ai" te hooren zeggen en haalde zich daardoor andermaal eene berisping op den hals. De geheele klasse van Tom waren vogels van eenerlei veeren,--woelige, drukke, lastige snaken. Toen zij hunne les moesten opzeggen, was er geen enkele, die zijne verzen volkomen kende, maar door voorzeggen en influisteren brachten zij het allen gelukkig zoo ver, dat zij eenige kleine, blauwe kaartjes machtig werden, waarop een bijbeltekst geschreven stond. Het opzeggen van twee teksten werd met een blauw kaartje beloond, tien blauwe kaartjes stonden gelijk met één rood en mochten daartegen geruild worden. Tien roode kaartjes stonden weder gelijk met één geel, en een leerling, die tien gele kaartjes had, kreeg van den catechiseermeester een zeer eenvoudig ingebonden bijbeltje, dat in die goedkoope tijden de waarde had van veertig cents. Ik twijfel of er onder mijne lezers velen zullen zijn, die moed en volharding zouden hebben on twee duizend verzen van buiten te leeren, zelfs indien zij met een bijbel van Doré beloond werden. En toch had Marie op deze wijs twee bijbels verdiend. Maar 't was een geduldwerk geweest, dat twee jaren gekost had. Een Duitsche jongen had er vier of vijf gewonnen; deze had eens drie duizend verzen achter elkander opgezegd, doch zijn geestvermogens hadden onder dat inspannend werk zoo geleden, dat hij van dien dag af idioot was geworden. 't Was een groot verlies voor de school, want bij plechtige gelegenheden placht de catechiseermeester hem altijd te gebruiken om mede te bluffen, zooals Tom zeide.

    Doorgaans waren het alleen de oudere leerlingen, die in het bezit van gele kaartjes kwamen en het vervelende werk volhielden, totdat zij een bijbel veroverd hadden. Vandaar dat de uitdeeling van eene dergelijken prijs eene zeldzame merkwaardige gebeurtenis was, en hij die dat monsterwerk verricht had, was de held van den dag. Deze reuzenarbeid deed doorgaans een nieuw vuur van ijver in de borst van de leerlingen ontbranden, dat niet zelden een week of wat aanhield. Het is zeer wel mogelijk dat Toms verstandelijke vermogens nooit naar den prijs gehongerd of gedorst hadden, maar de wereldlijke mensch in hem had ontegenzeglijk sedert geruimen tijd verlangend uitgezien naar den roem en den luister, waarvan de uitdeeling vergezeld ging.

    Op den daartoe bestemden tijd stond de catechiseermeester op en ging voor den predikstoel staan met een gesloten gezangboek in de hand, de wijsvinger tusschen de bladen verborgen, en verzocht om stilte. Als een catechiseermeester zijne gewone aanspraak op de zondagsschool houdt, is het gezangboek voor hem een even onmisbaar artikel als het blad muziek voor den zanger, die een solo op het orkest moet zingen, ofschoon noch het gezangboek noch het blad muziek wordt geraadpleegd.

   Tom ho exhibí. Eren satisfactoris, i hi hagué barata de propietat. Després Tom vengué un parell de bales bones i blanques per tres bitllets vermells, i alguna altra bagatel·la per un parell de blaus. Sotjà altres nois a mesura que venien, i continuà comprant bitllets de diverses colors, per deu o quinze minuts més. Entrà a l'església, després, amb un eixam de nois i noies nets i sorollosos; se n'anà cap el seu seient i començà una baralla amb el primer noi que trobà al seu abast. El mestre, hom greu i ancià, va intervenir-hi; després girà l'esquena un moment, i Tom estirà els cabells d'un noi del banc veí, i estava tot absort llegint son llibre quan el noi va girar-se. Clavà una agulla en un altre noi, tot seguit, per a sentir-li dir: -Ui!- i fou renyat novament pel mestre. Tota la classe de Tom era d'un model: inquieta, sorollosa i carregosa. Quan els tocava de dir la lliçó, cap d'ells no sabia els versicles perfectament, sinó que tothom els ho havia d'apuntar. Tanmateix, però, passaven prou turment, i cadascú tenia son premi en bitlletets blaus, cada un dels quals portava un passatge de l'Escriptura; cada bitllet blau era la paga d'haver recitat dos versicles. Deu bitllets blaus equivalien a un de vermell, i podien ser-hi baratats; deu bitllets vermells equivalien a un de groc; per cada deu bitllets grocs el superintendent donava una Bíblia molt senzillament enquadernada (que no arribava a valer mig dòlar en aquells temps venturosos) al deixeble. Quants de mos lectors tindrien l'activitat i l'aplicació d'encabir-se a la memòria dos mil versicles, fins i tot per una Bíblia de Doré? I, no obstant, Mary havia adquirit dues Bíblies d'aquesta manera; això li representava la tasca pacient de dos anys; i un noi de parentela alemanya n'havia guanyades quatre o cinc. Una vegada, aquest recità tres mil versicles sense aturar-se; però la tensió exercida damunt ses facultats mentals era massa gran, i des d'aquell dia esdevingué poc menys que un idiota: lamentable infortuni per a l'escola, perquè en les grans avinenteses, davant d'espectadors, el superintendent sempre feia sortir aquell noi perquè (com deia Tom) «s'engegués». Només els deixebles vells procuraven servar llurs bitllets, no deixant de banda llur tediosa tasca fins a assolir una Bíblia: així és que la remissió d'un d'aquests premis era un rar i notable esdeveniment; el deixeble que havia reeixit era tan gran i conspicu, aquell dia, que en tal moment tot si d'alumne s'encenia d'una nova ambició que ben sovint durava un parell de setmanes. És possible que l'estómac intel·lectual de Tom no hagués mai experimentat veritable fam d'un d'aquests premis; però tot son ésser, evidentment, s'havia delit molts de dies per la glòria i l'esclat que els voltava.

   Onze catechiseermeester was een klein, nietig mannetje van vijf en dertig jaren, met borstelig, zandkleurig bokkenhaar; hij droeg een staand boord, waarvan de bovenste rand bijna tot aan zijne ooren reikte, en welks scherpe punten boven de hoeken van zijn mond uitkwamen,--een schutsmuur die hem dwong altijd rechtuit te kijken, of wanneer een zijdelingsche blik vereischt werd, het geheele lichaam om te wenden. Zijn kin werd geschraagd door een breede, zich over het gansche boord uitstrekkende das, welks tippen van franje waren voorzien. De voorstukken van zijne schoenen liepen, naar het gebruik van dien tijd, puntsgewijs, in den vorm van een slede, naar boven, eene mode die de toenmalige jongelieden trachten te volgen, door geduldig en volhardend met hunne voeten stijf tegen den muur te gaan zitten.

    De heer Walter had een ernstig gelaat en een hart als goud. Hij koesterde zulk een diepen eerbied voor gewijde dingen en plaatsen, en hield die zoo zorgvuldig van wereldsche zaken gescheiden, dat zonder dat hij het bemerkt had, zijne zondagsschoolstem een bijzondere klank had gekregen, welke op weekdagen geheel ontbrak.

   Com de costum, el superintendent romania dret, en front del púlpit, amb un llibre d'himnes, tancat, a la mà i l'índex ficat entre les seves pàgines, i comandà atenció. Quan un superintendent d'escola de diumenge fa son petit discurs habitual, un llibre d'himnes a la mà li és tan necessari com la inevitable fulla de música a un cantaire que està part davant d'una plataforma i canta un solo en un concert, encara que el motiu d'això és un misteri; perquè el pacient no passa mai els ulls pel llibre d'himnes ni per la fulla de música. Aquest superintendent era una tènue criatura de trenta cinc anys, amb una perilla crespada i cabell curt i crespat; portava un coll rígid i dret, l'extrem superior del qual ben bé li arribava a les orelles, i les agudes puntes del qual s'encorbaven cap endavant, en front dels angles de la seva boca: aquest clos obligava a un esguard ben recte cap endavant, i a girar tot el cos quan calia mirar de costat. La seva barba l'apuntalava una corbata tota estesa, que era tan llarga i tan ampla com un bitllet de banc, i tenia caps de serrell; els extrems de les seves botes eren girats violentament cap amunt, segons la moda del dia, com a lliscadores de trineu: efecte pacientment i laboriosament produït pels joves, seient amb els dits del peu apretats contra una paret hores senceres. El senyor Walters era de posat molt curiós, i de cor ben sincer i com cal; i tenia les coses i els indrets sagrats en tanta de reverència, i els separava tant de les matèries mundanals, que, sense que ell se n'adonés, la seva veu d'escola de diumenge havia adquirit una entonació peculiar que desapareixia totalment els dies de feina. Començà d'aquesta manera:

   "Kinderen," dus begon hij, "mag ik u verzoeken zoo recht en netjes te gaan zitten als gij kunt, en mij voor een paar minuten uwe geheele aandacht te schenken. Dus betaamt het aan brave jongens en meisjes. Ik zie een klein meisje uit het raam kijken; ik vrees dat zij denkt dat ik buiten sta,--misschien wel op een van die boomen, om een praatje met de vogeltjes te houden (toejuichend gegiegel). Het doet mij waarlijk goed, zoovele heldere, vriendelijke gezichtjes op eene plaats als deze bijeen te zien on te leeren wat braaf en goed is."

    En in dien geest ging het voort. Het zal niet noodig zijn er meer bij te voegen, want de redevoering liep over een onderwerp, waarin weinig verscheidenheid is en dat wij allen honderd malen gehoord hebben.

   -Ara, minyons, necessito que segueu tan correctament i gentilment com pugueu, i em presteu tota la vostra atenció per un minut o dos. Això és, així. Així és com ho fan els nens i les nenes bons minyons. Estic veient una nena petita que mira enfora de la finestra; em temo que es pensa que estic en algun indret d'allí fora: potser dalt d'un arbre fent un discurs als ocellets. (Rialleta aprovatòria.) He de dir-vos quin bé em fa, de veure tantes carones netes i brillants acoblades en un lloc com aquest, aprenent de obrar rectament i d'ésser bons.

    I així succesivament. No és necessari de trametre la resta del discurs. És un model que no varia; això fa que ens sigui familiar a tots.

   Het laatste gedeelte der speech viel in het water door het hervatten der gevechten en andere vermakelijkheden onder sommigen der ondeugendste jongens en door een zich wijd en zijd verspreidend gefluister en gedraai, dat zelfs doordrong tot aan den voet van ongenaakbare rotsen als Marie en Sid. Doch zoodra Mr. Walter's stem hare diepste tonen liet hooren, hield elk geluid eensklaps op en het eind der rede werd dankbaar, maar zwijgend begroet.

   El darrer terç del discurs fou malmès pel renovellament de lluites i altres divertiments entre alguns nois de mala conducta, i per les inquietuds i murmuris que s'estenien arreu arreu, banyant, fins i tot, els fonaments de roques isolades i incorruptibles com Sid i Mary. Però tot això parà de sobte en apaivagar-se la veu del senyor Walters; i la conclusió del discurs fou rebuda amb un esclat de silenciós agraïment.

   Dit gefluister had zijne oorzaak te danken aan een min of meer merkwaardig feit, het binnentreden van bezoekers. Deze waren de rechter Thatcher, vergezeld van drie andere personen, t. w. een stumperig oud mannetje, een zwaarlijvigen heer van middelbaren leeftijd met grijsachtig haar, en eene deftige dame, blijkbaar de echtgenoote van den dikken heer. De dame hield een klein kind bij de hand.

    Tom was den ganschen morgen onrustig en ontevreden op zichzelven geweest en hij werd, telkens wanneer hij Amy Lawrence's oog ontmoette, of haar van liefde getuigenden blik opving, door gewetenswroegingen gekweld. Maar toen hij het meisje aan de hand der dame zag, klopte zijn hart op eens van gelukzaligheid. In een oogenblik was hij met al zijne macht aan het uitdeelen van klappen, plukharen, gezichten trekken, in één woord, aan het gebruiken van die kunstgrepen, welke hem geschikt voorkwamen om een meisje te bekoren en hare toejuiching te winnen. En de reden van die opgetogenheid was--de herinnering aan de vernedering in den tuin van zijn engel ondervonden.

   Una bella part dels murmuris havia estat ocasionada per un esdeveniment més o menys inavesat: l'entrada de visitants: l'advocat Thatcher, acompanyat de un home molt vell i molt feble, i d'un bell senyor cavallerívol, de mitja edat i cabell gris d'acer, i una senyora tota digna, que era sens dubte la muller de aquest. La senyora portava una nena. Tom havia estat inquiet y ple de pruïges i malhumor, i amb la consciència que el remordia: no podia confrontar l'esguard d'Amy Lawrence, no podia sofrir sa mirada amorosa. Però quan veié la petita nouvinguda, son esperit se abrandà tot ell de benaventurança en un dir Jesús. A l'instant següent, feia ostentació de si mateix amb totes les seves forces; dant cops de puny als altres nois, estirant-los els cabells, fent ganyotes: en una paraula, servint-se de tota art que semblés adequada per a fascinar una noia i guanyar-ne l'aplaudiment. La seva gaubança no tenia sinó una clivella: el record de la seva humiliació en el jardí d'aquell àngel; però aquella sorrenca memòria l'anaren esborrant ones rues de felicitat que li passaven al damunt.

   De bezoekers kregen de eereplaats, en zoodra de heer Walter geëindigd had, stelde hij hen aan het schoolpersoneel voor. De man van middelbaren leeftijd bleek een zeer gewichtig persoon te zijn, niet minder dan een raadsheer,--in het kinderoog het meest verheven wezen, dat ooit heeft bestaan. Zij waren dan ook meer dan verlangend om te weten van wat voor stof hij gemaakt was en zaten half hoopvol, half angstig te luisteren of zij hem ook zouden hooren brullen. Hij kwam van Konstantinopel,--zeer ver van St. Petersburg; hij had dus gereisd en de wereld gezien, ja; zijne oogen hadden het rechtsgebouw der hoofdplaats aanschouwd, dat--zeide men--een koperen dak had.

    De doodelijke stilte en de rijen van starende oogen waren getuigen van het ontzag, dat dit denkbeeld inboezemde. Hij was de groote raadsheer Thatcher, de eigen broeder van hun rechter. Jeff Thatcher stond dadelijk op om op gemeenzamen toon met den grooten man te spreken en door de gansche school benijd te worden. Het zou als muziek in zijne ooren geklonken hebben, indien hij het gefluister had kunnen verstaan.

   Als visitants hom els donà el més alt seient d'honor, i, tan prest com fou acabat el discurs del senyor Walters, ell els presentà a l'escola. El senyor de mitja edat resultà ésser un prodigiós personatge; no altre que el jutge del comtat; la més augusta creació, en absolut, que aquells infants haguessin mai contemplat, i ells es demanaven de quina mena de material era bastit; i mig volien sentir-lo braolar i mig temien que arribés a fer-ho. Era de Constantinoble, a dotze milles de distància; així és que havia viatjat i vist el món: els ulls que hom tenia al davant havien vist la Casa del Tribunal del Comtat, que hom deia que tenia una teulada de llauna. L'astorament que aquestes reflexions inspiraven, el demostrava l'impressionat silenci i les fileres d'ulls mirant de fit a fit. Aquest era el gran jutge Thatcher, germà de llur propi advocat. Jeff Thatcher immediatament avançà a mostrar-se familiar amb el gran home i a ésser envejat per l'escola. Hauria estat música per a son esperit, de sentir els murmuris.

   "Kijk eens, Jim! hij gaat naar hem toe! Kijk eens, hij geeft hem eene hand, een hand! Wou jij niet, dat je Jeff was?"

   -Mira-te'l, Jim! còm puja allí damunt. Mira! ara va a donar-li una estreta de mà; ara li està donant l'estreta de mà. Ma noi! No t'agradaria d'ésser En Jeff?

   Intusschen was het geheele personeel bezig zijn best te doen, om in een voordeelig licht te treden. De heer Walter trachtte "uit te komen" door het verrichten van allerlei soort van luidruchtige ambtsbezigheden, door orders te geven hier, straffen op te leggen daar, en terechtwijzingen uit te deelen, waar de gelegenheid zich maar voordeed. De bibliothecaris trachtte "uit te komen" door met onmogelijke pakken boeken van het eene einde van het lokaal naar het andere te loopen en door dat rumoer en die opschudding te maken, waarin zulke lieden behagen scheppen. De leeraressen trachtten "uit te komen" door zich vriendelijk tot de leerlingen voorover te buigen, die zij een oogenblik te voren een oorveeg gegeven hadden, en door coquet kleine vingertjes tegen stoute jongens op te heffen en de zoeten vriendelijk op de schouders te kloppen. De ondermeesters trachtten "uit te komen" door zachte vermaningen uit te deelen en door ander gezagsvertoon, dat blijk moest geven van hun slag om de orde te handhaven. De kleine jongens en meisjes trachten "uit te komen" door de lucht met proppen papier en het geluid van schuifende voeten te vervullen. En boven dit alles zat de groote man en liet een raadsheerlijken glimlach over de geheele school gaan en koesterde zich in den zonneschijn van zijn eigen grootheid, want ook hij trachtte "uit te komen."

   El senyor Walters es posa a «fer-se veure» amb tota mena de bellugueigs i activitats, donant ordes, formulant judicis, fent advertiments aquí, allí, onsevulla que pogués trobar una rodella. El bibliotecari «es feia veure», corrent d'ací d'allí amb les mans plenes de llibres i fent una pila d'aquella fressa i aldarull en que es complau l'autoritat d'un insecte. Les joves senyoretes mestresses «es feien veure», decantant-se dolçament damunt deixebles que feia poc temps havien estat apunyegats, alçant ditets advertidors envers els nois dolents i dant amorosos copets als bons minyons; els joves senyors mestres «es feien veure» amb petits renys i altres petites demostracions d'autoritat i bella atenció a la disciplina; i la major part dels mestres, d'ambdós sexes, trobaren coses a fer a la llibreria, vora el púlpit, i eren coses que calia tornar a fer dues o tres vegades (amb molta de vexació aparent). Les nenes «es feien veure» de diverses maneres, i els nens «es feien veure» amb tanta de diligència, que l'aire era tot ple de boles de paper i del murmuri de les baralles. I, per damunt de tot això, el gran home seia, i irradiava un majestuós somriure judicial damunt tota la casa, i s'escalfava al sol de la seva pròpia grandiositat, perquè també ell «es feia veure».

   Er ontbrak nog slechts één ding, om des heeren Walters verrukking tot haar hoogste volkomenheid te brengen--en dat was de kans om een bijbelprijs uit te deelen en een wonder te vertoonen. Verscheidene leerlingen bezaten een paar gele kaartjes, maar geen enkele had er genoeg; hij was reeds bij de wonderkinderen onder zijn leerlingen rond geweest en zou goud gegeven hebben om den Duitschen jongen eventjes met gezonde hersenen terug te hebben.

   Només una cosa mancava per completar l'èxtasi del senyor Walters, i era l'avinentesa de fer a mans una Bíblia de premi, i exhibir un prodigi. Diversos deixebles tenien uns quants bitllets grocs, però ningú no en tenia prou; ell havia anat assabentant-se'n entre els alumnes més assenyalats. Hauria donat tot el món, ara, per a tornar a tenir aquell noi alemany amb el seny complet.

   Juist op dit op ogenblik, toen alle hoop hem dreigde te ontvlieden, kwam Tom Sawyer uit de bank met negen gele, negen roode en tien blauwe kaartjes en verzocht om den bijbel. Dit was een donderslag uit een onbewolkten hemel! Uit dien hoek zou Walter in geen tien jaar dergelijk blijk van naastigheid verwacht hebben. Maar er was niets aan te doen;--daar lagen de bewijzen en zij waren echt. Aan Tom werd daarom eene eereplaats aangewezen in de nabijheid van den Raadsheer en de andere uitverkorenen, en het groote nieuws werd in de hoofdkwartieren verspreid. Het was eene verbazende verrassing, en de held werd tot des Raadsheers hoogte verheven, zoodat de school in plaats van één wonder er twee te aanschouwen kreeg. Al de jongens verteerden van afgunst, maar de bitterste kwellingen verduurden de knapen, die te laat bemerkten, dat zij tot dezen hatelijken luister hadden medegewerkt, door aan Tom kaartjes te verkoopen voor de schatten, die hij met het witten verdiend had. Dezen verachtten zichzelven als de dupes van een sluwen bedrieger, van een verraderlijken adder in het gras.

   I en aquell moment, quan l'esperança era morta, Tom Sawyer avançà amb nou bitllets grocs, nou de vermells i deu de blaus i demanà una Biblia! Això fou com una tamborinada en un cel clar. Walters no esperava una petició per aquell indret ni en deu anys a venir. Però no calia dar-hi voltes: veu's aquí els documents fefaents, i no tenien cap tara. Així és que Tom fou enlairat al veinatge del jutge i l'altre escollit, i la gran nova fou anunciada del quarter general estant. Fou la sorpresa més atarantadora de la dècada; i tan pregona fou la sensació, que aixecà el nou heroi a l'altura de l'heroi judicial, i l'escola tingué dues meravelles a contemplar en lloc d'una. Els nois es sentiren rosegats per l'enveja; però els que sofriren les més amargues punyides foren els que s'adonaren massa tard que havien contribuït a aquesta odiada esplendor, en vendre bitllets a Tom a canvi de la riquesa que ell havia acoblat venent privilegis d'emblanquinar. Es menyspreaven a sí mateixos, com a enganyats per un frau astut, per un serpent criminal amagat en l'herba.

   De prijs werd aan Tom uitgereikt met al de loftuigingen, welke de catechiseermeester onder de bestaande omstandigheden uit zijn binnenste kon oppompen, doch waaraan slechts één ding ontbrak namelijk waarheid, want de arme man voelde instinctmatig, dat hij hier voor een geheim stond, hetgeen misschien het licht niet zien kon. Het was de ongerijmdheid zelve, dat deze knaap een voorraad van twee duizend schoven schriftuurlijke wijsheid had vergaard, aangezien ongetwijfeld reeds een dozijn te veel voor zijne krachten geweest zou zijn.

   El premi fou remès a Tom amb tanta d'efusió com el superintendent pogué bombar-se en aquelles circumstàncies; però li mancava quelcom de l'autèntic broll, perquè l'instint del pobre subjecte li féu saber que allí hi havia un misteri que potser no comportava la llum; era simplement absurd que aquell noi hagués amagatzemat dues mil gavelles de ciència escripturística en sos locals: una dotzena agotarien la seva capacitat, sens dubte.

   Amy Lawrence was trotsch en verheugd en zij deed haar best Tom dit te doen zien, maar hij wilde niet kijken. Dit verwonderde haar; zij werd een weinig ongerust, kreeg toen een onbestemd gevoel van argwaan, dat kwam en verdween en weer terugkwam, totdat een steelswijs geworpen blik haar alles openbaarde. En toen brak haar hart en zij werd jaloersch en boos; zij begon te schreien en haatte de geheele wereld, en Tom met haar,--zoo dacht zij ten minste.

   Amy Lawrence estava orgullosa i contenta, i feia per manera d'aconseguir que Tom la mirés a la cara, però ell no hi volia mirar. Ella se n'estranyà: després estigué una mica contorbada; després una vaga sospita vingué i passà i retornà de bell nou; ella sotjà; una llambregada furtiva li digué qui-sap-les coses, i aleshores son cor es trencà, i es sentí gelosa, i irosa, i li vingueren les llàgrimes als ulls, i odià tothom: Tom més que tots els altres, pensà ella.

   Tom werd aan den Raadsheer voorgesteld, maar zijn tong kleefde hem aan 't verhemelte. Zijn hart bonsde,--gedeeltelijk ten gevolge van de angstwekkende grootheid van dien man, maar vooral omdat hij haar oom was. Indien het donker was geweest, zou hij wel op zijne knieën hebben willen vallen om hem te aanbidden. De Raadsheer legde zijne hand op Toms hoofd, noemde hem een aardig kereltje en vroeg hem, hoe hij heette. De jongen stamelde, hijgde naar adem en stootte eindelijk uit:

   Tom fou presentat al jutge, però tenia la llengua travada; l'alè amb prou feines li venia; son cor glatia violentament, en part a causa de la paorosa grandesa d'aquell home, però principalment perquè ell era el pare d'ella. Li hauria plagut de caure en terra i adorar- lo, si haguessin estat a les fosques. El jutge posà la mà damunt la testa de Tom i el nomenà gentil homenet, i li demanà còm se deia. El noi tartamudejà, badà la boca, i ho tragué enfora:

   "Tom!"

   -Tom.

   "Neen, niet Tom, niet waar? Gij heet....?"

   -Oh! no! no Tom... és...

   "Thomas!"

   -Tomàs.

   "Juist. Maar er behoort nog nog iets bij. Gij hebt toch ook een geslachtsnaam, niet waar--en dien wilt gij mij immers wel mededeelen?"

   -Ah! això és. Em pensava que n'hi hauria una mica més, potser. Molt bé. Però gosaria dir que en teniu un altre, i me'l direu, veritat?

   "Zeg mijnheer uw anderen naam, Thomas," zeide de heer Walter, "en voeg er 'mijnheer' achter. Gij hebt toch manieren geleerd."

   -Digueu al senyor quin és l'altre nom, Tomàs- digué Walters. -I digueu senyor. Cal que no oblideu la vostra urbanitat.

   "Thomas Sawyer, mijnheer."

   -Tomàs Sawyer, senyor.

   "Ziezoo, dat is een goede jongen. Een lieve jongen! Een aardig, manhaftig kereltje! Twee duizend verzen is een groot aantal, Thomas, een zeer groot aantal. Maar gij zult u nooit de moeite berouwen, ze geleerd te hebben. Want kennis is meerder waard dan al wat deze wereld ons geven kan, daar kennis ons groot en goed maakt. Gij zult eens een groot en een goed man worden, Thomas, en dan zult gij op het verleden terugzien en zeggen: Dat alles heb ik te danken aan het voorrecht van in mijn jeugd de zondagsschool bezocht te hebben; alles aan mijn brave meesters, alles aan den goeden catechiseermeester, die mij aanmoedigde en mij een bijbel gaf, een prachtigen, sierlijken bijbel, dien ik voorgoed mocht houden; alles aan mijne uitnemende opvoeding. Dat zult gij eens zeggen, Thomas, en voor geen geld ter wereld zult ge het genot willen missen deze twee duizend verzen in het geheugen geprent te hebben,--neen, waarlijk niet. En nu zult gij mij en deze dame wel iets willen mededeelen van hetgeen gij geleerd hebt, want wij stellen groot belang in vlijtige jongens. Zonder twijfel kent gij de namen der apostelen, niet waar? Wilt gij mij eens zeggen, wie de twee eersten waren, die den Heer volgden?"

   -Això és! D'això en dic un bon minyó. Bell minyó. Bell: un homenet. Dos mil versos és molt, moltíssim. I mai no us ha de doldre el treball que us heu donat per apendre'ls; perquè el saber val més que cap altra cosa del món; això és el que fa que els homes es tornin bons i grans; sereu un gran home i un home bo algun dia, Tom, i aleshores mirareu enrera i direu: «-Tot és degut als beneficis de la preada escola dominical de la meva infantesa; tot és degut a mos benvolguts professors, que m'ensenyaren a apendre; tot és degut al bon superintendent, que m'encoratjà i vetllà per mi i em donà una bella Bíblia, una Bíblia esplèndida i elegant, per servar-la i tenir-la per al meu ús, per a sempre més; tot és degut a la recta educació!» Això és el que direu, Tomàs; i no els voldríeu baratar per cap diner aquests dos mil versos, no: en cap manera no voldríeu. I ara no us recarà de dir-me a mi i aquesta senyora alguna de les coses que heu après (ah! comprenc que no us recarà), perquè estem orgullosos dels minyonets que aprenen. Sabeu, sens dubte, els noms de tots els dotze deixebles. Voleu dir-nos els noms dels dos primers que foren elegits?

   Tom trok aan een der knoopen van zijn buis en keek den Raadsheer bedremmeld aan. Hij bloosde en sloeg de oogen neder. Den heer Walter zonk het hart in de schoenen. Hij wist, dat de jongen zelf de eenvoudigste vraag niet beantwoorden kon. Waarom vroeg de Raadsheer hem? Toch voelde hij zich verplicht te spreken en zeide:

   Tom anava estirant-se un botó i prenent un posat temorenc. S'enrojolà, aleshores, i sos ulls es decantaren a terra. El cor del senyor Walters s'esfondrà dintre seu. Es digué a sí mateix: -No és possible que el noi pugui respondre la més senzilla pregunta: per qué n'hi fa cap el jutge? Però es va sentir obligat a dir quelcom en alta veu, i va fer:

   "Antwoord mijnheer, Thomas! Wees niet bang."

   -Respongueu al senyor, Tomàs: no tingueu por.

   Tom stond op heete kolen.

   Tom encara no disparava.

   "Ik weet zeker, dat gij het mij wel zult willen zeggen," zeide de dame. "De namen der twee eerste discipelen waren....?"

   -Bé, conec que m'ho direu a mi- digué la senyora. -Els noms dels dos primers deixebles eren...

   "David en Goliath!"

   -DAVID I GOLIAT!

   Laat ons over het overige van het tooneel meedoogend een sluier werpen.

   Correm una cortina caritatívola damunt la resta de l'escena.