Tom kwam te huis in een allertreurigste gemoedsstemming, en de eerste woorden, die zijne tante tot hem richtte, bewezen hem dat bij haar geen troost voor zijn verdriet te vinden was, want het luidde terstond:
Tom rentra chez lui de fort méchante humeur. Il se sentait tout triste et les premières paroles de sa tante lui montrèrent qu’il n’était pas encore au bout de ses tourments.
"Tom, ik zou wel grooten lust hebben je levend te villen!"
« Tom, j’ai bonne envie de t’écorcher vif !
"Wat heb ik dan gedaan, tantelief?"
– Qu’est-ce que j’ai fait, tante Polly ?
"Genoeg om die straf te verdienen. Zoodra je weg waart, ben ik, oude gekkin, naar Sientje Harper geloopen, in de hoop van haar al den onzin over dien droom van jou te doen gelooven, en daar vertelt zij mij, dat zij van Joe gehoord heeft, dat je de rivier overgezwommen bent en 's avonds onder mijn bed alles hebt afgeluisterd wat wij dien nacht gesproken hebben. Tom, ik weet niet wat er van een jongen groeien moet, die zich zoo gedraagt als jij. Ik schaam me dood, als ik er aan denk, dat je me stilletjes, zonder een gezicht te vertrekken, naar Sientje Harper hebt laten gaan!"
– Ah ! tu trouves que tu n’as rien fait ! Voilà que je m’en vais comme une vieille imbécile chez Sereny Harper pour lui raconter ton rêve et, pas plus tôt chez elle, j’apprends que Joe lui a dit que tu étais venu ici en cachette et que tu avais écouté toute notre conversation. Mais enfin, Tom, je me demande ce qu’un garçon capable de faire des choses pareilles pourra bien devenir dans la vie ? Je ne sais pas ce que ça me fait de penser que tu m’as laissée aller chez Sereny sans dire un mot. Tu ne t’es donc pas dit que j’allais me couvrir de ridicule ? »
Uit dat oogpunt had Tom de zaak nog niet beschouwd. Het verhaal, dat hem vóór schooltijd zoo ijselijk grappig had toegeschenen, was nu een gemeene leugen geworden. Hij liet het hoofd hangen en wist niet wat hij zeggen zou. Eindelijk stamelde hij:
Tom, qui s’était trouvé très malin le matin au petit déjeuner, retomba de son haut.
"Tantelief, ik wou dat ik het niet gedaan had, maar ik deed het zonder nadenken."
« Je regrette, tante, mais je… je n’avais pas pensé à cela.
"O kind, je denkt nooit,--behalve wanneer het je zelf geldt. Je dacht wel, toen je in den pikdonkeren nacht van Jackson Island kwaamt afzakken, om ons over onze droefheid uit te lachen, en toen je mij met een leugen over een droom voor den gek hield; maar om medelijden met ons te hebben en ons angst te sparen, daaraan had je niet gedacht."
– Ah ! mon enfant ! Tu ne penses jamais à rien ! Tu ne penses qu’à ce qui te fera plaisir. Tu as bien pensé à venir en pleine nuit de l’île Jackson pour te moquer de nos tourments et tu as bien pensé à me jouer un bon tour en me racontant ton prétendu rêve, mais tu n’as pas pensé une minute à nous plaindre et à nous épargner toutes ces souffrances.
"Tante, ik weet dat het gemeen was, maar waarlijk het was mijne bedoeling niet zoo slecht te zijn,--neen, wezenlijk niet. En dan dien nacht ben ik heusch niet gekomen om u uit te lachen."
– Tante Polly, je me rends compte maintenant que je vous ai fait beaucoup de chagrin, mais je n’en avais pas l’intention. Tu peux me croire. Et puis, ce n’est pas par méchanceté et pour me moquer de vous tous que je suis venu ici l’autre nuit.
"Waarom kwam je dan?"
– Alors, pourquoi es-tu venu ?
"Eigenlijk om u te zeggen, dat ge niet ongerust over ons behoefdet te wezen, omdat wij niet verdronken waren.
– Pour vous dire de ne pas vous inquiéter parce que nous n’étions pas noyés.
"Tom, Tom, ik zou het dankbaarste schepsel van de wereld zijn, indien ik gelooven kon, dat je ooit zulk een goede gedachte gehad hebt, maar je weet best, dat het niet zoo was."
– Tom, Tom, je serais bien trop contente de pouvoir te croire, seulement tu sais bien toi-même que ce n’est pas vrai, ce que tu me dis là.
"Waarachtig, tante, ik heb het daarom gedaan;--ik mag sterven, als het niet waar is."
– Mais si, ma tante, je te le jure. Que je meure, si ce n’est pas vrai !
"Tom lieg niet,--doe dat toch niet. Dat maakt het geval nog honderdmaal erger."
– Voyons, Tom, ne mens pas. Ça ne fait qu’aggraver ton cas.
"Ik lieg niet, tantelief; het is de waarheid. Ik wilde u verdriet sparen; daarom alléén ben ik gekomen."
– Ce n’est pas un mensonge, tante, c’est la vérité. Je voulais t’empêcher de te tourmenter, c’est uniquement pour ça que je suis venu.
"Ik zou een wereld geven, als ik 't gelooven kon; hij zou eene macht van zonde bedekken. Ik zou er dan bijna blij om zijn, dat gij zijt weggeloopen en zoo slecht hebt gehandeld. Maar 't is niet aan te nemen; want waarom heb je het dan niet gezegd, kind?"
– Je paierais cher pour que ce soit vrai, ça me ferait oublier bien des choses, mais ça ne tient pas debout. Pourquoi serais-tu venu et ne m’aurais-tu rien dit ?
"Wel, ziet u, tantelief, toen ik over den lijkdienst hoorde spreken, werd ik zoo vervuld door het heerlijk denkbeeld om mij met Joe en Huck in de kerk te verbergen, dat ik het niet over mij kon verkrijgen den boel te bederven, en daarom stak ik de boomschors weder in den zak"
– Tu comprends, tante Polly, j’avais l’intention de te laisser un message, mais quand tu as parlé de service funèbre, j’ai eu tout de suite l’idée d’assister à notre propre enterrement en nous cachant dans l’église et, forcément, ça aurait raté si je t’avais prévenue d’une manière ou d’une autre. Alors, j’ai remis mon morceau d’écorce dans ma poche et je suis reparti.
"Welke boomschors?"
– Quel morceau d’écorce ?
"Och de schors, waarop ik geschreven had, dat wij zeeroovers waren. Ik wou nu, dat u maar wakker geworden waart, toen ik u kuste; wezenlijk, dat wou ik."
– Celui sur lequel j’avais écrit que nous étions partis pour devenir pirates. Je regrette bien maintenant que tu ne te sois pas réveillée quand je t’ai embrassée, je t’assure. »
Les traits de la vieille dame se détendirent et ses yeux s’emplirent d’une soudaine tendresse.
"Heb je mij gezoend?"
« C’est vrai, Tom, tu m’as bien embrassée, Tom ?
"Ja zeker."
– Absolument vrai.
"Stellig, Tom?"
"Ja, wezenlijk, tantetje,--op mijn woord van eer."
"Waarom heb je dat gedaan, Tom?"
– Pourquoi m’as-tu embrassée, Tom ?
"Omdat ik het zoo lief van u vond, dat ge zoo bedroefd over mij waart;--dat speet mij zoo."
– Parce que je t’aime beaucoup et que tu avais tant de chagrin. »
De woorden klonken als de waarheid. De oude tante kon eene kleine trilling in hare stem niet verbergen, toen zij sprak:
Les mots sonnaient si vrais que la vieille dame ne put s’empêcher de dire avec un tremblement dans la voix :
"Kus mij nog eens, Tom!--en loop dan naar school en plaag mij niet meer"
« Allons, Tom, viens m’embrasser et sauve-toi à l’école, et surtout tâche de ne plus me causer de tracas. »
Toen hij weg was, ging tante Polly naar een kleerkast en haalde daaruit het buisje, dat Tom tijdens zijn zeerooverschap had aangehad. Zij hield het een oogenblik in de hand en zeide tot zich zelve:
Dès qu’il fut parti, tante Polly se dirigea vers un placard et en sortit la malheureuse veste dans laquelle Tom avait exercé ses talents de pirate.
"Neen, ik durf niet.--Arme jongen, ik weet zeker dat hij gelogen heeft,--maar het was een gezegende, driewerf gezegende leugen! Ik hoop, dat de Heer.... neen, ik weet zeker, dat Hij hem vergeven zal, omdat het zoo lief van hem was, dat hij het vertelde. Maar ik wil er geen onderzoek naar doen."
« Non, dit la vieille dame à haute voix. Je vais la remettre en place. Je sais que Tom a menti, mais il a menti pour me faire plaisir. Dieu lui pardonnera. Alors, ce n’est pas la peine de regarder dans ses poches. »
Zij legde het buisje weg en bleef een oogenblik in gedachten verzonken, voor de kast staan. Tweemaal stak zij de hand uit, om het kleedingstuk nog eens op te nemen en twee malen bedwong zij zich. Nogmaals, en dezen keer waagde zij het, zich zelve troost insprekende met de gedachte: "Het is een goede leugen--een beste leugen; ik zal het mij niet aantrekken dat het onwaar is."--En het buisje werd doorzocht. En daar vond ze Toms stukje hout en las onder een vloed van tranen de woorden, die er op geschreven stonden, zeggende: "Nu kan ik het den jongen vergeven, ook al had hij millioenen zonden begaan."
Elle posa la veste sur une chaise et s’éloigna. Mais la tentation était trop forte. Elle revint sur ses pas et enfouit sa main dans la poche de Tom. Un moment plus tard, les joues ruisselantes de larmes, elle lisait le message écrit sur un morceau d’écorce. « Maudit polisson, murmura-t-elle. Je lui pardonnerais encore, même s’il avait commis un million de péchés ! »