De lotgevallen van Tom Sawyer

汤姆.索亚历险记

   HOOFDSTUK XXV.

   第二十五章

   Er komt een tijd in elk wel ingericht jongensleven, dat hij door eene vurige begeerte wordt aangegrepen om ergens een verborgen schat te gaan zoeken. Dat verlangen bekroop plotseling Tom. Hij stapte de deur uit om Joe Harper op te zoeken, doch zonder baat. Toen ging hij naar Ben Rogers; helaas! deze was visschen. Weldra echter liep hij Huck tegen 't lijf en de beruchte straatjongen stond hem te woord. Tom nam hem met zich naar een eenzame plaats en deelde in vertrouwen zijn voornemen mede. Huck werd bereid gevonden; hij had gaarne de hand in elke onderneming, welke genot beloofde en geen geld kostte, daar hij een lastigen overvloed van die soort van tijd had, die geen geld is. "Waar zullen wij graven!" vroeg Huck.

   生得健全的男孩长到一定的时候就会萌生强烈的欲望:到它处去掘地寻宝。一天,汤姆也突生此念。他外出去找乔·哈帕,但没有找到。接着,他又去找本·罗杰斯,可是他去钓鱼去了。不久,他碰到了赤手大盗哈克·费恩。这倒也不错。汤姆把他拉到一个没人的地方,推心置腹地和他摊了牌。哈克欣然表示同意。凡是好玩的,又无须花本钱的冒险活动,哈克总是乐而不疲的。他有足够的时间,而时间又不是金钱,他正愁着没处花呢。 “我们上哪儿挖去?”哈克问。

   "O, overal!"

   “噢,好多地方都行哪。”

   "Zoo, zijn dan overal schatten begraven?"

   “怎么,难道到处都藏金匿银吗?”

   "Neen, waarachtig niet. Zij zijn meestal op allervreemdste plaatsen verborgen, Huck;--somtijds op eilanden en ook wel in verrotte kisten, onder een tak van een ouden dooden boom op welken de maan te middernacht haar schaduw werpt. Doch doorgaans vindt men ze veel in den grond onder spookhuizen."

   “不,当然不是。财宝埋在一些相当特殊的地方,哈克——埋在岛上,有的装在朽木箱子里,埋在一棵枯死的大树底下,就是半夜时分树影照到的地方;不过,大多数情况下是埋在神鬼出没的房子下面。”

   "Wie verstopt ze?"

   “是谁埋的呢?”

   "Wel de roovers natuurlijk.--Wie anders, denk je. De catechiseermeester van de zondagsschool?"

   “嘿,你想还会有谁?当然是强盗们喽——难道是主日学校的校长不成?”

   "Ik weet het zoo niet. Indien ik een schat had, zou ik hem niet verstoppen: ik zou er hem doorlappen om een lekker leventje te hebben."

   “我不知道。换了我,我才不把它给埋起来,我会拿出去花掉,痛痛快快地潇洒一回。”

   "Ik ook; maar roovers doen dat niet; zij verbergen hem en laten hem waar hij is."

   “我也会的。但是,强盗们不这样干。他们总把钱埋起来,就撒手不问了。”

   "Komen zij hem nooit halen?"

   “埋过以后他们就不再来找它吗?”

   "Neen; zij hebben er wel plan op, maar zij vergeten doorgaans de plaats, waar zij hem verstopt hebben, of zij gaan dood. Hoe dan ook, hij blijft lang onder den grond liggen en begint te roesten; en in verloop van tijd vindt de een of ander een oud geel stukje papier, dat hem zegt waar de schat begraven is;--een papiertje dat men in een week niet ontcijferen kan, omdat het schrift enkel uit teekens en hiëroglyphen bestaat."

   “不,他们是想再找的。可是,他们要不是忘记当初留下的标志,就是死了。总之,财宝埋在那里,时间长了,都上了锈。渐渐地等到后来,就有人发现一张变了色的旧纸条,上面写着如何去找那些记号——这种纸条要花一个星期才能读通,因为上面用的差不多尽是些密码和象形文字。”

   "Hiëro... wat?"

   “象形——象形什么?”

   "Hiëroglyphen! Dat zijn prentjes en dingen, schijnbaar zonder beteekenis."

   “象形文字——图画之类的玩艺儿,你知道那玩艺儿看上去,好像没有什么意思。”

   "Heb jij ook van die papiertjes, Tom?"

   “你得到那样的纸条了吗,汤姆?”

   "Neen."

   “还没有。”

   "Hoe kun je dan de teekenen uitvinden?"

   “那么,你打算怎么去找那些记号呢?”

   "Wel, ik heb geen teekenen noodig. Schatten worden ook wel onder een spookhuis begraven of op een eiland, of onder een dooden boom met vooruitstekende takken. Wij hebben het op Jacksons Island al zoo wat geprobeerd en nu kunnen wij weer ergens anders aan den gang gaan. Daar heb je bij voorbeeld het oude spookhuis, Hill-House Branch, en verder zijn er een menigte boomen met doode takken."

   “我不需要什么记号。他们老爱把财宝埋在闹鬼的屋子里或是一个岛上,再不就埋在枯死的树下面,那树上有一独枝伸出来。哼,我们已经在杰克逊岛上找过一阵子了,以后什么时候,我们可以再去找找。在鬼屋河岸上,有间闹鬼的老宅,那儿还有许许多多的枯树——多得很呢。”

   "Vindt men ze onder alle?"

   “下面全埋着财宝吗?”

   "Wat praat je toch! Natuurlijk niet!"

   “瞧你说的!哪有那么多!”

   "Hoe weet je dan onder welke je moet zoeken?"

   “那么,你怎么知道该在哪一棵下面挖呢?”

   "Wij moeten ze alle uitgraven."

   “所有的树下面都要挖一挖。”

   "Maar, Tom, dan kunnen wij den geheelen zomer wel aan den gang blijven!"

   “哎,汤姆,这样干,可得挖上一整个夏天呀。”

   "Wat kan dat schelen? Verbeeld je, dat we eens een koperen pot vinden met honderd roestige dollars er in, of een verrotte kist met diamanten. Wat zou je daarvan zeggen?"

   “哦,那又怎么样?想想看你挖到一个铜罐子,里面装了一百块大洋,都上了锈,变了颜色;或者挖到了一只箱子,里面尽是些钻石。你该作何感想?”

   Hucks oogen glinsterden.

   哈克的眼睛亮了起来。

   "Dat is zat, meer dan zat voor mij. Geef mij de honderd dollars, dan mag jij de diamanten houden!"

   “那可真太棒了。对我来说,简直棒极了。你只要把那一百块大洋给我就得了,钻石我就不要了。”

   "Afgesproken! De diamanten zijn lang niet te verwerpen. Sommigen zijn twintig dollars het stuk waard. Er zijn er haast geen, die je onder de zes verkoopen kunt."

   “好吧。不过,钻石我可不会随便扔掉。有的钻石一颗就值二十美元——有的也不那么值钱,不过也要值六角到一块。”

   "Wezenlijk? Is dat zoo?"

   “哎呀!是真的吗?”

   "Zeker; dat weet iedereen. Heb je er nooit een gezien, Huck?"

   “那当然啦——人人都这么说。你难道未见过钻石,哈克?”

   "Niet, dat ik mij herinner!"

   “记忆中好像没见过。”

   "O, de koningen hebben ze bij menigte."

   “嗨,国王的钻石可多着呢。”

   "Maar ik ken geen enkelen koning, Tom."

   “唉,汤姆,我一个国王也不认识呀。”

   "Dat wil ik wel gelooven. Hier zijn geen koningen; maar als je eens naar Europa gingt, zou je er een mud in het rond zien springen."

   “这我知道。不过,你要是到欧洲去,你就能看到一大群国王,到处乱窜乱跳。”

   "Springen zij?"

   “他们乱窜乱跳?”

   "Springen,--eend! Wel neen!"

   “什么乱窜乱跳——你这糊涂蛋!不是!”

   "Wel, waarom zeg je het dan?"

   “哦,那你刚才说他们什么来着?”

   "Och, ik bedoelde alleen maar, dat je ze zien zoudt,--maar niet zien springen, natuurlijk niet. Waarom zouden zij dat doen? Ik meen, dat je er den grond mede bezaaid zoudt zien, evenals bij dien Richard den Bultenaar."

   “真是瞎胡闹,我的意思是说你会看见他们的——当然不是乱窜乱跳——他们乱窜乱跳干什么?——不过,我是说你会看见他们——用通俗的话说就是到处都有国王。比方说那个驼背的理查老国王。”

   "Richard ...? Hoe heet hij nog meer?"

   “理查?他姓什么?”

   "Hij heeft geen anderen naam. Koningen hebben alleen maar één voornaam.

   “他没有什么姓。国王只有名,没有姓。”

   "Zoo?"

   “没有姓?”

   "Zeker, zoo is 't."

   “确实没有。”

   "Nu, als ze dat prettig vinden, laten ze hun gang gaan. Ik zou geen koning willen zijn, om alleen maar één voornaam te hebben, evenals de nikkers.--Maar zeg, waar ga je eerst graven?"

   “唉,要是他们喜欢,汤姆,那也好;不过,我不想当国王,只有名,没有姓,像个黑鬼似的。得了,我问你——你打算从哪儿动手呢?”

   "Dat weet ik nog niet. Zullen wij eerst beginnen onder dien ouden dooden tak op den heuvel, aan de overzijde van Hill-House Branch?"

   “嗯,我也不知道。我们先去鬼屋河岸对面的小山上,从那棵枯树那儿开始挖,你说好不好?”

   "Akkoord."

   “我同意。”

   De knapen wisten een gebrekkige bijl en een schoffel machtig te worden en ondernamen de voetreis van anderhalf uur. Zij kwamen bezweet en hijgend aan en legden zich onder de schaduw van een olmboom neder om uit te rusten en een pijp te rooken.

   于是,他们就找到一把不大好使的镐和一把铁锹,踏上了三英里的路程。等到达目的地,俩人已经热得满头大汗,气喘吁吁,于是往就近的榆树下面一躺,歇歇脚,抽袋烟。

   "Het bevalt mij," zei Tom.

   “我喜欢干这活儿。”汤姆说。

   "Mij ook," antwoordde Huck.

   “我也是。”

   "Zeg eens, Huck, als wij hier den schat vinden, wat doe jij dan met jouw aandeel?"

   “喂,我说哈克,要是现在就找到了财宝,你打算怎么花你的那份呢?”

   "Ik? Ik koop elken dag een pastei en een glas sodawater en ik ga naar elk paardenspel dat hier in de buurt komt. Ik verzeker je, dat ik het er van nemen zal."

   “嗨,我就天天吃馅饼,喝汽水,有多少场马戏,我就看多少场,场场不落。我敢说我会快活得像活神仙。”

   "Zou je er niets van opsparen?"

   “嗯,不过你不打算攒点钱吗?”

   "Opsparen? Waarvoor zou dat dienen?"

   “攒钱?干什么用?”

   "Om wat te hebben om later van te leven."

   “嘿,细水长流嘛。”

   "O, dat hoeft niet, als ik dat deed, zou Pop op een goeden dag terugkomen en er zijne klauwen op zetten, om er spoedig een eind aan te maken.--Wat doe jij met jouw part?"

   “哦,那没用的。我爸迟早会回到镇上,要是我不抓紧把钱花光,他一准会手伸得老长,抢我的钱。告诉你吧,他会很快把钱花得一个子儿不剩。你打算怎么花你的钱呢,汤姆?”

   "Ik koop een nieuwe trom, een sabel, een roode das, een groote poppenkast--en ik ga trouwen."

   “我打算买一面新鼓,一把货真价实的宝剑,一条红领带和一只小斗犬,还要娶个老婆。”

   "Trouwen?"

   “娶老婆!”

   "Ja zeker."

   “是这么回事。”

   "Tom, ben je mal, of wat scheelt je?"

   “汤姆,你——喂,你脑子不正常吧。”

   "Wacht maar: je zult het zien gebeuren."

   “等着瞧吧,你会明白的。”

   "Hemel, dat is nu het gekste ding, dat je doen kunt. Denk maar eens aan Pop en mijne moeder; ze deden niets dan vechten. Ik herinner mij dat als den dag van gisteren."

   “唉,要娶老婆,你可真傻冒透了。看看我爸跟我妈。穷争恶吵!唉,他们见面就打。自我记事他们一直打个没完。”

   "Dat doet er niet toe. Het meisje, waarmede ik ga trouwen, zal niet vechten."

   “这是两码子的事。我要娶的这个女孩子可不会跟我干仗。”

   "Tom, ik geloof dat zij allen hetzelfde zijn. Je kunt ze allen over één kam scheeren. Ik zou me, als ik jou was, nog eens bedenken eer ik dat deed. Ik zeg je, dat het je berouwen zal. Hoe heet die meid?"

   “汤姆,我以为她们都是一样。她们都会跟你胡搅蛮缠。你最好事先多想想。我劝你三思而后行。这个妞叫什么?”

   "'t Is geen meid;--'t is een meisje."

   “她不是什么妞——是个女孩子。”

   "Dat is hetzelfde; sommigen zeggen meid en anderen meisje. 't Is allebei goed. Hoe is haar naam?"

   “反正都一样,我想;有人喊妞,有人喊女孩——都是一码子事,一样。噢,对了,她到底叫什么来着,汤姆?”

   "Ik zal hem je later zeggen; nu nog niet."

   “等以后再告诉你——现在不行。”

   "Ook al goed. Alleen als je gaat trouwen, zal ik verlatener zijn dan ooit."

   “那好吧——以后告诉就以后告诉吧,只是你成了家就孤独了我喽。”

   "Neen, dat zul je niet, want je zult bij ons komen inwonen. Laat ons nu maar spoedig opstaan en aan het graven gaan."

   “那怎么会呢,你可以搬过来,跟我们一起住。咱们还是别谈这些,动手挖吧。”

   Zij werkten een half uur in het zweet hun aanschijns, doch zonder gevolg. Zij zwoegden nog een half uur, weder zonder baat. Toen zeide Huck:

   他们干了半个小时,大汗淋漓而未果。他们又拼命地干了半个钟头,还是一无所获。哈克说:

   "Worden die schatten altijd zoo diep begraven als deze?"

   “他们总是埋得这样深吗?”

   "Somtijds, niet altijd. Meestal niet. Ik geloof, dat wij op de verkeerde plaats zijn."

   “有时候是的——不过不总是这样。一般是不会这样的。我想我们是不是没找准地方。”

   Zij kozen daarom een andere plek uit en begonnen weder. De arbeid ging wat langzamer, doch zij maakten toch vorderingen en hielden het zwijgend eenigen tijd vol. Eindelijk ging Huck op zijne spade leunen, veegde zich met zijn mouw de parelen zweet van het voorhoofd en zeide:

   于是,他们又换了个新地方,开始挖起来。他们干得不快,但仍有所进步。他们坚持不懈,默默地干了一段时间。末了,哈克倚着铁锹,用袖子抹了把额头上豆大的汗珠,说道:

   "Waar ga je graven, wanneer wij door dezen boom heen zijn?"

   “挖完这个,你打算再到哪里去挖呢?”

   "Dan konden wij den ouden boom bij Cardiff Hill, achter het huis van de weduwe wel eens opdelven."

   “我想咱们也许可以到那儿去挖,卡第夫山上寡妇家后面的那棵老树下面挖。”

   "Dat zal wel een goede zijn. Maar zal de weduwe ons den schat niet afnemen, Tom? 't is op haar land."

   “那地方不错。不过,那寡妇会不会把咱们挖到的财宝据为己有呢,汤姆?那可是在她家的地上呀。”

   "Zij hem ons afnemen? Laat zij 't eens probeeren. Al wie een verborgen schat vindt, mag hem houden. Het doet er niet toe op wiens land het is."

   “据为己有!说得倒轻松,叫她试试看。谁找到的宝藏,就该归谁,这与谁家的地没任何关系。”

   Huck was met dit argument tevreden. De arbeid werd voortgezet. Eindelijk zeide Huck:

   这种说法令人满意。他们继续挖着。后来,哈克说:

   "Verduiveld, wij zijn zeker weer op de verkeerde plaats. Wat denk jij ervan?"

   “妈的,咱们准是又挖错了地方。你看呢?”

   "Het is erg vreemd, Huck. Ik begrijp het niet. Soms komen er wel eens heksen tusschenbeide. Ik denk, dat dit nu het geval is."

   “这就怪了,哈克。我真搞不懂。有时候,巫婆会暗中捣鬼。我猜问题出在这儿。”

   "Onzin! Heksen kunnen niets doen bij daglicht."

   “胡说!巫婆白天是没有法力的。”

   "Ja, dat is waar ook. Daar dacht ik niet aan. O, ik weet al wat het is. Wat zijn wij toch uilskuikens! Wij moeten zien te ontdekken, op welken tak tegen middernacht de schaduw van de maan valt, en onder dien tak graven."

   “对,这话不假。我没想到这一点。啊,我知道问题出在哪儿了!咱俩真是他妈的大傻瓜两个!你得搞清楚夜半时分,那个伸出的树杈影子落在什么地方,然后就在那里开挖才行呀!”

   "Vervloekt! dus hebben wij monnikenwerk gedaan. Nu zullen wij van nacht terugkomen. 't Is een verduiveld lange weg. Kun jij de deur uitkomen?"

   “可不是吗。真是的,我俩傻乎乎地白挖了一场。这事真该死,咱们得半夜三更跑到这儿来。路程可不近。你能溜出来吗?”

   "Ik denk het wel. Wij moeten het van nacht doen ook, want als iemand deze gaten ziet, zal hij het dadelijk begrijpen en zelf gaan zoeken."

   “我想我会出来。咱们今晚非来不可,因为要是给旁人看见这些坑坑洼洼,他们立刻就会知道这儿有什么,号上这块地方。”

   "Goed, dan zal ik van nacht weer komen miauwen."

   “那么,我今晚就到你家附近学猫叫。”

   "Best. Laat ons de spaden zoolang in het kreupelbosch verbergen."

   “好吧。咱们把工具藏到矮树丛里。”

   De knapen waren ter bestemder tijd op de afgesproken plaats en zaten in de schaduw van den boom te wachten. Het was een eenzaam oord en eene van oudsher plechtige ure. Geesten fluisterden door de ruischende bladeren, spoken loerden in sombere hoeken, het holklinkend geblaf van een hond werd in de verte gehoord en door een uil met zijne grafstem beantwoord. De knapen waren geheel onder den indruk dezer ernstige zaken en spraken bijna geen woord. Na een poosje meenden zij, dat het wel twaalf uren zou zijn; zij gaven nauwkeurig acht op de schaduwen en gingen aan het graven. De hoop begon in hun hart te herleven; hunne belangstelling werd grooter en hun vlijt hield daarmede gelijken tred. Het gat werd al dieper en dieper en telkens, wanneer de bijl op iets hards sloeg, sprong hun hart op van vreugde. Doch de eene teleurstelling volgde de andere. Het was nooit iets anders dan een steen of een paar stukken van beenderen. Eindelijk zeide Tom:

   当夜,两个孩子果然如约而来。他们坐在树荫底下等着。这是个偏僻的地方,又值夜半,迷信的说法把这地方搞得阴森森的。沙沙作响的树叶像是鬼怪们在窃窃私语,暗影里不知有多少魂灵埋伏着,远处不时传来沉沉的狗吠,一只猫头鹰阴森地厉叫着。两个孩子给这种阴沉恐怖的气氛吓住了,他们很少讲话。后来,估模时间该到12点钟了,他们就在树影垂落的地方作了记号,开始挖起来。他们的希望开始涨潮,兴致越来越高,干劲越来越大,坑越挖越深。每次他们听到镐碰到什么东西的声响,心都激动得怦怦狂跳,可每次又都免不了失望。原来那不过是碰到了一块石头或是一块木头。汤姆终于开口道:

   "Het zal niet baten Huck; wij zijn alweer aan den verkeerden boom."

   “这样干还是不行,哈克,咱们又搞错了。”

   "Maar wij kunnen niet verkeerd zijn: wij hebben precies de beschaduwde plek genomen."

   “哎,怎么会呢。咱们在树影落下的地方作的记号,一点没错。”

   "Dat weet ik wel, maar er is iets anders."

   “我知道,不过还有一点。”

   "Wat dan?"

   “是什么?”

   "Dat wij naar den tijd geraden hebben. Waarschijnlijk was het te laat of te vroeg."

   “唉,咱们只是在估摸时间。也可能太早了或太迟了。”

   Huck liet zijn schop vallen.

   哈克把铁锹往地上一扔。

   "Daar zul je het hebben," zeide hij. "Dat is het vervelende ervan. Wij kunnen nooit het juiste oogenblik bepalen, en buitendien, 't is hier al te griezelig om dezen tijd van den nacht, met ronddolende spoken en geesten. Ik heb een gevoel, alsof er voortdurend iets achter mij staat, en ik durf mij nauwelijks omkeeren, omdat er anderen achter mij kunnen zijn, die hun kans afwachten. Ik heb gebeefd als een riet, zoolang ik hier gestaan heb."

   “对,”他说,“问题就出在这儿。咱们别挖这个坑了。咱们根本搞不准时间,而且这事太可怕了,半夜三更的,在这么个鬼蜮横流的地方。我老觉得背后有什么东西盯着我。我简直不敢回头;前面说不定也有什么怪物在等着害咱们呢。自打来到这地方,我就浑身直起鸡皮疙瘩。”

   "Ik ook, Huck. Zij leggen meestal een dooden man in den kuil, onder den boom waarin zij een schat geborgen hebben."

   “唉,我也差不多有同感,哈克。他们在树下埋财宝的时候,通常还埋上一个死人来作看守。”

   "Hemelsche vader!"

   “天啊!”

   "Ja, dat doen zij. Dat heb ik altijd gehoord."

   “是真的。我常听人家这么说。”

   "Tom, ik houd er niet van, om in de buurt van doode menschen te zwerven. Je hebt er altijd min of meer last van."

   “汤姆,我不喜欢在有死人的地方闲荡。否则一定会遇上麻烦的,肯定会的。”

   "Ik ben er ook niet voor om ze aan den gang te maken, Huck. Verbeeld je eens, dat er zijn schedel opstak en begon te praten."

   “我也不想打扰他们。说不定这儿会有个死人伸出脑袋,开口说话呢!”

   "Spreek er niet van, Tom; 't is te vreeselijk."

   “别说了,汤姆!真恐怖。”

   "Gij hebt gelijk, Huck. Ik voel mij niets op mijn gemak."

   “嘿,可不是。哈克,我也觉得不对劲儿。”

   "Zeg eens Tom, zullen wij deze plaats opgeven en het ergens anders gaan beproeven?"

   “喂,汤姆,咱们还是别在这儿挖了,再到别处碰碰运气。”

   "Goed. Ik geloof ook dat het beter zal zijn. Waar moeten we nu heen?"

   “好吧,就这么办。”

   “再到哪儿去挖呢?”

   Tom bedacht zich een oogenblik en zeide toen:

   汤姆思忖了一会,然后说:

   "Naar het spookhuis."

   “到那间闹鬼的屋子里去挖。对,就这么办!”

   "Dank je; ik houd niet van spookhuizen, Tom. Daar zie je gezichten nog akeliger dan die van doode menschen. Lijken mogen praten, maar ze schuiven niet, als je er niet op verdacht bent, langs je heen in een lijkkleed, om over de schouders te kijken, en ze kunnen ook niet met hunne tanden knarsen, zooals een spook doet. Ik zou het besterven, Tom--en iedereen met mij."

   “妈的,我也不喜欢闹鬼的屋子,汤姆。唉,那里比死人还可怕。也许死人会说话,可是他们不会趁你不注意,披着寿衣悄悄溜过来,猛地从你背后探出身来,龇牙咧嘴;但他们就爱这么干。我可吃不住这份惊吓,汤姆——没人吃得住。”

   "Ja maar, Huck, spoken sluipen alleen 's nachts rond; zij zullen ons over dag het graven niet beletten."

   “是呀。不过,哈克,鬼怪只是在夜间才出来。咱们白天到那儿去挖,他们不会碍事的。”

   "Dat kan wel zijn. Maar je weet net zoo goed als ik, dat de menschen bij dag zoo min als bij nacht in de buurt van het spookhuis komen."

   “对,这话不错。可是你知道,不管是白天,还是夜里,都没人去那间鬼屋。”

   "Dat is omdat zij niet gaarne naar eene plaats gaan, waar een mensch vermoord is. Maar er is eigenlijk 's nachts nooit iets om dat huis gezien,--behalve een blauw licht bij het raam, doch geen echte spoken."

   “噢,这大概是因为他们不喜欢到一个出过人命案的地方去——可是,除了夜里,那所房子周围倒没谁看见过什么——夜里,只有些蓝光在窗户那儿飘来荡去——不是总有鬼。”

   "Wel, daar waar blauwe lichten dwarrelen, kun je er op aan dat geesten zijn. Dat is zoo zeker als iets, en iedereen weet, dat niemand dan geesten ze gebruiken."

   “哦,汤姆,你看到蓝光飘忽的地方,那后面一准跟着一个鬼。这是有道理的,因为你知道,除了鬼怪,没有什么人点蓝色的火光。”

   "Ja, dat is zoo. Maar zij komen nooit over dag; daarom behoeven wij niet bang te zijn."

   “是呀,这话没错。不过,既然他们白天不会出来,咱们还怕什么呢?”

   "Nu, goed dan; wij zullen bij het spookhuis gaan graven, als jij het wilt. Maar ik zeg je, dat je vrijwillig in gevaar loopt."

   “唉,好吧。既然你这么说,咱们就去探探那间鬼屋——不过,我想我们只是在碰运气。”

   Zij waren thans aan den voet van den heuvel. Daar, midden in de door de maan verlichte vallei, stond het spookhuis, geheel verlaten, met een vermolmd houten hek en welig, tot aan den drempel groeiend onkruid en met een bouwvalligen schoorsteen, ledige raamkozijnen en gaten in het dak. De knapen bleven een oogenblik staan kijken, half verwachtend een blauw licht bij het venster te zien bewegen. Zij spraken op fluisterenden toon, zooals bij den tijd en de omstandigheden paste, weken een eindweegs ter rechterzijde af, om de ligging van het spookhuis op te nemen, en begaven zich toen huiswaarts, door de bosschen die de achterzijde van Cardiff Hill versierden.

   这时候,他们已经动身往山下走。在他们下面的山谷中间,那间“鬼屋”,孤零零地立在月光底下,围墙早就没有了, 遍地杂草丛生,台阶半掩,烟囱倾坍,窗框空空荡荡,屋顶一个犄角也塌掉了。两个孩子瞪大眼睛看了一会,想见一见窗户边有蓝幽幽的火光飘过;在这种特定的氛围里他们压低了嗓音说着话,一边尽量靠右边走,远远躲开那间鬼屋,穿过卡第夫山后的树林,一路走回家去。