HET was het Witte Konijn, dat langzaam terug kwam wandelen en bedrukt om zich heen keek, alsof hij iets verloren had; en zij hoorde hem in zich zelf mompelen: ‘De Hertogin! De Hertogin! O mijn lieve pootjes! O mijn pels en snorrebaard! Ze zal me laten onthoofden, zo zeker als een fret een fret is. Waar kan ik ze toch hebben laten vallen?’ Alice begreep meteen dat hij zijn waaier en zijn glacéhandschoenen zocht en zij begon heel hulpvaardig mee te zoeken, maar ze waren nergens meer te zien - alles scheen wel veranderd te zijn sinds haar bad in het meer en de grote zaal met de glazen tafel en het deurtje was helemaal verdwenen.
Byl to raz jeszcze Bialy Królik. Szedl powoli i rozgladal sie trwozliwie dokola, jak gdyby czegos szukajac. Alicja uslyszala, jak mamrotal do siebie:
- O Ksiezno, Ksiezno! Na moje najdrozsze lapy! Na moje futerko i bokobrody, kazesz mnie na pewno sciac! Gdzie ja moglem je zapodziac, nieszczesny? Alicja odgadla, ze Królik szuka wachlarza i pary bialych, skórkowych rekawiczek. Zaraz wiec zaczela rozgladac sie za nimi, ale na prózno. Nic zreszta dziwnego, bo wszystko zmienilo sie nie do poznania od czasu, kiedy Alicja plywala w sadzawce. Sala ze szklanym stolikiem i malutenkimi drzwiczkami dawno juz znikla.
Het Konijn merkte Alice al gauw op, toen zij liep te zoeken en hij riep haar boos toe: ‘Marianne, wat doe jij hier? Ga onmiddellijk naar huis en haal een paar handschoenen en een waaier! Maar onmiddellijk!’ En Alice was zo onder de indruk, dat ze meteen de richting uitliep, die hij aanwees en niet eens probeerde het misverstand op te helderen.
Nagle Bialy Królik dostrzegl Alicje i zawolal gniewnie:
- Co ty tu robisz, Marianno? Biegnij w te pedy do domu i przynies im pare rekawiczek i wachlarz. Ale juz! Alicja byla tak przerazona, ze nie próbowala nawet wyjasnic nieporozumienia i pobiegla natychmiast we wskazanym przez Królika kierunku.
‘Hij denkt, dat ik zijn dienstmeisje ben,’ zei ze bij zich zelf onder het lopen ‘wat zal hij opkijken als hij er achter komt wie ik ben! Maar ik zal zijn waaier en zijn handschoenen maar voor hem halen, tenminste als ik ze kan vinden.’ Intussen kwam ze aan een aardig huisje met op de deur een glimmend koperen bord: W. Konijn stond er op. Ze ging zonder te kloppen naar binnen en rende naar boven, doodsbenauwd dat zij de echte Marianne zou ontmoeten en uit het huis gegooid zou worden voor zij de waaier en de handschoenen gevonden had.
- Wzial mnie widocznie za swoja pokojówke - mówila biegnac. - Bedzie na pewno zdziwiony, kiedy dowie sie, kim jestem! Ale ja przyniose mu te jego rekawiczki i wachlarz, jezeli je oczywiscie znajde. - Wtem ujrzala maly domek, na któregodrzwiach lsnila mosiezna tabliczka z napisem: B. KRÓLIK. Weszla bez pukania i pobiegla predziutko na góre, poniewaz bala sie, ze spotka prawdziwa Marianne, a ta wyprosi ja z domu, zanim znajdzie wachlarz i rekawiczki.
‘Wat is het eigenlijk gek,’ zei Alice bij zich zelf, ‘om boodschappen te doen voor een konijn! Stel je voor dat Dina me op boodschappen uit zou sturen!’ En zij begon zich voor te stellen hoe dat zou gaan. ‘Alice kom onmiddellijk hier en maak je klaar voor de wandeling.’ - ‘Ik kom direct, Moeder, maar ik moet dit muizenhol nog bewaken tot Dina terugkomt en er voor zorgen dat de muis niet ontsnapt.’ ‘Alleen denk ik,’ zei Alice, ‘dat ze Dina niet lang meer in huis zouden houden als ze de mensen ging commanderen.’
- Jakie to dziwne - powiedziala do siebie Alicja - biegac na posylki dla Królika! Moze niedlugo i Jacek bedzie dawal mi podobne zlecenia! - I zaczela wyobrazac sobie, jak to sie bedzie odbywalo: „Alicjo! Chodz tu natychmiast i przygotuj sie do spaceru!” „Zaraz, nianiu, dopóki nie wróci Jacek musze pilnowac mysiej norki, zeby myszka mu nie uciekla”! - Tak, tak, tylko watpie, czy pozwolono by Jackowi pozostac u nas w domu, gdyby zaczal sie tak rzadzic i rozkazywac ludziom.
Intusschen was ze in een gezellig kamertje gekomen met een tafel voor het raam en daarop (zoals ze gehoopt had) een waaier en twee of drie paar witte glacéhandschoenen en ze wou juist de kamer weer uitgaan, toen haar blik op een flesje viel dat bij de spiegel stond. Er zat dit keer geen etiket op met de woorden ‘Drink Mij’, maar toch deed ze de kurk er af en zette de fles aan haar mond. ‘Er gebeurt altijd iets interessants als ik iets eet of drink, ik ben benieuwd wat voor uitwerking dit flesje heeft. Ik hoop maar dat het me weer wat groter maakt, want ik heb er werkelijk genoeg van om zo'n klein ding te zijn!’
Tymczasem Alicja znalazla sie w malej, schludnej izdebce. Na stoliku pod oknem zauwazyla wachlarzyk i trzy pary malenkich rekawiczek. Chciala juz wyjsc z pokoju ze swoja zdobycza, kiedy wzrok jej padl na stojaca obok lustra buteleczke. Tym razem nie byla nie niej naklejki z napisem: Wypij mnie. Alicja odkorkowala ja jednak i przylozyla do ust. „Wiem - rzekla do siebie - ze musi sie zawsze cos wydarzyc, gdy cokolwiek zjem albo wypije. Chce przekonac sie, co stanie sie ze mna po wypiciu tego plynu. Mam nadzieje, ze urosne, bo doprawdy znudzilo mi sie juz byc takim malutkim stworzonkiem”.
En haar wens werd heel wat sneller vervuld dan zij gedacht had; voor zij het halve flesje uit had gedronken botste haar hoofd tegen het plafond en zij moest zich buigen, omdat anders haar nek zou breken. Ze zette haastig het flesje neer en zei bij zichzelf: ‘Nu is het precies genoeg - ik hoop dat ik niet nog groter word, anders kan ik de deur niet meer uit, - ik wou dat ik niet zoveel gedronken had!’
Zyczenie Alicji spelnilo sie szybciej, niz mogla przypuszczac. Zanim wypila polowe, uderzyla glowa o sufit i musiala sie schylic, aby zmiescic sie w pokoiku. Odstawila wiec szybko buteleczke, mówiac do siebie: „To w zupelnosci wystarczy. Mam nadzieje, ze nie bede wiecej rosla, bo i tak nie moge juz wydostac sie przez drzwi. Ach, po co wypilam tego tak duzo?”
Helaas! Nu was het te laat. Ze werd al groter en groter en al spoedig moest ze op haar knieën gaan zitten: het volgende ogenblik had ze zo niet eens genoeg plaats meer en ze probeerde of het beter was om op de grond te gaan liggen met een elleboog tegen de deur aan en haar andere arm onder haar hoofd. Maar ze werd steeds groter en tenslotte stak ze een arm door het raam en zette ze één voet op de schoorsteenmantel en zei bij zich zelf: ‘Nu kan ik niets meer doen, wat er verder ook gebeurt. Wat zal er nu van mij worden?’
Niestety, bylo juz za pózno. Alicja rosla, rosla bez przerwy i wkrótce byla juz zmuszona ukleknac. Po chwili i na to bylo za malo miejsca. Spróbowala wiec polozyc sie z jedna reka oparta o drzwi, druga zas owinieta dokola szyi. Robilo sie coraz ciasniej. Alicja musiala wiec wyciagnac jedna reke przez okno, jedna zas noge wsunac do komina. „To wszystko, co moge zrobic - pomyslala. - Co sie teraz ze mna stanie?”
Gelukkig voor Alice was het toverdrankje nu uitgewerkt en ze groeide niet meer; toch was het hele geval erg onplezierig en daar ze op geen enkele manier uit de kamer kon komen, was het niet te verwonderen, dat zij zich erg ongelukkig voelde.
Szczesliwie zawartosc buteleczki przestala juz dzialac i Alicja nie rosla juz dalej. Czula sie jednak tak marnie i tak malo widziala mozliwosci wydostania sie z pokoiku, ze byla doprawdy bardzo nieszczesliwa.
‘Thuis was het toch heel wat prettiger,’ dacht de arme Alice,‘toen ik niet voortdurend groter en kleiner werd en door muizen en konijnen gecommandeerd. Ik wou dat ik nooit door dat konijnenhol was gegaan - en toch! - en toch! - ik maak zo toch wel heel wat mee, - ik vraag me af wat er eigenlijk met mij is gebeurd! Vroeger, toen ik nog sprookjes las, dacht ik altijd dat dit soort dingen nooit werkelijk gebeurden en nu zit ik er midden in! Er moest heus een boek over mij geschreven worden. En als ik groot ben, zal ik er een schrijven ook, maar ik ben nu groot,’ voegde zij er bezorgd aan toe, ‘en hier is helemaal geen plaats meer om nog groter te worden.’
„O wiele lepiej dzialo mi sie w domu - pomyslala z zalem. - Tam przynajmniej czlowiek nie rósl wciaz i nie malal na przemian i nie byl narazony na zuchwalstwa ze strony królików i myszy. Bodajbym nigdy nie wchodzila w królicza nore, chociaz... chociaz te przygody sa, prawde mówiac, ciekawe. Kiedy czytalam bajki, zdawalo mi sie, ze cos podobnego nie moze przydarzyc sie nikomu, a oto sama przezywam bajke najdziwniejsza w swiecie! Doprawdy, ktos powinien napisac ksiazke o mnie. Albo ja sama napisze, kiedy urosne... Ale przeciez ja wlasnie uroslam - uprzytomnila sobie Alicja - i nie moge juz wiecej rosnac, przynajmniej w tym domu...”
‘Maar zou ik dan nooit ouder worden, dan ik nu ben?’ dacht Alice, ‘dat zou wel fijn zijn aan de ene kant, want dan word ik nooit een oude vrouw, maar dan moet ik ook altijd huiswerk maken! O nee, daar zou ik geen zin in hebben!’
„Lecz w takim razie nie bede juz nigdy starsza! Z jednej strony wydaje sie to dosc wygodne - nigdy nie byc stara - ale kiedy pomysle, ze bede miala przez cale zycie lekcje do odrabiania! Nie, to im sie wcale nie usmiecha!”
‘O jij gekke Alice!’ antwoordde zij zich zelf. ‘Hoe kan je hier nu huiswerk maken? Er is amper plaats genoeg voor jou en er is zeker geen plaats meer voor je boeken en schriften!’
„Och, ty gluptasku - powiedziala sobie po chwili - jakzebys mogla odrabiac lekcje tutaj? Ledwie starczy tu miejsca dla ciebie, a gdzie zmiescilyby sie twoje podreczniki i zeszyty?”
En zo ging ze verder met dat alles tegen elkaar af te wegen en daarover te praten; maar na een paar minuten hoorde ze buiten een stem en zij hield op om te luisteren.
Alicja zabawiala sie tak przez pare minut stawianiem pytan i dawaniem na nie odpowiedzi, z czego wywiazala sie cala rozmowa, gdy nagle uslyszala na zewnatrz jakis piskliwy glosik:
‘Marianne, Marianne!’ zei de stem, ‘Breng onmiddellijk mijn handschoenen!’ Toen hoorde voeten trippelen op de trap. Alice begreep dat dit het Witte Konijn was, dat terug kwam om naar haar te kijken en ze beefde zo dat het hele huis er van schudde, want ze was glad vergeten dat ze nu ongeveer duizend keer zo groot was als het Konijn, en helemaal niet bang voor hem hoefde te zijn.
- Marianno! Marianno! Podaj mi w tej chwili moje rekawiczki! - Nastepnie dalo sie slyszec szybkie stapanie lapek po schodach. Nie ulegalo watpliwosci, ze to Bialy Królik wraca do swego mieszkania. Alicja zapomniala widocznie o tym, ze byla teraz z tysiac razy wieksza od Królika, bo zaczela dygotac ze strachu, a wraz z nia zatrzasl sie caly domek.
Al gauw was het Konijn bij de deur en probeerde die open te doen, maar de deur ging naar binnen open en Alice's elleboog drukte er tegen en dus was die poging vergeefs. Alice hoorde het Konijn bij zich zelf zeggen: ‘Dan zal ik omlopen en door het raam naar binnen gaan!’
Bialy Królik usilowal otworzyc drzwi. Poniewaz jednak otwieraly sie one od wewnatrz, okazalo sie to niemozliwe. Alicja slyszala, jak powiedzial do siebie: - Musze pójsc naokolo i dostac sie do srodka oknem.
‘Dat zult u niet,’ dacht Alice en toen zij na een poosje wachten meende te horen, dat het Konijn precies onder het raam was, deed zij plotseling haar hand open en zwaaide even door de lucht. Zij voelde niets, maar zij hoorde een zachte kreet en een gekletter of er glas brak en ze veronderstelde, dat hij in een glazen broeikas of zoiets was gevallen.
„To ci sie takze nie uda” - pomyslala Alicja. Poczekala chwile, az Królik zdazy obejsc swój domek, i trzepnela nagle palcami wysunietej za okno reki. Choc nie dotknela niczego, rozlegl sie cichy pisk i odglos upadku, a potem brzek tluczonego szkla. Alicja wywnioskowala, ze Królik wpasc musial w inspekty albo w cos podobnego. Nastepnie uslyszala gniewny glosik:
Toen hoorde zij een boze stem roepen - het was die van het Konijn - ‘Piet, Piet, waar ben je?’ En toen een stem, die zij nog nooit eerder had gehoord, ‘Zeker Edelachtbare, ik graaf appels Edelachtbare.’
- Bazyli, Bazyli, gdzie jestes? - na co jakis nieznany glos odpowiedzial: -Tutaj jestem, jasnie panie! Kopie jablka, prosze jasnie pana.
‘Appels graven, onzin,’ riep het Konijn boos, ‘kom hier, haal me hier uit.’ (Nog meer gerinkel van glas).
- Kopie jablka, dajmy na to, ze kopie - rzekl Królik z wsciekloscia. - Na razie jednak chodz tutaj i pomóz mi sie stad wydostac! (Znów brzek tluczonego szkla).
‘Zeg op Piet, wat is dat daar in het raam?’
- Powiedz mi, Bazyli, co tam jest w oknie?
‘Zeker Edelachtbare, 't is een arm Edelachtbare’. (hij zei: arrem).
-Ani chybi reka, prosze jasnie pana.
‘Een arm, idioot! Wie heeft er nu ooit zo'n grote arm gezien? Hij vult waarachtig het hele raam.’
- Reka, ty osle? Czys kiedy widzial reke takiej wielkosci? Przeciez ona wypelnia cale okno!
‘Zeker Edelachtbare, dat is waar, Edelachtbare, maar 't is toch een arm.’
-Tak jest, prosze jasnie pana, ale to jednak reka.
‘In ieder geval heeft hij daar niets te maken. Haal hem weg.’
-Tak czy inaczej, ona nie ma tutaj nic do roboty. Idz i usun ja.
Hierna was het lang stil en Alice kon enkel zo nu en dan allerlei gefluister horen, zoals: ‘Zeker, Edelachtbare, ik voel er niets voor, Edelachtbare’; ‘Doe wat ik je zeg, lafaard’ en tenslotte deed ze haar hand weer open en zwaaide weer even door de lucht. Dit keer hoorde ze twee zachte kreten en nog meer gerinkel van glas. ‘Wat moeten er daar een hoop broeikassen staan,’ dacht Alice,’ ik ben benieuwd wat ze nu gaan doen! Ze willen me misschien wel uit het raam trekken. Ik wou maar dat ze het konden! Ik heb helemaal geen zin om hier nog langer te blijven!’
Nastapila dluga cisza, w czasie której do uszu Alicji dochodzily tylko jakies szepty. Zdolala jedynie zrozumiec, ze Bazyli usilowal sie wykrecic od wykonania rozkazu, Królik zas komenderowal: „Ruszaj, ty tchórzu!” Na wszelki wypadek Alicja raz jeszcze trzepnela palcami. Tym razem uslyszala az dwa piski i glosniejszy brzek tluczonego szkla. „Musi tam byc sporo tych inspektów pomyslala. - Ciekawe, co oni teraz postanowia. Jesli idzie o usuniecie mnie stad, to bylabym bardzo rada, gdyby im sie to udalo. Pozostawanie tutaj dluzej zupelnie mnie nie bawi”.
Ze wachtte een tijdje zonder iets te horen; tenslotte hoorde ze geratel van wagenwieltjes en het geluid van een heleboel stemmen die door elkaar praatten; ze ving allerlei brokstukken op. ‘Waar is de andere ladder? - Ach wat, ik hoefde er toch maar één te halen, Jan heeft de andere. - Jan zet hem hier, kerel! - Hier, zet hem hier in de hoek - Neen, bind ze eerst aan elkaar, anders zijn ze niet lang genoeg - O, zo zal het best gaan; wees maar niet zo eigenwijs - Hier, Jan, houd dat touw eens vast - Zou het dak sterk genoeg zijn? - Pas op die losse dakpan! - Pas op, hij valt naar beneden! - van onderen! - (een hevig gekletter) - Wie deed dat nu weer? - 't Zal Jan wel geweest zijn - Wie gaat de schoorsteen in? - Nee, ik niet! Jij moet het doen - Ben je helemaal! Jan moet het doen. Hé Jan, mijnheer zegt dat jij de schoorsteen in moet!’
Minelo znowu troche czasu. Alicja uslyszala na koniec jakby dudnienie kól malenkich furmanek, a potem mnóstwo przekrzykujacych sie glosów. Rozrózniala slowa: „Gdzie jest druga drabina?” „Mialem przyniesc tylko jedna, Bis ma druga”. „Bis, przystaw ja tutaj, chlopcze. Oprzyj ja o ten róg”. „Tak, tak, trzeba ja najpierw zwiazac”. „Siegaja teraz do polowy wysokosci”. „Wystarcza ci zupelnie”. „Nie badz taki wymagajacy”. „Bis, zlap sie za te line”. „Czy dach tylko wytrzyma?” „Uwazaj na obluzowana dachówke!” „Och, spada!” (Glosny huk). „Kto ja zrzucil?” „To chyba Bis”. „Kto wejdzie do pokoju przez komin?” „Nie, ja nie”. „Wlasnie, ze ty!” „A wlasnie, ze nie ja!” „Bis wejdzie przez komin”. „Sluchaj, Bis, jasnie pan mówi, ze ty masz wejsc prze komin!”
‘Zo, Jan komt dus door de schoorsteen naar beneden,’ zei Alice bij zich zelf, ‘Jan schijnt alles op te moeten knappen! Ik zou niet graag in zijn schoenen staan; er is niet veel ruimte in de schouw, maar ik geloof dat ik nog wel een beetje kan schoppen!’
„Ach, wiec to Bis ma wejsc prze komin - rzekla do siebie Alicja. - Wyglada na to, ze oni wszystko zwalaja na tego Bisia. Nie chcialabym byc na jego miejscu. Ten komin jest bardzo waski, a poza tym mysle, ze bede mogla wyrzucic go stamtad noga”.
Ze wrong haar voet zo ver als ze kon naar beneden en wachtte tot ze een klein dier (ze kon niet uit maken wat voor soort het was) vlak boven zich in de schoorsteen hoorde krabbelen; toen zei ze bij zich zelf: ‘Dat is Jan,’ en gaf een harde schop en wachtte nieuwsgierig wat er verder gebeuren zou.
Alicja wystawila noge tak daleko, jak tylko mogla, i czekala, dopóki zwierzatko(nie wiedziala dokladnie jakie) nie zacznie halasowac u wylotu komina. Kiedy uslyszala odglosy schodzenia, powiedziala sobie: „To musi byc Bis” - i zrobila gwaltowny ruch uwieziona w kominie noga, po czym czekala, co bedzie dalej.
Eerst hoorde ze het hele koor roepen: ‘Daar gaat Jan’, en toen de stem van het Konijn alleen: ‘Vang hem op, jij daar bij de heg.’ Weer stilte en daarna opnieuw allemaal stemmen door elkaar. ‘Hou zijn hoofd omhoog - Brandewijn, wie heeft er brandewijn - Pas op, dat hij niet stikt - Hoe gaat het nou? - Wat is er eigenlijk met je gebeurd ouwe jongen? Vertel eens op!’
Najpierw uslyszala caly chór glosów wolajacych w podnieceniu „To Bis wraca!” Potem glos Królika: „Trzymajcie go, wy przy zywoplocie!” Nastepnie, po chwili ciszy, nowy chór glosów: „Podniescie mu glowe”. „Dajcie mu lyk wódki”. „Nie potrzasajcie nim”. „Co z toba, przyjacielu?” „Co ci sie stalo?” „Opowiedz nam o wszystkim”.
Tenslotte hoordeze een heel zwak piepstemmetje (‘Dat is Jan’, dacht Alice): ‘Ach ik weet het niet - Nee, dank je, niet meer - Ik voel me alweer veel beter - maar ik ben nog wat in de war, ik kan nog niet alles vertellen - ik weet alleen maar, er kwam iets op me af, zoals een duiveltje uiteen doosje en daar ging ik, als een vuurpijl!’
Na koniec rozlegl sie slaby piskliwy glosik. („To musi byc Bis” - pomyslala Alicja).
- Naprawde, ja nic nie wiem, tak samo jak i wy; teraz mi lepiej - jestem nazbyt wstrzasniety, by opowiadac, wiem tylko, ze cos wyskoczylo na mnie i pofrunalem w góre jak rakieta.
‘Dat is waar ouwe jongen!’ zeiden de anderen.
-Tak bylo, wlasnie tak - zgodzili sie sluchacze.
‘We moeten het huis in brand steken,’ zei de stem van het Konijn. En Alice riep zo hard als ze kon: ‘Als je dat doet, stuur ik Dina op je af.’
- Musimy spalic ten dom - zawyrokowal Królik. Uslyszawszy to Alicja wrzasnela na caly glos: - Jesli to zrobicie, poszczuje na was Jacka!
Onmiddellijk viel er een diepe stilte en Alice dacht bij zich zelf: ‘Ik ben benieuwd wat ze nu gaan doen! Als ze een beetje verstand hadden, zouden ze het dak van het huis halen.’ Na een minuut of twee begonnen ze opnieuw heen en weer te lopen en Alice hoorde het Konijn zeggen: ‘Een kruiwagen vol zal voorlopig wel genoeg zijn.’
Nastapila zupelna cisza. Alicja pomyslala sobie: „Ciekawe, co oni teraz zrobia. Gdyby mieli troche oleju w glowach, zdjeliby dach”.
Po dwóch minutach rozpoczelo sie nowe bieganie i Alicja uslyszala glos Królika:
- Jedna beczulka powinna wystarczyc na poczatek.
‘Een kruiwagen vol met wat?’ dacht Alice. Maar zij bleef niet lang in twijfel, want het volgende ogenblik kwam er een hagel van steentjes door het raam kletteren, sommige midden in haar gezicht. ‘Daar moeten ze mee ophouden,’ zei ze bij zich zelf en ze riep: ‘Dat moeten jullie niet nog eens doen,’ wat weer een diepe stilte veroorzaakte.
„Beczulka czego? - pomyslala Alicja. Ale w tej chwili w okno uderzyl grad malych kamyczków, z których czesc ugodzila ja w twarz. Doszla wiec do wniosku, ze musi polozyc kres temu atakowi, i zawolala jak najgrozniejszym glosem: - Radze wam przestac w tej chwili! - co spowodowalo ponownie glucha cisze.
Alice merkte tot haar verrassing dat de steentjes op de grond allemaal in koekjes veranderden en plotseling kreeg ze een prachtig idee. ‘Als ik een van deze koekjes opeet,’ dacht ze, ‘zal ik in elk geval wel weer veranderen; ik kan onmogelijk groter worden, dan zullen ze me dus wel kleiner maken, denk ik.’
Alicja zauwazyla ze zdumieniem, ze lezace na podlodze kamyczki przemieniaja sie w malenkie ciasteczka. I nagle przyszlo jej do glowy, ze zjedzenie jednego z ciasteczek powinno jakos wplynac na jej wzrost. „Poniewaz nie moge juz chyba urosnac pomyslala - wiec przypuszczam, ze zrobie sie mniejsza”.
Dus at ze haastig een van de koekjes op en ze bemerkte tot haar grote vreugde dat ze onmiddellijk begon te krimpen. Zodra ze klein genoeg was om de deur door te gaan, liep ze het huis uit en zag dat een hele groep kleine beesten buiten op haar wachtte. De arme kleine hagedis Jan stond in het midden, overeind gehouden door twee guinese biggetjes, die hem iets uit een fles te drinken gaven. Zodra ze Alice zagen, holden ze op haar af, maar Alice liep zo hard als ze kon weg en kwam al gauw veilig en wel in een dicht bos.
Nie zwlekajac dlugo, zjadla ciasteczko i stwierdzila z zachwytem, ze gwaltownie maleje. Kiedy byla juz tam mala, ze mogla przejsc przez drzwi, wybiegla szybko z domu, przed którym zebrala sie cala gromada ptaków i innych zwierzatek. Posrodku zauwazyla Bisia (okazalo sie, ze to mala jaszczurka) podtrzymywanego przez dwie swinki morskie, które poily go plynem z jakiejs buteleczki. Wszystkie zwierzeta rzucily sie ku Alicji, ale ona uciekla, co sil w nogach. Wkrótce znalazla sie w gestym lesie, gdzie poczula sie wreszcie bezpieczna.
‘Ik wil eerst proberen,’ zei Alice bij zich zelf ‘of ik mijn gewone lengte terug kan krijgen en dan ga ik de weg naar die mooie tuin zoeken. Dat lijkt mij het beste plan.’
- Pierwsza rzecz, o która powinnam sie postarac, to odzyskanie mego prawdziwego wzrostu - rzekla Alicja chodzac po lesie. - A poza tym musze wreszcie dostac sie do tego przepieknego ogrodu. Sadze, ze to bedzie wlasciwy plan dzialania na najblizszy czas.
Het was zonder twijfel een prachtig plan, heel helder en eenvoudig; de enige moeilijkheid was, dat ze niet het flauwste idee had hoe ze het ooit uit kon voeren; en terwijl zij tussen de bomen daar bezorgd over na liep te denken, hoorde ze vlak boven haar hoofd een kort scherp geblaf en vreselijk geschrokken keek ze op.
Plan ten byl prosty i pociagajacy. Alicja nie miala jednak pojecia, jak zabrac sie do jego wykonania. Blakajac sie miedzy drzewami poslyszala nagle nad glowa glosne szczekniecie.
Een reusachtige jonge hond keek met grote ronde ogen op haar neer en stak speels zijn poot uit om haar aan te raken. ‘Braaf beestje,’ zei Alice vleiend en zij probeerde vriendelijk tegen hem te fluiten; maar ze was tegelijk erg bang, dat hij misschien honger zou hebben en haar ondanks al haar vriendelijkheid op zou eten.
Olbrzymie szczenie przypatrywalo jej sie wielkimi, okraglymi oczami i lagodnie tracalo ja lapa.
- Sliczne, male biedactwo - rzekla Alicja mozliwie jak najslodszym glosem i usilowala zagwizdac. Byla przy tym smiertelnie przerazona, ze szczenie jest glodne i ze pozre ja mimo jej slodkich slówek.
Volkomen van streek pakte ze een stokje van de grond en hield dat de hond voor zijn kop; de hond sprong, jankend van pret, op alle vier zijn poten in de lucht, rende op de stok af en hapte er naar. Alice dook weg achter een grote distel om niet ondersteboven te worden gelopen, maar toen ze aan de andere kant van de distel te voorschijn kwam, schoot de hond opnieuw op de stok af en vloog in zijn vaart over de kop. Alice, die vond dat dit erg veel weg had van een stoeipartij met een karrepaard, en ieder ogenblik verwachtte onder de voet te worden gelopen, liep weer om de distel heen. Toen deed de hond een hele reeks schijn-aanvallen op de stok, liep steeds een stukje naar voren en een heel eind terug en bleef intussen alsmaar schor aan 't blaffen, tot hij tenslotte een eind verder ging zitten, hijgend, met zijn tong uit zijn bek en zijn grote ogen half gesloten.
Nie wiedzac, co czynic, wyciagnela ku pieskowi jakis patyczek. Szczeniak odbil sie od ziemi wszystkimi czterema lapami naraz, podskoczyl w góre na znak zachwytu, szczeknal i rzucil sie na patyk z taka mina, jak gdyby mial zamiar zmiazdzyc go jednym klapnieciem zebów. Tymczasem Alicja ukryla sie za wielkim ostem, przez co uniknela stratowania. Szczeniak rzucil sie znowu na patyk, fiknal koziolka, podskoczyl kilkakrotnie do góry, a potem cofal sie bardzo daleko w tyl i znów pedzil naprzód, szczekajac bezustannie przez caly czas. Na koniec przysiadl ciezko dyszac, z wywieszonym jezykiem i przymruzonymi slepiami.
Alice vond dit een goede gelegenheid om te ontsnappen; dus liep ze hard weg tot ze erg moe werd en buiten adem en het geblaf van de hond ver genoeg weg was.
Alicja skorzystala z tej sposobnosci, aby sie wymknac. Biegla bardzo dlugo az do utraty sil i zatrzymala sie dopiero wówczas, gdy szczekanie psa juz ledwo dochodzilo z oddali.
‘En toch was het een aardig hondje,’ zei Alice en ging tegen een boterbloem leunen om een beetje uit te rusten en wuifde zich koelte toe met een van de bladeren. ‘Ik zou hem best kunstjes willen leren - als ik maar groot genoeg was om dat te doen - o lieve help! Daar was ik bijna vergeten dat ik weer groter wil worden! Laat eens kijken, hoe zal ik dat klaarspelen? Ik denk dat ik wel weer iets zal moeten eten of drinken; maar de grote vraag is: wat?’
„To przemily szczeniak - pomyslala opierajac sie o jaskier i wachlujac jednym z jego lisci. - Bardzo bym chciala z nim pobaraszkowac, gdybym tylko byla troche wieksza. Mój Boze! Zapomnialam calkiem, ze musze na nowo urosnac. Ale jak sie do tego zabrac? Przypuszczam, ze musze cos zjesc albo wypic, ale co - w tym sek!”
En dat was zeker de grote vraag. Alice keek rond naar de bloemen en de grassprietjes, maar ze kon niets vinden dat haar geschikt leek om in deze omstandigheden te eten of te drinken. Naast haar groeide een grote paddestoel, ongeveer even groot als zij zelf; en toen zij er onder had gekeken en aan beide kanten ervan en er achter, vond ze dat ze er ook wel eens bovenop kon kijken.
Alicja rozejrzala sie dokola, ale nie zauwazyla poza kwiatami i trawa nic godnego uwagi. W poblizu stal duzy grzyb, mniej wiecej jej wysokosci. Kiedy przyjrzalam mu sie dokladnie od dolu i ze wszystkich mozliwych stron, przyszlo jej na mysl, ze warto by równiez zobaczyc, co dzieje sie z wierzchu na kapeluszu grzyba.
Ze ging op haar tenen staan en gluurde over de rand van de paddestoel en haar ogen troffen meteen die van een grote blauwe rups, die boven op de paddestoel zat met zijn armen over elkaar en rustig een lange Turkse pijp rookte en niet de minste notitie nam van haar of van iets anders.
Wspiela sie na paluszki i natychmiast zauwazyla ogromnego, niebieskiego pana Gasienice. Siedzial wygodnie z rekami skrzyzowanymi na piersiach i pykal wolno i uroczyscie z olbrzymiej fajki, nie zwracajac najmniejszej uwagi na otoczenie.