不思議の国のアリス

De avonturen van Alice

   3.

   III

   がくがくかけっことながいお話

   Een verkiezings-wedstrijd en een treurig verhaal

   岸辺にあつまった一同は、じつにへんてこな集団でした――鳥たちは羽をひきずり、動物たちはけがわがべったりはりついて、みんなびしょぬれでしずくをボタボタたらしていて、きげんもいごこちもわるかったのでした。

   HET was werkelijk een zonderling gezelschap, dat daar aan de kant bij elkaar kwam - de vogels met beslijkte veren, de andere dieren met een vastgeplakte vacht en allemaal even kletsnat, knorrig en slecht op hun gemak.

   最初の問題はもちろん、どうやってからだをかわかそうか、ということでした。これについてみんな相談して、ものの数分でアリスは、その動物たちを生まれてからずっと知っていたみたいに、なかよくしゃべっていてもあたりまえに思えてきました。そしてインコとはかなりながい議論をしたあげく、インコはついにつんっと顔をそむけて、「ぼくのほうが歳上なんだから、ぼくのほうがちゃんとわかってるんだ」としか言わなくなってしまいました。そしてアリスのほうは、そのインコが何歳なのか知らないうちは、しょうちできなかったのですけれど、インコはぜったいに歳を教えようとはしなかったので、それ以上は話になりませんでした。

   In de eerste plaats moesten ze natuurlijk zien droog te worden; ze gingen daarover beraadslagen en al gauw vond Alice het heel gewoon, dat zij met hen praatte, of zij hen haar hele leven al kende. Zij had dan ook een lang gesprek met de Papegaai, die op het laatste boos werd en enkel zei: ‘Ik ben ouder dan jij en weet het dus beter’; en Alice wilde dat niet aannemen voor zij wist hoe oud hij was, maar toen de Papegaai dat absoluut niet wou vertellen, was er verder weinig meer te bespreken.

   ついにネズミが、どうも一同のなかではえらい動物だったみたいで、こう宣言しました。「すわって、そしてぼくの話をききなさい! ぼくがみんなをすぐに乾燥(かんそう)させてあげよう!」みんなすぐに、おっきなわになってすわり、ネズミを囲みました。アリスは心配そうにネズミを見ていました。はやく乾燥(かんそう)しないと、ぜったいにひどいかぜをひいちゃうな、と思ったからです。

   Tenslotte riep de Muis, die blijkbaar een persoon van gewicht onder hen was: ‘Ga allemaal zitten en luister naar mij! Ik zal jullie wel droogmaken.’ Ze gingen meteen allemaal in een grote kring zitten met de Muis in het midden. Alice keek hem bezorgd en gespannen aan, want zij wist zeker, dat zij lelijk kou zou vatten als zij niet gauw droog werd.

   「えへん」とネズミは、さもえらそうに言いました。「みんな用意はいいかな? これはぼくの知るかぎりで、一番無味乾燥(むみかんそう)なしろものだ。はいみんな、おねがいだからおしずかに! 『征服王ウィリアムの動機はローマ法王に支持を受け、じきにイギリス人たちを下したのであるがそのイギリス人たちは指導者を求めており、当時は王位簒奪と征服には慣れてしまっていた。マーシアとノーサンブリアの太守たるエドウィンとモルカールは――』

   ‘Ehum’, zei de Muis gewichtig, ‘zijn jullie klaar? Ik zal jullie het droogste vertellen dat ik weet. Stilte alsjeblieft! In 1648 werd te Munster vrede met Spanje gesloten; Spanje verklaarde de Nederlanden onafhankelijk; de zeven Nederlanden waren: Holland, Zeeland, Utrecht, Overijssel, Friesland en Groningen; Drente mocht niet meestemmen; de Generaliteitslanden werden als veroverd gebied beschouwd.’

   「うげっ」とインコが、みぶるいして言いました。

   ‘Br,’ zei de Papegaai rillend.

   「なんですと?」とネズミが顔をしかめながらも、とってもれいぎ正しく言いました。「なにかおっしゃいました?」

   ‘Pardon,’ zei de Muis, zijn voorhoofd fronsend, maar heel beleefd, ‘zei je iets?’

   「ぼくじゃないですよ!」とインコはあわてていいます。

   ‘Ik niet,’ zei de Papegaai snel.

   「きみだと思ったんだが」とネズミ。「――先をつづけよう。『マーシアとノーサンブリアの太守たるエドウィンとモルカールはかれへの服従を宣言。さらにカンタベリーの愛国的枢機卿たるスティガンドも、より賢明なる策を見つけんとして――』」

   ‘O, dat dacht ik,’ zei de Muis, ‘ik ga verder. Frederik Hendrik, die in 1647 was gestorven, was opgevolgd door zijn zoon Willem II. Na de vrede werd een deel van het leger afgedankt, omdat men het niet meer nodig had; de Staten van Holland vonden het echter -’

   「なにより?」とアヒル。

   ‘Vonden wat?’ zei de Eend.

   「も、より」とネズミは、ちょっときつい言い方でこたえました。「きみは『も』がわからんのかね」

   ‘Vonden het’ antwoordde de Muis geërgerd, ‘je weet toch wel wat “het” betekent.’

   「『も』くらい知ってるけどね」とアヒル。「でもわたしが『より』るときには、なによりかはわかるもんだ。カエルより、とかミミズより、とか。でもわかんないのは、その枢機卿は、なにより賢明な策を見つけようとしたわけ?」

   ‘Zeker, dat weet ik heel goed, als ik iets vind’, zei de Eend, ‘dat is meestal een kikvors of een worm, maar nu is de vraag: wat vonden de Staten van Holland?’

   ネズミはこの質問を無視して、いそいで先をつづけました。「『――より賢明なる策を見つけんとしてエドガー・アセリングとともにウィリアムに面会に赴き彼に王座を与えたのであった。ウィリアムの行いは当初は穏健だった。しかしその配下のノルマン人たちの傲慢ぶりは――』感想(かんそう)はどうだね、お嬢さん?」とネズミは、しゃべりかけでアリスに向かって言いました。

   De Muis ging hier verder niet op in, maar vervolgde snel: ‘vonden het echter beter om nog meer soldaten af te danken, daar zij wel de helft van alle onkosten droegen. Toen de Staten van Holland echter op eigen gezag een aantal soldaten afdankten, droegen de Staten-Generaal aan Willem II op... Hoe gaat het nu met je,’ vroeg hij eensklaps aan Alice.

   「びしょぬれのまんま」とアリスは、ゆううつな声で言いました。「ぜんぜん乾 してくれないみたい」

   ‘Ik ben nog altijd even nat,’ zei Alice treurig, ‘ik word er blijkbaar helemaal niet droog van.’

   「かくなるうえは」とドードーがたちあがって、おもおもしく述べました。「審議の一時中断動議を提出するものであります、しかる後に一層活力的なる対処法を遡及的速やかに採択すべく――」

   ‘In dat geval,’ zei de Dodo plechtig, ‘geef ik het advies de vergadering te verdagen, opdat het nemen van doeltreffender middelen ten snelste bevorderd kan worden.’

   「日本語しゃべれぇ!」と子ワシがいいました。「そんなむずかしいことば、半分もわからんぞぅ、それにもっというと、どうせあんただってわかってないんだろう!」そして子ワシは顔をかがめて、こっそりと笑いました。ほかの鳥たちは、きこえよがしにくすくす笑いをしています。

   ‘Praat Nederlands,’ zei de Arend, ‘ik begrijp niets van al die lange woorden en jijzelf, geloof ik, evenmin.’ En de Arend boog zijn hoofd om een glimlach te verbergen; een paar van de andere vogels gichelden duidelijk hoorbaar.

   ドードーは、むっとして言いました。「なにを言いたいかというと、からだをかわかすには、がくがくかけっこが一番だってことだよ」

   ‘Wat ik jullie wou zeggen’, zei de Dodo beledigd, ‘was dat het beste middel om droog te worden een verkiezings-wedstrijd is.’

   「がくがくかけっこって、いったいなんですか?」とアリス。べつにしりたいとも思わなかったのですが、ドードーがそこで口をとめて、だれかが口をはさむべきだと思ってるみたいだったし、ほかにだれもききたそうじゃなかったのです。

   ‘Wat is een verkiezings-wedstrijd?’ vroeg Alice. Zij was daar niet zo erg nieuwsgierig naar, maar de Dodo zweeg even, alsof zij verwachtte dat iemand iets zeggen zou en geen van de anderen scheen daar behoefte aan te hebben.

   ドードーは言いました「おやおや、一番いい説明は、じっさいにやってみることだよ」(冬の日なんかには、きみたちもやってみるといいぞ。だからドードーのやりかたを説明しておこうか)

   ‘Ik kan je dat het beste verklaren,’ zei de Dodo, ‘wanneer wij beginnen.’ (En nu zal ik je vertellen hoe de Dodo het uitlegde, want je wilt het misschien op een regenachtige dag ook eens proberen).

   まずドードーは、なんとなく丸いかんじのかけっこのコースをつくりました(「せいかくなかたちはどうでもいいんだよ」だそうです)。それから一同みんな、そのコースのあちこちでいちにつきます。そしてだれも「よーい、どん!」といわないのに、みんなすきなときに走りだして、勝手なときに止まったので、いつかけっこがおわったのかなかなかわかりませんでした。でも、みんな三〇分かそこら走って、かなりかわいてくると、ドードーがいきなりどなりました。「かけっこおわり!」するとみんなドードーのまわりにむらがって、はあはあいいながら、ききました。「でも、だれが勝ったの?」

   Eerst tekende ze een renbaan in een soort cirkel (‘Het doet er niet toe of die goed is’ zei ze) en toen moest het hele gezelschap er zo hier en daar langs gaan staan. Het begon niet met ‘een, twee, drie, af,’ neen, ze gingen hollen als ze zin hadden en hielden dan weer op, als ze zin hadden, zodat het niet gemakkelijk was om er achter te komen, wanneer de wedstrijd uit was. Toen ze zo ongeveer een half uur heen en weer hadden gehold en droog waren geworden, riep de Dodo plotseling: ‘De wedstrijd is afgelopen’ en ze gingen allemaal hijgend om haar heen staan en vroegen ‘Wie heeft gewonnen?’

   この質問は、ドードーとしてもずいぶん考えこまないとこたえられませんでした。そこで、ドードーはながいこと、ひとさし指をおでこにあててすわりこみ(シェイクスピアの絵をみると、いつもこういうかっこうをしてるよね)、のこりはだまってまっています。とうとうドードーはいいました。「みーんな勝ったんだよ、だから全員が賞品をもらわなきゃ」

   De Dodo moest eerst lang nadenken voor zij daarop kon antwoorden en zij zat een hele tijd met haar wijsvinger tegen haar voorhoofd te denken (in de houding waarin je dichters meestal op plaatjes ziet), terwijl de anderen zwijgend wachtten. Tenslotte zei de Dodo: ‘Iedereen heeft het gewonnen, jullie moet allemaal een prijs hebben.’

   「でも、だれが賞品をくれるの?」かなりの声がいっせいにききました。

   ‘Maar wie moet voor die prijzen zorgen?’ vroeg een koor van stemmen.

   「そりゃこの子に決まってるだろう」とドードーは、アリスを指さしました。するとみんながアリスのまわりにむらがって、くちぐちにさけびます。「賞品! 賞品!」

   ‘Wel zij natuurlijk,’ zei de Dodo en wees met één vinger naar Alice; en het hele gezelschap ging om haar heen staan en ze riepen allemaal door elkaar heen: ‘Prijzen, kom op met je prijzen!’

   アリスはどうしたらいいかさっぱりわからず、困ってしまってポケットに手をいれると、キャンデーのはこがでてきました。(運よく塩水はそこまで入ってこなかったんだ)そしてそれを賞品としてわたしてまわりました。ちょうどみんなに一つずつありました。

   Alice wist niet wat ze moest doen en wanhopig stak ze haar hand in haar zak en haalde er een doos zuurtjes uit (gelukkig had het zoute water die niet aangetast) en gaf ieder één als prijs.

   「でもこの子だって、自分も賞品をもらわないと、ねえ」とネズミ。

   ‘Maar ze moet zelf ook een prijs hebben,’ zei de Muis.

   「もちろんだ」ドードーは、とってもえらそうです。そして「ポケットにはほかになにかもっとるかね?」とアリスにいいました。

   ‘Natuurlijk,’ zei de Dodo heel ernstig. ‘Wat heb je verder nog in je zak?’ vroeg zij aan Alice en draaide zich naar haar om.

   「ゆびぬき一つだけ」アリスはかなしそうにいいました。

   ‘Enkel een vingerhoed,’ zei Alice bedroefd.

   「よこしなさい」とドードー。

   ‘Geef die hier,’ zei de Dodo.

   するとみんな、またアリスのまわりにむらがって、するとドードーがおもおもしくそのゆびぬきを授与しました。「われら一同、このゆーびなゆびぬきをおうけとりいただきたく、心からおねがいするものである」そして、ドードーのこのみじかい演説が終わると、みんなかんせいをあげました。

   Toen gingen ze weer om haar heen staan, terwijl de Dodo haar plechtig de vingerhoed aanbood en zei: ‘Wij verzoeken U beleefd deze sierlijke vingerhoed te willen aanvaarden’ en toen zij deze korte toespraak had uitgesproken, begonnen ze allen te klappen.

   アリスは、なにもかもずいぶんとばかばかしいな、とは思ったのですが、みんながとってもまじめなようすだったので、死んでもわらったりできませんでした。そして、なにを言っていいか思いつかなかったので、ちょっとおじぎをしただけで、なるべくまじめくさったようすで、ゆびぬきをうけとりました。

   Alice vond het hele geval erg dwaas, maar ze keken zo ernstig dat ze niet dorst te lachen, en toen ze geen goed antwoord kon bedenken, boog ze alleen maar diep en deed haar prijs zo plechtig als ze kon aan haar vinger.

   つぎに、みんながキャンデーを食べるばんです。これはかなりそうぞうしい混乱(こんらん)をひきおこしました。おおきな鳥は、キャンデーが小さくてあじわえないともんくを言うし、小さな鳥はのどにキャンデーをつまらせて、せなかをたたいてもらわなくてはなりませんでした。でも、それがやっとおわって、みんなは輪になってすわり、ネズミになにかもっと話をしてくれ、とせがみます。

   Ze gingen nu hun zuurtjes op eten; dat veroorzaakte weer allerlei lawaai en verwarring, want de grote vogels klaagden dat zij er niets van proefden en de kleine verslikten zich er in en moesten op hun rug geklopt worden. Tenslotte waren ze allemaal klaar en ze gingen weer in een kring zitten en smeekten de Muis nog iets te vertellen.

   「ご自分の話をしてくれるっておっしゃってましたよね」とアリス。「なぜ――『い』とか『ね』とかきらいなのかって」アリスはここのところはひそひそ声で言いました。またネズミが怒っちゃうんじゃないかと思ったからです。

   ‘U hebt me beloofd dat U me Uw geschiedenis zou vertellen,’ zei Alice ‘en waarom u K. en H. zo haat,’ voegde ze er fluisterend aan toe, bang dat hij weer beledigd zou zijn. En intussen keek ze in het rond en haar blik bleef lang rusten op de lange staart van de Muis, die in mooie bochten op de grond lag.

   「ぼくのは、ながくてかなしいお話なのです」とネズミは、アリスのほうをむいてため息をつきました。

   ‘Ach, die is lang en treurig’, zei de Muis zuchtend tot Alice.

   「たしかに、ながーい尾話(おはなし)ですねえ」とアリスはネズミの尾っぽを見おろしました。「でも、どういうところがかなしいんですか」そして、ねずみがしゃべっているあいだも、それを考えてばかりいたので、アリスの頭のなかでは、お話はこんなかんじになりました。

   ‘'t Is een lange staart, zeker’, dacht Alice en ze keek er verwonderd naar, ‘maar waarom noemt hij hem treurig?’ En zij bleef daarover nadenken, terwijl de Muis vertelde, zodat in haar idee het verhaal er ongeveer zo uitzag:

         「いえのなかで出く
        わした犬がねずみに
      いうことにゃ「ふた
       りで裁判所にいこう、
        おまえを訴追して
           やるからさ。――
              こいって、いやと
              はいわせない、
             ぜひともこれは
                裁判だ:だって
                    けさはおれほん
                   となにもする
                ことないから」
               ねずみ犬にこ
                たえて言う
                  には「だん
                    さん、陪審
                        も判事もい
                         ないそんな
                       裁判なぞ、
                     するだけ息
                   のむだです
                   がな」「お
                    れが判事で
                       おれが陪審」
                         とずるい老犬。
                        「おれが全
                      件さばき
                    つくし、
                      きさまに
                        死刑を
                           宣告し
                              てくれる。」

Poes zei tot een
 Muis, die hij
 zag in
 het huis:
 ‘Kom blijf
 daar niet
 staan, want
 ik klaag je aan.
 Je hoeft niets
 te beweren,
 wij moeten
 procederen,
 dan heb ik
 vanmorgen mijn
 tijd niet
 verdaan.’
 Zei de Muis
 tot dat schoelje,
 ‘Mijnheer wat
 bedoel
 je, zonder
 jury
 of rechter
 zal dat toch
 niet gaan’.
 ‘Ik ben
 rechter
 en jury’,
 zei ijskoud
 die Furie,’ en
 ik oordeel
 bedaard:
 de dood
 door
 het
 zwaard

   「ちゃんときいてないな!」とネズミは、きびしい調子でアリスに言いました。「なにを考えてる!」

   ‘Je let niet op,’ zei de Muis streng tot Alice, ‘waar denk je aan?’

   「あらもうしわけありません」とアリスは、とってもれいぎ正しく言いました。「たしか、くねくねの五番目あたりまでおっしゃいましたっけ?」

   ‘Neemt u me niet kwalijk,’ zei Alice erg nederig, ‘u was geloof ik aan de vijfde kronkel.’

   「そんなことはゆってないぞ」とネズミは、怒ってきつい声でさけびます。

   「結(ゆ)ってない!」アリスはいつでもおてつだいをしようとする子だったので、きょろきょろとあたりを見回しました。「じゃああたしがやりますから!」

   「だれがそんなことするもんか」とネズミはたちあがって、むこうに歩きだしました。「ふざけたことばかりいって、ばかにしてる!」

   ‘Daar was ik helemaal niet,’ zei de Muis terwijl hij opstond en wegliep, ‘je beledigt me, wanneer je zulke onzin praat!’

   「そんなつもりじゃなかったんです!」とかわいそうなアリスはうったえました。「でも、あなたもそんな、すぐに怒らなくても!」

   ‘Maar dat was de bedoeling toch niet,’ zei de arme Alice smekend, ‘jullie zijn ook zo gauw beledigd.’

   ねずみはへんじがわりに、うなってみせただけでした。

   De Muis bromde maar wat als antwoord.

   「もどってきて、お話を最後まできかせて!」アリスはうしろからよびかけて、ほかのみんなもそれに声をあわせました。「うん、たのむよ!」でも、ネズミは怒ったように首をふるだけで、もっと足ばやにいってしまいます。

   ‘Ach komt u toch terug en vertel uw verhaal verder,’ riep Alice hem na. En de anderen riepen allemaal in koor: ‘Ja, alsjeblieft,’ maar de Muis schudde ongeduldig zijn hoofd en liep nog wat harder.

   「いっちゃうなんて、まあなんでしょうねえ!」ねずみのすがたが、完全に見えなくなるとすぐ、インコがためいきをつきました。おばあちゃんガニが、ここぞとばかりにむすめにお説教です。「ほらごらん、いい子ですからね、あなたはぜったいカッカしちゃだめよ!」すると若いカニが、ちょっときつくこたえます。「うっさいわね、母さん。母さんにかかったら、しんぼうづよいカキでも頭にくるわよ!」

   ‘Wat jammer dat hij niet blijven wou,’ zuchtte de Papegaai toen hij uit het gezicht was en een oude Krab vond dit een goede gelegenheid om haar dochter te vermanen: ‘Zie je, kindje, leer hieruit dat je altijd je goede humeur moet bewaren.’ ‘Hou toch je mond Moeder,’ zei de jonge Krab een beetje snibbig, ‘van jou zou een oester nog zijn geduld verliezen.’

   「ダイナがいたらいいのになあ、ぜったい」とアリスは、だれに言うともなく、声に出していいました。「そしたらすぐにつれてきてくれるのに」

   ‘Ik wou dat onze Dina hier was,’ zei Alice hardop, zonder zich tot iemand persoonlijk te richten, ‘die zou hem wel gauw terugbrengen.’

   「そしてあえておたずねしてよろしければ、そのダイナとはどなたですかな?」とインコ。

   ‘En wie is Dina, als ik vragen mag,’ zei de Papegaai.

   アリスはうれしそうにこたえました。自分のペットの話は、どんなときでもしたくてたまらなかったからです。「ダイナは、うちのねこなの。それで、ねずみとりのうでまえは、思いもよらないくらいにすごいんですよ! それと、小鳥をねらったときなんか、お見せしたいくらい! 小鳥なんて、見たしゅんかんにたべちゃうんです!」

   Alice ging er gretig op in, want ze vond het altijd prettig om over haar lievelingsdier te praten. ‘Dina,’ zei ze ‘is onze kat. En ze kan zo geweldig muizen vangen, dat moest u eens zien. En u moest eens zien hoe ze achter een vogel aanzit. Als ze er naar kijkt, dan heeft ze hem ook.’

   この話で、一同は目に見えていろめきたちました。すぐにあわててそこをはなれる鳥もいます。おとしよりのカササギは、しんちょうにみづくろいをはじめてこう言います。「そろそろ家にかえりませんとねえ。夜風がどうも、のどにきついもんでして」そしてカナリアがふるえる声で、子どもたちによびかけます。「ほらみんな、いらっしゃい! みんなとっくにおねむの時間よ!」なんだかんだと口実をつけて、みんなどこかへいってしまい、やがてアリス一人がのこされてしまいました。

   Dit gezegde bracht het gezelschap in grote opschudding. Sommige vogels renden meteen weg; een oude ekster begon zich zorgvuldig in een omslagdoek te wikkelen. ‘Nu moet ik heus gaan,’ zei ze, ‘de nachtlucht is zo slecht voor mijn keel’ en een kanarie riep met bevende stem tot haar kinderen: ‘Kom mee, lievelingen, 't is hoog tijd, dat jullie nu naar bed gaan.’ Zo gingen ze onder verschillende voorwendsels allemaal weg en Alice bleef heel alleen achter.

   「ダイナのこと、いわなきゃよかった!」とアリスはゆううつにつぶやきました。「ここらだと、だれもあの子がすきじゃないみたい。ぜったいに世界で一番いいねこなのに! ああかわいいダイナ、もう二度とおまえに会えないんじゃないかしら」そしてここで、かわいそうなアリスはまた泣き出しました。とってもさびしくて、おちこんでいたからです。でもちょっとしたら、遠くのほうからピタピタいう小さな足音がきこえてきました。アリスはよろこんで顔をあげました。ネズミの気がかわって、おなはしを最後までしようとしてもどってきたのかな、とすこし思ったのです。

   ‘Ik wou dat ik het niet over Dina had gehad,’ zei ze droevig bij zichzelf, ‘niemand schijnt hier beneden op haar gesteld te zijn en toch is het de beste kat van de wereld. O Dina, zal ik je nog ooit terugzien?’ En toen begon de arme Alice weer te huilen, want zij voelde zich zo alleen en zo neerslachtig. Maar na een poosje hoorde ze op een afstand weer getrippel van voeten en zij keek vlug op, want ze hoopte half dat de Muis van plan veranderd was en terug kwam om zijn verhaal verder te vertellen.

Text from genpaku.org
Text from www.dbnl.org