汤姆.索亚历险记

De lotgevallen van Tom Sawyer

   第十九章

   HOOFDSTUK XIX.

   汤姆闷闷不乐地回到家里。姨妈一见他就数落了他一通,他感到就是回家也不一定能减轻他的苦楚。

   Tom kwam te huis in een allertreurigste gemoedsstemming, en de eerste woorden, die zijne tante tot hem richtte, bewezen hem dat bij haar geen troost voor zijn verdriet te vinden was, want het luidde terstond:

   “汤姆呀,汤姆,我想活剥了你!”

   "Tom, ik zou wel grooten lust hebben je levend te villen!"

   “姨妈,我怎么了?”

   "Wat heb ik dan gedaan, tantelief?"

   “瞧,你作得够呛。都是因为你,我呆头呆脑地跑去找赛伦尼·哈帕,像个老傻瓜似的,指望能让她相信你编的那个鬼梦。可是你瞧,她早就从乔那里了解到那天晚上你回过家,听见了我们所说的一切。汤姆,我不知道像你这样的孩子将来会怎么样。都是因为你,我才到赛伦尼·哈帕那儿去,出尽了洋相。一想到这,我就很伤心。”

   "Genoeg om die straf te verdienen. Zoodra je weg waart, ben ik, oude gekkin, naar Sientje Harper geloopen, in de hoop van haar al den onzin over dien droom van jou te doen gelooven, en daar vertelt zij mij, dat zij van Joe gehoord heeft, dat je de rivier overgezwommen bent en 's avonds onder mijn bed alles hebt afgeluisterd wat wij dien nacht gesproken hebben. Tom, ik weet niet wat er van een jongen groeien moet, die zich zoo gedraagt als jij. Ik schaam me dood, als ik er aan denk, dat je me stilletjes, zonder een gezicht te vertrekken, naar Sientje Harper hebt laten gaan!"

   汤姆没想到事情会闹到这种地步。他本以为早上耍的小聪明只是玩笑,很有独创性,可现在看来那既卑鄙又可耻。他先是垂下头,无言以对,然后开口说:

   Uit dat oogpunt had Tom de zaak nog niet beschouwd. Het verhaal, dat hem vóór schooltijd zoo ijselijk grappig had toegeschenen, was nu een gemeene leugen geworden. Hij liet het hoofd hangen en wist niet wat hij zeggen zou. Eindelijk stamelde hij:

   “姨妈,我希望那不是我干的,不过我没想到……”

   "Tantelief, ik wou dat ik het niet gedaan had, maar ik deed het zonder nadenken."

   “是的,孩子,你从来不动脑筋,只想着自己。你能想到夜里从杰克逊岛那么大老远地跑来幸灾乐祸;你能想到编梦撒谎来糊弄我,可你就想不到来告诉我们你还活着并没有死。你知道我们当时是多么伤心吗?”

   "O kind, je denkt nooit,--behalve wanneer het je zelf geldt. Je dacht wel, toen je in den pikdonkeren nacht van Jackson Island kwaamt afzakken, om ons over onze droefheid uit te lachen, en toen je mij met een leugen over een droom voor den gek hield; maar om medelijden met ons te hebben en ons angst te sparen, daaraan had je niet gedacht."

   “姨妈,我现在知道了,那样做太卑鄙。可是我不是存心要卑鄙的,真的,我不是存心的。还有,那天夜里我到这里来不是要来看笑话的。”

   "Tante, ik weet dat het gemeen was, maar waarlijk het was mijne bedoeling niet zoo slecht te zijn,--neen, wezenlijk niet. En dan dien nacht ben ik heusch niet gekomen om u uit te lachen."

   “那么,你到这里来干什么呢?”

   "Waarom kwam je dan?"

   “是来告诉你们别为我操心,因为我们并没有淹死。”

   "Eigenlijk om u te zeggen, dat ge niet ongerust over ons behoefdet te wezen, omdat wij niet verdronken waren.

   “汤姆啊,汤姆,我要是能相信你真有这么好的心肠,还替别人着想,那我可就谢天谢地啰!不过,你心里明白你是个什么样的人,这我也明白,汤姆。”

   "Tom, Tom, ik zou het dankbaarste schepsel van de wereld zijn, indien ik gelooven kon, dat je ooit zulk een goede gedachte gehad hebt, maar je weet best, dat het niet zoo was."

   “姨妈,我可是千真万确这么打算的。我虽然扰了你,但我要不是这么打算的,我甘愿蹲大牢。”

   "Waarachtig, tante, ik heb het daarom gedaan;--ik mag sterven, als het niet waar is."

   “哦,得了吧,汤姆,不要撒谎——不要撒谎,否则事情更加糟糕,越发不可收拾。”

   "Tom lieg niet,--doe dat toch niet. Dat maakt het geval nog honderdmaal erger."

   “我没撒谎,姨妈,我说的全是真的。我是要来让你别伤心的——我来就是为了这个。”

   "Ik lieg niet, tantelief; het is de waarheid. Ik wilde u verdriet sparen; daarom alléén ben ik gekomen."

   “汤姆,我真愿意信你的话,这样可以一肥遮百丑。你出走,捉弄我们那我反倒很高兴。可是这听起来不对劲,如果真像你所说的那样,孩子,那你为什么不先告诉我呢?”

   "Ik zou een wereld geven, als ik 't gelooven kon; hij zou eene macht van zonde bedekken. Ik zou er dan bijna blij om zijn, dat gij zijt weggeloopen en zoo slecht hebt gehandeld. Maar 't is niet aan te nemen; want waarom heb je het dan niet gezegd, kind?"

   “哎,你瞧,我听你说要给我们举行葬礼,我满心都想着要跑到教堂里躲起来,我舍不得不这么干。所以,我把树皮又放到口袋里,没有出来说。”

   "Wel, ziet u, tantelief, toen ik over den lijkdienst hoorde spreken, werd ik zoo vervuld door het heerlijk denkbeeld om mij met Joe en Huck in de kerk te verbergen, dat ik het niet over mij kon verkrijgen den boel te bederven, en daarom stak ik de boomschors weder in den zak"

   “什么树皮?”

   "Welke boomschors?"

   “上面写着我们去当海盗的那块树皮。唉,我当时吻你的时候,你要是醒了就好了。真的,我真是这样希望的。”

   "Och de schors, waarop ik geschreven had, dat wij zeeroovers waren. Ik wou nu, dat u maar wakker geworden waart, toen ik u kuste; wezenlijk, dat wou ik."

   姨妈绷紧的脸一下子松开了,她眼里突然闪现出慈祥的目光。

   “你吻了我,汤姆?”

   "Heb je mij gezoend?"

   “是啊,我吻了。”

   "Ja zeker."

   “你敢肯定,汤姆?”

   "Stellig, Tom?"

   “那还用说,我吻了,姨妈,百分之百的肯定。”

   "Ja, wezenlijk, tantetje,--op mijn woord van eer."

   “那你为什么要吻我,汤姆?”

   "Waarom heb je dat gedaan, Tom?"

   “因为我很爱你,当时你躺在那里哭泣,我十分难过。”

   "Omdat ik het zoo lief van u vond, dat ge zoo bedroefd over mij waart;--dat speet mij zoo."

   汤姆说的像是真的。老太太再说话的时候已掩饰不住激动的心情,声音颤抖地说:

   De woorden klonken als de waarheid. De oude tante kon eene kleine trilling in hare stem niet verbergen, toen zij sprak:

   “汤姆,再吻我一下!现在你可以去上学了,不要再来烦我了。”

   "Kus mij nog eens, Tom!--en loop dan naar school en plaag mij niet meer"

   汤姆刚一走,她就跑到橱子那里拿出汤姆当“海盗”时穿的那件破夹克,站在那儿自言自语道:

   Toen hij weg was, ging tante Polly naar een kleerkast en haalde daaruit het buisje, dat Tom tijdens zijn zeerooverschap had aangehad. Zij hield het een oogenblik in de hand en zeide tot zich zelve:

   “不,我不敢看。可怜的孩子,我猜他说的是谎话——不过,这是个十足善意的谎话,令人宽慰。我希望上帝——我知道上帝一准会原谅他,因为他心眼好,才撒这样的谎。我情愿这不是谎言。我不想看。”

   "Neen, ik durf niet.--Arme jongen, ik weet zeker dat hij gelogen heeft,--maar het was een gezegende, driewerf gezegende leugen! Ik hoop, dat de Heer.... neen, ik weet zeker, dat Hij hem vergeven zal, omdat het zoo lief van hem was, dat hij het vertelde. Maar ik wil er geen onderzoek naar doen."

   她放下夹克站在那里想了一会。她两次伸手想再去拿那衣服,两次又把手缩了回来。最后,她坚定了决心再次伸出手去,心里想着:“这谎撒得好,我喜欢这样的谎话,别让它坏了我的美事。”于是她翻了夹克衫上的口袋,随即她看见了那块树皮上的字,于是她老泪纵横,边流泪边说:“就算这孩子错了,哪怕是大错特错,我现在也能原谅他了。”

   Zij legde het buisje weg en bleef een oogenblik in gedachten verzonken, voor de kast staan. Tweemaal stak zij de hand uit, om het kleedingstuk nog eens op te nemen en twee malen bedwong zij zich. Nogmaals, en dezen keer waagde zij het, zich zelve troost insprekende met de gedachte: "Het is een goede leugen--een beste leugen; ik zal het mij niet aantrekken dat het onwaar is."--En het buisje werd doorzocht. En daar vond ze Toms stukje hout en las onder een vloed van tranen de woorden, die er op geschreven stonden, zeggende: "Nu kan ik het den jongen vergeven, ook al had hij millioenen zonden begaan."