Plus notre héros cherchait à s’appliquer, plus son esprit vagabondait. Finalement, il poussa un soupir accompagné d’un bâillement et renonça à poursuivre la lecture de son livre. Il lui semblait que la récréation de midi n’arriverait jamais. Il n’y avait pas un souffle d’air. Rarement la chaleur avait plus incité au sommeil. Le murmure des vingt-cinq élèves qui ânonnaient leur leçon engourdissait l’âme comme l’engourdit le bourdonnement des abeilles. Au loin, sous le soleil flamboyant, le coteau de Cardiff dressait ses pentes verdoyantes qu’estompait une buée tremblotante. Des oiseaux passaient en volant à coups d’ailes paresseux. Dans les champs, on n’apercevait aucun être vivant, excepté quelques vaches qui d’ailleurs somnolaient. Tom eût donné n’importe quoi pour être libre ou pour trouver un passe-temps quelconque. Soudain, son visage s’illumina d’une gratitude qui, sans qu’il le sût, était une prière. Il mit la main à sa poche et en tira la petite boîte dans laquelle était enfermé le grillon. Il souleva le couvercle et posa l’insecte sur son pupitre. Le grillon rayonnait probablement de la même gratitude que Tom, mais il se réjouissait trop tôt, car le garçon, à l’aide d’une épingle, le fit changer de direction.
Hoe meer Tom zijn best deed on zijne gedachten bij zijn boek te houden, des te meer dwaalden zij af, totdat hij het ten laatste zuchtende en gapende opgaf. Het was hem alsof de middag-vacantie nooit zou komen. 't Was doodstil. De atmosfeer waarin hij ademde, scheen den eeuwigen slaap ingesluimerd te zijn. 't Was de heetste van al de heete zomerdagen, en het gebrom van vijf en twintig studeerende scholieren had een even slaapwekkenden invloed als het gegons van een bijenzwerm.
In de verte, in den glans van den zonneschijn, verhieven zich door een lichten, doorschijnenden sluier van warmen zomerdamp, dien de afstand met purper had getint, de groene heuvelen van Cardiff. Een enkele vogel zweefde op trage vleugelen hoog in de lucht, en verder was er geen levend wezen te zien, behalve eenige koeien en ook die waren ingedommeld. Tom snakte naar vrijheid en naar iets dat hem genoeg belangstelling inboezemde on de vervelende uren door te worstelen. Hij liet zijne hand in zijn zak glijden en een gloed van dankbaarheid, welke zich, zonder dat hij er zich zelf van bewust was, in een gebed uitte, overtoog zijn omhooggekeerd gelaat. Daar kwam tersluiks de percussiedoos voor den dag. Hij liet een schallebijter los en zette dien op de lage, platte lessenaar. Het beestje was niet minder erkentelijk dan Tom, doch zijne blijdschap bleek wat voorbarig te zijn geweest, want toen het dankbaar pogingen deed om te ontkomen, legde Tom het, met behulp van een speld, op den rug en dwong het een anderen weg te nemen.
Joe le meilleur ami de Tom, était précisément assis à côté de lui et, comme il partageait les souffrances morales de son voisin, il prit aussitôt un vif plaisir à cette distraction inattendue. Tom et Joe Harper avaient beau être ennemis jurés le samedi, ils s’entendaient comme larrons en foire tout le reste de la semaine. Joe s’arma à son tour d’une épingle et entreprit lui aussi le dressage du prisonnier. Du même coup, le jeu devint palpitant. Alors Tom déclara que Joe et lui se gênaient et n’arrivaient pas à tirer du grillon tout le plaisir qu’ils étaient en droit d’espérer. Il posa donc l’ardoise de Joe sur le pupitre et y traça à la craie une ligne qui la divisait en deux.
Tom had zijn boezemvriend naast zich, die onder hetzelfde leed gebukt ging als zijn makker en, vol vreugde over de afleiding, oogenblikkelijk een warme belangstelling in deze vermakelijkheid aan den dag legde. Die boezemvriend was Joe Harper. De beide jongens waren de gansche week door verklaarde vrienden, maar 's Zaterdags meestal geslagen vijanden. Joe nam een speld uit de panden van zijn buisje en begon de behulpzame hand te bieden om het diertje mores te leeren. Het spel werd terstond hoogst belangwekkend. Spoedig verklaarde Tom, dat zij met elkaar in botsing kwamen en daardoor geen van beiden iets aan den schallebijter hadden. Hij nam Joe's lei en trok een lijn op de lessenaar van boven naar beneden.
« Maintenant, dit-il, tant que le grillon sera de ton côté tu en feras ce que tu voudras et moi je n’y toucherai pas. Mais si tu le laisses passer la ligne il sera dans mon camp et tu attendras qu’il revienne chez toi.
"Nu," zeide hij, "zoolang hij op uw grondgebied blijft, moogt gij hem prikken, en ik zal er mij niet mede bemoeien, maar als hij aan mijne zijde komt, moet ge hem met vrede laten, zoolang ik hem beletten kan de grenzen over te trekken."
– Entendu. Commence… »
"Best! Vooruit maar;--laat hem los."
Tom ne tarda pas à laisser se sauver le grillon qui franchit l’équateur. Joe le taquina pendant un certain temps et la bête finit par rallier son point de départ. Ce va-et-vient dura un bon moment. Tandis que l’un des garçons tyrannisait l’insecte avec son épingle, l’autre ne perdait pas un de ses gestes et attendait l’occasion propice pour intervenir. Penchés sur l’ardoise, tête contre tête, ils étaient si absorbés par leur jeu que le monde extérieur paraissait aboli pour eux. Petit à petit, la chance sourit à Joe et la victoire s’installa à demeure dans son camp. Le grillon essayait vainement de s’échapper et finissait par être aussi nerveux que les garçons eux-mêmes. Mais chaque fois qu’il allait franchir la ligne fatidique, Joe le remettait adroitement dans le bon chemin d’un léger coup d’épingle. La tentation était trop forte. N’y tenant plus, Tom avança son épingle hors de la zone permise et voulu attirer la bestiole.
De schallebijter ontsnapte Tom en stak de evenachtslijn over. Na een tijdlang door Joe geplaagd te zijn liep hij weg en ging naar Tom. Dit veranderen van grondgebied duurde een geruimen tijd voort. Terwijl de eene jongen het beest met hart en ziel kwelde, keek de andere met een even groote belangstelling toe, en de beide hoofden bogen zich te zamen over de lei en beide zielen gingen gansch en al in de pret op. Eindelijk scheen de fortuin ten gunste van Joe te keeren en bij hem te blijven. De schallebijter deed wat hij kon om los te komen en werd bijna even opgewonden en angstig als de knapen zelven. Juist toen hij op het punt stond van de klauwen van Joe te ontsnappen en Tom's vingers alweder jeukten om hem in zijne macht te krijgen, versperde de eerste hem met zijne speld den weg tot zijn grondgebied. Tom kon het niet langer uithouden. De verleiding was te groot. Hij stak zijne hand uit en kwam met zijne speld over zijne grenzen. Joe werd boos en zeide:
« Tom, laisse-le tranquille, fit Joe furieux.
"Tom, laat hem aan zijn lot over."
– Je voulais simplement le chatouiller un peu.
"Ik wou hem alleen maar een beetje helpen, Joe."
– Non, ce n’est pas le jeu. Laisse-le.
"Neen, dat is niet eerlijk; laat hem aan zijn lot over."
– Mais je t’assure que je ne ferai que le chatouiller un peu.
"Pas op of ik ga hem helpen zoo hard als ik wil."
– Je te dis de le laisser.
"Tom, laat hem met rust, zeg ik je."
– Non.
"Ik doe het niet."
– Si… D’ailleurs, il est dans mon camp…
"Je zult;--hij is op mijn grondgebied."
– Dis donc, Joe, à qui appartient ce grillon ?
"Hoor eens, Joe Harper, wien behoort hij toe?"
– Ça, ça m’est bien égal… Il est dans mon camp et tu n’y toucheras pas.
"Het kan mij niet schelen, wien hij toebehoort; hij is aan mijn kant en je zult hem niet aanraken."
– Tu vas voir un peu si je n’y toucherai pas ! »
"Wedden, dat ik het toch doe. 't Is mijn schallebijter en ik zal met hem doen wat ik verkies."
Un formidable coup de férule s’abattit sur l’épaule de Tom, puis un autre sur celle de Joe. Au grand divertissement de la classe, la poussière continua à s’élever de leurs deux vestes pendant quelques instants encore. Les champions avaient été trop accaparés par leur jeu pour remarquer le silence qui s’était abattu un instant plus tôt sur la classe lorsque le maître, avançant sur la pointe des pieds, était venu se poster derrière eux. Il avait assisté à une bonne partie de la compétition avant d’y apporter son grain de sel.
Op eens voelde Tom een klap op zijn schouder en Joe een anderen op den zijnen. Twee minuten lang zag men een rookwolk uit de buizen der jongens opgaan en hoorde men de gansche school lachen. De knapen waren te zeer in hun spel om de stilte te bemerken, die zich over de school had verspreid, even voordat de meester op zijn teenen naar hen toegeslopen en tegen hen over was gaan staan. Hij had het tooneel op zijn gemak gadegeslagen en daarna de verraderlijke klappen toegebracht.
À midi, dès qu’il fut libre, Tom rejoignit Becky Thatcher et lui chuchota à l’oreille :
Toen de school 's middags uitging, vloog Tom naar Becky Thatcher toe en fluisterde haar in 't oor:
« Mets ton chapeau et fais croire que tu rentres chez toi. Quand tu seras arrivée au tournant, laisse partir tes amies et reviens sur tes pas. Moi, je couperai par le chemin creux et je te retrouverai devant l’école. »
"Zet je hoed op en zeg dat je naar huis gaat; en als je den hoek van de straat om zijt, loop dan van de kinderen af, sla de steeg in en keer zoo naar de school terug. Ik zal den anderen kant gaan: dan komen wij elkaar vanzelf tegen."
Ce qui fut dit fut fait et, un peu plus tard, lorsque Tom et Becky se furent retrouvés, ils eurent l’école tout entière à leur disposition. Ils s’assirent sur un banc, une ardoise devant eux. Tom donna son crayon à Becky, lui guida la main et créa une seconde maison d’un style surprenant. Après avoir épuisé les émotions artistiques, les deux amis recoururent aux joies de la conversation. Tom nageait dans le bonheur.
Daarop verliet Tom de school en voegde zich bij een groep kinderen, die eene andere straat insloegen dan de kameraadjes van Becky. Heel spoedig kwamen de knaap en het meisje elkaar midden in 't steegje tegen, keerden naar het schoollokaal terug, dat zij nu geheel voor zich hadden. Zij gingen naast elkander zitten met een lei voor zich. Tom gaf Becky een griffel, stuurde haar hand en riep op deze wijze een wonderbaar huis in het aanzijn.
Doch de teekenwoede duurde niet lang en ze begonnen samen te praten. Tom was in den derden hemel van geluk en zei:
« Aimes-tu les rats ? demanda-t-il à Becky.
"Houd je van ratten?"
– Non, je les ai en horreur.
"Neen, ik heb een hekel aan die dieren."
– Moi aussi… quand ils sont vivants. Mais je veux parler des rats morts, de ceux qu’on fait tourner autour de sa tête avec une ficelle.
"Ik ook,--ten minste aan levende. Maar ik meen doode, die je aan een touwtje over je hoofd kunt laten draaien."
– Non, morts ou vivants, je n’aime pas les rats. Moi, ce que j’aime, c’est le chewing-gum.
"Neen, ik geef niet veel om ratten, ook niet om doode. Maar, weet je waar ik van houd? Van gom kauwen."
– Moi aussi ! Je voudrais bien en avoir en ce moment.
– C’est vrai ? Moi j’en ai. Je vais t’en donner mais il faudra me le rendre. »
"Zoo, ik heb toevallig een paar stukjes bij mij. Eerst mag jij een beetje kauwen en dan ik weer."
Comme c’était agréable ! Tom et Becky se mirent à mâcher alternativement le même morceau de gomme tout en se dandinant sur leur siège pour mieux manifester leur plaisir.
Dat was prettig; ze kauwden beurt om beurt en schommelden met hun beenen onder de bank van pleizier.
« Es-tu jamais allée au cirque ? fit Tom.
"Ben je wel eens in een paardenspel geweest?" vroeg Tom.
– Oui, et j’y retournerai avec papa si je suis bien sage.
"Ja; mijn pa neemt me wel eens mee, als ik zoet ben."
– Moi, j’y suis allé trois ou quatre fois… des tas de fois. Au cirque, ce n’est pas comme à l’église, il y a toujours quelque chose à regarder. Quand je serai grand, je deviendrai clown.
"Ik ben er drie of vier malen geweest. Neen nog meer. De kerk is geen lor waard in vergelijking met een paardenspel. Daar zie je altijd door wat. Als ik groot ben, wordt ik clown in een paardenspel."
– Oh ! quelle bonne idée ! Les clowns sont si beaux avec leur costume !
"Wezenlijk? Dat zal heerlijk wezen! De clowns zijn immers die mooi aangekleede mannen vol gekleurde spikkeltjes?"
– Je pense bien. Et puis ils gagnent de l’argent gros comme eux. Au moins un dollar par jour d’après ce que m’a raconté Ben Rogers. Dis-moi, Becky, as-tu jamais été fiancée ?
"Ja, en ze krijgen schatten van geld; meestal een dollar daags. Dat zegt Ben Rogers ten minste. Zeg eens, Becky, ben je wel eens geëngageerd geweest?"
– Qu’est-ce que c’est que ça ?
"Wat is dat?"
– Eh bien, as-tu été fiancée pour te marier ?
"Geëngageerd, om te gaan trouwen."
– Non.
"Neen."
– Ça te plairait ?
"Zou je het wel willen?"
– Je crois que oui. Je n’en sais rien. Comment fait-on ?
"Misschien wel. Ik weet het niet. Wat moet je dan doen?"
– Il suffit de dire à un garçon qu’on ne se mariera jamais, jamais qu’avec lui. Alors on s’embrasse et c’est tout. C’est à la portée de tout le monde.
"Doen? Je zegt eenvoudig tegen een jongen, dat je nooit iemand anders hebben wilt dan hem, nooit, nooit, nooit--en dan geef je hem een zoen. Iedereen kan het doen."
– S’embrasser ? Pourquoi s’embrasser ?
"Een zoen? Waarom geef je elkaar een zoen?"
– Parce que, tu sais, c’est pour… euh… tout le monde fait ça.
"Wel, weet je--wel--omdat.... ze dat allemaal doen."
– Tout le monde ?
"Alle menschen?"
– Bien sûr ! Tous ceux qui s’aiment. Tu te rappelles ce que j’ai écrit sur ton ardoise ?
"Ja, alle menschen die van elkaar houden. Weet je nog wel wat ik van morgen op mijn lei geschreven heb?"
– Heu… oui.
"Ja--a."
– Qu’est-ce que c’était ?
"Wat was het?"
– Je ne te le dirai pas.
"Dat zeg ik je niet."
– Faut-il que ce soit moi qui te le dise ?
"Dan zal ik het je zeggen."
– Heu… oui… mais une autre fois.
"Dat is goed,--maar op een anderen keer."
– Non, maintenant.
"Neen, nu."
– Non, pas maintenant… demain.
"Neen, nu niet, maar morgen."
– Oh ! non, maintenant. Je t’en supplie, Becky. Je te le dirai tout bas. »
"O, als je blieft, nu Becky. Ik zal het zoo zachtjes zeggen, dat je het bijna niet hooren kunt."
Becky hésita. Tom prit son silence pour une acceptation. Il chuchota doucement à l’oreille de la petite fille ce qu’il voulait dire.
Becky aarzelde en Tom zag het stilzwijgen voor toestemmen aan. Hij sloeg zijn arm om haar middel en fluisterde haar de oude geschiedenis in 't oor, terwijl hij er bijvoegde:
« Et maintenant, c’est à toi à dire la même chose. »
"Nu moet je het mij ook influisteren,--precies hetzelfde."
Elle hésita un peu, puis déclara :
Zij zweeg een oogenblik en sprak toen:
« Tourne la tête pour ne pas me voir et je le dirai. Mais il ne faudra en parler à personne. Promis, Tom ?
"Keer je gezicht naar den anderen kant, zoodat je mij niet zien kunt, dan zal ik het doen. Maar je moogt het niemand vertellen. Beloof je me dat op je woord van eer?"
– Promis ! Alors, Becky ? »
"Ja. Kom zeg het nu, Becky."
Il tourna la tête. Elle se pencha timidement, si près que son souffle agita un instant les boucles du garçon. Et elle murmura : « Je t’aime ! »
Hij keerde zijn gezicht on. Zij boog zich schroomvallig naar hem toe, zoo dicht dat hij haar adem onder zijn krulhaar voelde en fluisterde: "Ik--houd--dol--van je."
Alors la petite se leva d’un bond et galopa autour des bancs et des pupitres. Tom se lança à sa poursuite. Finalement, elle alla se réfugier dans un coin et ramena son tablier blanc sur son visage. Tom la prit par les épaules.
Toen sprong zij weg en liep on de lessenaar en banken heen en Tom achter haar aan, totdat zij zich eindelijk in een hoek verschanste en haar wit schortje over haar gezichtje trok. Tom pakte haar om den hals en zei smeekend:
« Maintenant, Becky, il ne manque plus que le baiser. N’aie pas peur, ce n’est rien du tout. »
"Nu, Becky, is het klaar behalve de zoen. Wees daar maar niet bang voor, dat is niets. Toe, Becky."
Tout en parlant, Tom lui lâcha les épaules et tira sur son tablier. Becky laissa retomber ses mains. Son visage apparut. La course lui avait donné des joues toutes rouges. Tom l’embrassa.
En met deze woorden trok hij aan haar boezelaar, totdat deze langzaam naar beneden gleed en zij zich met gloeiende wangen aan de operatie onderwierp. Tom zoende de roode lipjes en zei:
« Ça y est, Becky, dit-il. Après cela, tu sais, tu n’aimeras plus jamais que moi et tu n’épouseras jamais personne d’autre que moi. C’est promis ?
"Nu is het geheel en al in orde, Becky. En nu weetje vooreens en voorgoed, dat je van niemand anders dan van mij moogt houden en met niemand dan met mij moogt trouwen; neen, nooit, nooit. Beloof je dat?"
– Oui, Tom. Je n’aimerai jamais que toi et je n’épouserai jamais que toi, mais toi, tu n’aimeras jamais quelqu’un d’autre, non plus ?
"Ja, ik zal van niemand anders houden dan van jou, Tom. Maar jij moogt ook met niemand anders trouwen dan met mij."
– Évidemment. Évidemment. C’est toujours comme ça. Et quand tu rentreras chez toi ou que tu iras à l’école, tu marcheras toujours à côté de moi, à condition que personne ne puisse nous voir… Et puis dans les réunions, tu me choisiras comme cavalier et moi je te choisirai comme cavalière. C’est toujours comme ça que ça se passe quand on est fiancé.
"Natuurlijk. Dat spreekt vanzelf. En nu hoort er ook bij, dat je bij het naar school of naar huis gaan met me wandelt, ten minste als niemand het ziet, en dat bij feestjes jij mij en ik jou kies. Dat doen geëngageerde menschen altijd."
– Oh ! c’est si gentil ! je n’avais jamais entendu parler de cela.
"Dat vind ik heel aardig. Ik had er nog nooit van gehoord."
– Je t’assure qu’on s’amuse bien. Quand moi et Amy Lawrence… »
"O, het is zoo prettig. Toen ik met Amy Lawrence..."
Les grands yeux de Becky apprirent à Tom qu’il venait de faire une gaffe. Il s’arrêta, tout confus.
De groote oogen van Becky zeiden Tom, dat hij een flater begaan had, en hij hield verlegen op.
« Oh ! Tom ! Alors je ne suis donc pas ta première fiancée ? »
"O, Tom! Dus is het niet de eerste keer, dat je geëngageerd bent?"
La petite se mit à pleurer.
Het kind begon te schreien, en Tom zeide:
« Ne pleure pas, Becky, lui dit Tom. Je n’aime plus Amy.
"Och, schrei niet, Becky; ik geef niets meer om haar."
– Si, si, Tom… Tu sais bien que tu l’aimes… »
"Ja, dat doe je wel, Tom,--ik weet, dat je het wel doet."
Tom essaya de la calmer à l’aide de tendres paroles, mais elle l’envoya promener. Alors l’orgueil du garçon l’emporta. Tom s’éloigna et sortit dans la cour. Il resta là un moment, fort mal à son aise et regardant sans cesse vers la porte dans l’espoir que Becky viendrait à sa recherche. Comme elle n’en fit rien, notre héros commença à se demander s’il n’était pas dans son tort. Quoiqu’il lui en coûtât, il se décida enfin à retourner auprès de son amie. Becky était toujours dans son coin à sangloter, le visage contre le mur. Le cœur de Tom se serra. Il resta planté là un moment, ne sachant comment s’y prendre. À la fin, il dit en hésitant :
Tom trachtte zijn arm on haar hals te slaan, doch zij duwde hem terug en wendde schreiend haar gelaat naar den muur. Tom beproefde het, onder het spreken van allerlei vleiende woordjes, nogmaals, maar met hetzelfde gevolg. Toen werd hij boos en rende met groote stappen de deur uit. Een poosje bleef hij met een onrustig hart buiten staan, wierp nu en dan een blik naar de deur, in de hoop dat zij berouw krijgen en naar hem toe zou komen, maar zij kwam niet. Toen begon hij te denken, of hij ook ongelijk kon hebben. Het was een harde strijd on de eerste pogingen tot toenadering te doen, doch hij vermande zich en trad de school binnen. Zij stond nog in denzelfden hoek, snikkende, met haar gelaat tegen den muur. Diep ontroerd ging Tom naar haar toe en bleef een oogenblik voor haar staan, zonder eigenlijk te weten wat hij zeggen moest. Toen sprak hij aarzelend:
« Becky, je… je n’aime que toi. »
"Becky--ik--ik geef om niemand dan om jou."
Mais il n’obtint pas d’autre réponse que de nouveaux sanglots.
Geen antwoord;--niets dan snikken.
« Becky, implora Tom, Becky, tu ne veux rien me dire ? »
"Becky, waarom spreek je niet?"
Hevige snikken.
Il tira de sa poche son joyau le plus précieux, une boule de cuivre qui jadis ornait un chenet. Il avança le bras de façon que Becky puisse l’admirer.
Tom haalde zijn grootste schat voor den dag, een koperen knop van een schelkoord, hield haar dien voor en zeide:
« Tu n’en veux pas, Becky ? Prends-la. Elle est à toi. »
"Becky, die is voor jou; neem hem, als je blieft."
Becky la prit, en effet, mais la jeta à terre. Alors Tom sortit de l’école et, bien décidé à ne plus retourner en classe ce jour-là, il se dirigea vers les coteaux lointains. Au bout d’un certain temps, Becky s’alarma de son absence. Elle se précipita à la porte. Pas de Tom. Elle fit le tour de la cour, pas de Tom !
Zij smeet het geschenk op den grond. Toen stapte Tom de deur uit en ijlde naar buiten, naar de heuvelen, om dien dag niet meer naar school terug te keeren. Nauwelijks was hij verdwenen, of Becky gevoelde berouw. Zij liep naar de deur, doch Tom was niet meer in het gezicht. Zij ijlden over de speelplaats: ook daar was hij niet. Toen gilde zij:
« Tom ! Tom, reviens ! » lança-t-elle à pleins poumons.
"Tom! Tom! kom terug."
Elle eut beau écouter de toutes ses oreilles, aucune réponse ne lui parvint. Elle n’avait plus pour compagnon que le silence et la solitude. Alors, elle s’assit sur une marche et recommença à pleurer et à se faire des reproches. Bientôt elle dut cacher sa peine devant les écoliers qui rentraient, et accepter la perspective d’un long après-midi de souffrance et d’ennui, sans personne à qui pouvoir confier son chagrin.
Zij luisterde aandachtig, doch er kwam geen antwoord; zij was met de stilte en het gevoel van verlatenheid alleen. Er schoot haar niets over dan te gaan zitten, opnieuw te schreien en zich zelfverwijten te doen. Daarbij moest zij haar verdriet voor de langzamerhand weer bijeenkomende schoolkinderen verbergen en het kruis opnemen van een langen, drukkend warmen achtermiddag in de school te zitten, zonder iemand te hebben, voor wien zij haar hart kon uitstorten.